Parkeren op een naastgelegen perceel zonder detailhandelsbestemming

1 augustus 2021 | Nieuws

Regelmatig komt het voor dat het bij een winkel niet mogelijk blijkt om het parkeren op het eigen terrein te faciliteren. Een naastgelegen perceel kan dan uitkomst bieden, mits de bestemming het parkeren ten behoeve van een winkel toestaat. Dat dit een nauwkeurige lezing van de planregels vergt, volgt uit een uitspraak van de Afdeling van 6 oktober 2021.

Bij de realisatie van een winkel moet steeds worden voorzien in de benodigde parkeerplaatsen. Dat zijn er, in het geval van een supermarkt, relatief veel, waardoor het passen en meten is om de plaatsen binnen het perceel te kunnen realiseren. Soms blijkt het niet mogelijk en dan biedt een naastgelegen perceel uitkomst. Zo ook in Budel, waarbij een initiatiefnemer een winkel en woning wilde realiseren maar de – 142 – parkeerplaatsen niet op eigen terrein kon realiseren. Een naastgelegen perceel leek uitkomst te bieden, maar het college van burgemeester en wethouders weigerde de omgevingsvergunning onder meer vanwege het parkeren. Ten onrechte, zo oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

College weigert omgevingsvergunning: parkeren op bestemming “Wonen” niet toegestaan

Voor de beoogde ontwikkeling van de supermarkt heeft de initiatiefnemer het parkeren gedeeltelijk op een naastgelegen perceel voorzien. Op dit naastgelegen perceel rust de bestemming “Wonen”, maar niet de functieaanduiding ‘detailhandel’. Het college weigert de omgevingsvergunning omdat aldaar geen detailhandel is toegestaan en zodoende ook het parkeren ten behoeve van detailhandel in strijd is met de bestemming. Parkeren ten behoeve van detailhandel is ter plaatse, volgens het college, dus alleen toegestaan als ook daar de functieaanduiding ‘detailhandel’ geldt.

Afdeling: parkeren ook toegestaan zonder functieaanduiding ‘detailhandel’

In de planregels is bepaald dat de gronden met de bestemming “Wonen” bestemd zijn voor verschillende functies, zoals wonen, huis-aan-huis beroepen en – bij de functieaanduiding ‘detailhandel’ – ook voor detailhandel. Tot slot zijn de gronden bestemd voor de “daarbij behorende verkeer- en parkeervoorzieningen”.

Hoewel het logisch overkomt dat op gronden met de bestemming “Wonen” zonder functieaanduiding ‘detailhandel’, niet mag worden voorzien in parkeerplaatsen voor een winkel, oordeelt de Afdeling in haar uitspraak dat dit wel is toegestaan. In navolging van de rechtbank constateert de Afdeling dat in de planregeling geen onderscheid is gemaakt tussen het parkeren ten behoeve van detailhandel en ten behoeve van een woning. Uit de planregel volgt dan ook dat het binnen de bestemming “Wonen” is toegestaan om te parkeren ten behoeve van al de in het artikel genoemde functies, waaronder ten behoeve van detailhandel. Zie in dit verband tevens de eerdere uitspraak van de Afdeling van 28 maart 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1031.

Zoals hieruit volgt is een nauwkeurige lezing van de planregels geboden bij de vraag of parkeren op een perceel met een andere bestemming is toegestaan. In veel bestemmingsplannen geldt echter nog dat parkeervoorzieningen voor alle in de bestemming genoemde functies is toegestaan, omdat een directe koppeling met de functieaanduiding ontbreekt. Dit biedt zodoende mogelijkheden om toch in de benodigde parkeerplaatsen te kunnen voorzien.

Meld u aan voor onze nieuwsbrieven