In Nederland stort opvallend vaak een gebouw in. Denk aan de Wilheminatoren in Valkenburg aan de Geul of de parkeergarage bij Eindhoven Airport. Het gebeurt echter ook regelmatig dat een gebouw onveilig lijkt en dat de overheid moet overwegen om in te grijpen. Die casussen halen niet altijd de media. Achter elk incident staan echter bestuurders en ambtenaren die onder grote druk beslissingen moeten nemen met vaak enorme (menselijke en financiële) gevolgen, zoals:

• Is er nog tijd om meer te onderzoeken, of moet er direct ontruimd worden?
• Moet het gebouw gestut worden of direct (gedeeltelijk) gesloopt?
• Wat mag, wat moet – en op welke grondslag? En wie betaalt daarvoor?

In onze nieuwe AKD-brochure “Handelen bij constructieve onveiligheid en instortingsgevaar” bieden wij praktische handvatten voor gemeentejuristen om in zulke situaties snel én juridisch zorgvuldig te handelen. Fijn om in je bureau te hebben áls het dan toch een keer raak is.

In de brochure bespreken wij o.a.:

• De juridische basis voor ingrijpen;
• De keuze tussen bestuursdwang, dwangsom of noodbevel;
• Bewijsperikelen en onderzoeksmogelijkheden;
• Mogelijke maatregelen en hoe rechters daar tegenaan kijken;
• Negen praktische tips om zorgvuldig te beslissen onder tijdsdruk.

De kernboodschap: de Omgevingswet biedt genoeg ruimte om daadkrachtig op te treden bij instortingsgevaar en ander constructieve onveiligheid – maar zorgvuldigheid en snelheid moeten wel hand in hand gaan.

Vul hieronder je gegevens in en download de brochure: