Burgemeesters mogen specifieke locaties aanwijzen voor demonstraties bij abortusklinieken. Dat oordeelde de Afdeling op 3 december 2025 in een viertal uitspraken (ECLI:NL:RVS:2025:5683, ECLI:NL:RVS:2025:5681, ECLI:NL:RVS:2025:5682, ECLI:NL:RVS:2025:5684). De Afdeling biedt met deze uitspraken duidelijkheid over, naar eigen zeggen, een vraag ‘met maatschappelijke relevantie, waar in de rechtspraak en de samenleving onduidelijkheid over bestaat’.
Meer specifiek oordeelde de Afdeling in de viertal zaken die in Groningen, Heemstede en Amsterdam speelden, dat burgemeesters ter voorkoming van wanordelijkheden door pro-life demonstraties door middel van voorschriften mogen bepalen dat deze niet onmiddellijk voor de ingang van de abortusklink mogen plaatsvinden. Dit zolang de demonstratie binnen zicht- en gehoorafstand van de abortuskliniek plaats kunnen hebben. Het aanwijzen van een locatie aan de overkant van een drukke weg, tegenover de abortuskliniek, is te ver verwijderd, het afwijzen van een vak op 25 meter afstand van de achteringang van een abortuskliniek mag wel.
De Afdeling maakt in de uitspraken duidelijk dat:
- Demonstraties bij abortusklinieken zijn aan te merken als een betoging of demonstratie in de zin van artikel 9, eerste lid, van de Grondwet en van de Wet openbare manifestaties (Wom). Dit nu deze onder gericht zijn op het uiten van een visie op politiek en maatschappelijk gebied en het willen bewerkstelligen van een maatschappelijke verandering. Dat valt onder het begrip van een betoging.
- De Wom niet voldoende ruimte geeft om op grond van de grondrechten van anderen beperkingen aan een demonstratie te stellen, wanneer het recht om te betogen botst met andere vrijheden. De bescherming van de rechten en vrijheden van anderen zijn namelijk niet in de Wom als beperkingsgrond is opgenomen.
- Het begrip "wanordelijkheden" tot op zekere hoogte beïnvloed wordt door de context waarbinnen de beperkingsgrond wordt ingeroepen. De Afdeling overweegt daarbij dat de beoordeling of een samenstel van (verwachte) ongewenste gedragingen zo ernstig is dat van wanordelijkheden kan worden gesproken, niet uitsluitend afhangt van de aard van die gedragingen. Ook de plaats waar de manifestatie wordt gehouden kan van betekenis zijn. Het begrip "wanordelijkheden" moet niet zo ruim worden uitgelegd dat daaronder elke verstoring van de openbare orde moet worden verstaan, maar moet ook niet zo eng worden uitgelegd dat alleen strafbare gedragingen daaronder vallen. Waar de grens exact ligt, is casuïstisch van aard.
- Gelet op de combinatie van de locatie en de kwetsbaarheid van de bezoekers van een abortuskliniek, kan bij demonstraties bij deze klinieken eerder dan bij andere demonstraties sprake zijn van wanordelijkheden. Dit betekent echter niet dat demonstraties bij abortusklinieken per definitie ontoelaatbaar zijn.
- Gezien de beoordelingsruimte van de burgemeester, is het hem of haar toegestaan om ter voorkoming van wanordelijkheden voor de demonstratie een andere locatie aan te wijzen dan de beoogde locatie direct voor de ingang van een abortuskliniek. Zolang maar aan de eis van zicht- en gehoorafstand is voldaan.
Al met al houdt het recht van betoging volgens de Afdeling in dat bezoekers van abortusklinieken geconfronteerd mogen worden met demonstranten. Zij moeten echter wel zelf kunnen beslissen of zij een directe confrontatie aan willen gaan of dat zij zich hieraan willen onttrekken. Ook als demonstranten die bij de ingang van een abortuskliniek staan hen niet toeroepen, aandringen op een gesprek of het aannemen van een folder, kan voor veel bezoekers de aanwezigheid van deze demonstranten in de directe nabijheid en de feitelijke onmogelijkheid om zich daaraan te kunnen onttrekken dusdanig indringend zijn, dat sprake kan zijn van wanordelijkheden. Om dergelijke situaties te voorkomen of zoveel mogelijk te minimaliseren, dient de burgemeester zoals gezegd over beoordelingsruimte te beschikken.
Les voor de praktijk
Burgemeesters mogen ter voorkoming van wanordelijkheden door pro-life demonstraties door middel van voorschriften bepalen dat deze niet voor de ingang van de abortuskliniek mogen plaatsvinden. Dit zolang de demonstratie binnen zicht- en gehoorafstand van de abortuskliniek plaats kunnen hebben.
Contact
Heeft u vragen over dit demonstratierecht? Neem gerust contact op met Mariëtta Buitenhuis.
Burgemeesters mogen specifieke locaties aanwijzen voor demonstraties bij abortusklinieken. Dat oordeelde de Afdeling op 3 december 2025 in een viertal uitspraken (ECLI:NL:RVS:2025:5683, ECLI:NL:RVS:2025:5681, ECLI:NL:RVS:2025:5682, ECLI:NL:RVS:2025:5684). De Afdeling biedt met deze uitspraken duidelijkheid over, naar eigen zeggen, een vraag ‘met maatschappelijke relevantie, waar in de rechtspraak en de samenleving onduidelijkheid over bestaat’.
Meer specifiek oordeelde de Afdeling in de viertal zaken die in Groningen, Heemstede en Amsterdam speelden, dat burgemeesters ter voorkoming van wanordelijkheden door pro-life demonstraties door middel van voorschriften mogen bepalen dat deze niet onmiddellijk voor de ingang van de abortusklink mogen plaatsvinden. Dit zolang de demonstratie binnen zicht- en gehoorafstand van de abortuskliniek plaats kunnen hebben. Het aanwijzen van een locatie aan de overkant van een drukke weg, tegenover de abortuskliniek, is te ver verwijderd, het afwijzen van een vak op 25 meter afstand van de achteringang van een abortuskliniek mag wel.
De Afdeling maakt in de uitspraken duidelijk dat:
- Demonstraties bij abortusklinieken zijn aan te merken als een betoging of demonstratie in de zin van artikel 9, eerste lid, van de Grondwet en van de Wet openbare manifestaties (Wom). Dit nu deze onder gericht zijn op het uiten van een visie op politiek en maatschappelijk gebied en het willen bewerkstelligen van een maatschappelijke verandering. Dat valt onder het begrip van een betoging.
- De Wom niet voldoende ruimte geeft om op grond van de grondrechten van anderen beperkingen aan een demonstratie te stellen, wanneer het recht om te betogen botst met andere vrijheden. De bescherming van de rechten en vrijheden van anderen zijn namelijk niet in de Wom als beperkingsgrond is opgenomen.
- Het begrip "wanordelijkheden" tot op zekere hoogte beïnvloed wordt door de context waarbinnen de beperkingsgrond wordt ingeroepen. De Afdeling overweegt daarbij dat de beoordeling of een samenstel van (verwachte) ongewenste gedragingen zo ernstig is dat van wanordelijkheden kan worden gesproken, niet uitsluitend afhangt van de aard van die gedragingen. Ook de plaats waar de manifestatie wordt gehouden kan van betekenis zijn. Het begrip "wanordelijkheden" moet niet zo ruim worden uitgelegd dat daaronder elke verstoring van de openbare orde moet worden verstaan, maar moet ook niet zo eng worden uitgelegd dat alleen strafbare gedragingen daaronder vallen. Waar de grens exact ligt, is casuïstisch van aard.
- Gelet op de combinatie van de locatie en de kwetsbaarheid van de bezoekers van een abortuskliniek, kan bij demonstraties bij deze klinieken eerder dan bij andere demonstraties sprake zijn van wanordelijkheden. Dit betekent echter niet dat demonstraties bij abortusklinieken per definitie ontoelaatbaar zijn.
- Gezien de beoordelingsruimte van de burgemeester, is het hem of haar toegestaan om ter voorkoming van wanordelijkheden voor de demonstratie een andere locatie aan te wijzen dan de beoogde locatie direct voor de ingang van een abortuskliniek. Zolang maar aan de eis van zicht- en gehoorafstand is voldaan.
Al met al houdt het recht van betoging volgens de Afdeling in dat bezoekers van abortusklinieken geconfronteerd mogen worden met demonstranten. Zij moeten echter wel zelf kunnen beslissen of zij een directe confrontatie aan willen gaan of dat zij zich hieraan willen onttrekken. Ook als demonstranten die bij de ingang van een abortuskliniek staan hen niet toeroepen, aandringen op een gesprek of het aannemen van een folder, kan voor veel bezoekers de aanwezigheid van deze demonstranten in de directe nabijheid en de feitelijke onmogelijkheid om zich daaraan te kunnen onttrekken dusdanig indringend zijn, dat sprake kan zijn van wanordelijkheden. Om dergelijke situaties te voorkomen of zoveel mogelijk te minimaliseren, dient de burgemeester zoals gezegd over beoordelingsruimte te beschikken.
Les voor de praktijk
Burgemeesters mogen ter voorkoming van wanordelijkheden door pro-life demonstraties door middel van voorschriften bepalen dat deze niet voor de ingang van de abortuskliniek mogen plaatsvinden. Dit zolang de demonstratie binnen zicht- en gehoorafstand van de abortuskliniek plaats kunnen hebben.
Contact
Heeft u vragen over dit demonstratierecht? Neem gerust contact op met Mariëtta Buitenhuis.