Wet markt & overheid: belemmering voor bouwopgave?

 19 september 2023 | Blog

Op 6 juli 2023 stuurde de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat mede namens de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening een brief aan de Tweede Kamer waarin hij ingaat op de verhouding tussen de Wet markt & overheid (‘Wet M&O’) en de volkshuisvestingsproblematiek. De Staatssecretaris en de Minister concluderen dat in het geval van frictie tussen de Wet M&O en activiteiten in het kader van volkshuisvesting, een algemeen belangbesluit een passende oplossing kan zijn. Mede gelet op de aanstaande wijziging van de Wet M&O op het punt van algemeen belangbesluiten, gaan wij in dit blog kort in op de Wet M&O en de wijziging ervan.

Wat is de Wet M&O?

Hoofdstuk 4b Mededingingswet bevat voorschriften voor de centrale overheid en decentrale overheden (gemeenten, provincies, waterschappen, gemeenschappelijke regelingen en zelfstandige bestuursorganen) die economische activiteiten verrichten: de Wet M&O. Hierbij kan worden gedacht aan een gemeente die ongebruikte vergaderzalen in het gemeentehuis aan derden verhuurt of een fietsenstalling exploiteert. In geval van zo’n economische activiteit moet de overheid gedragsregels naleven die waarborgen dat sprake is van eerlijke concurrentie ten opzichte van ondernemingen die diezelfde economische activiteiten verrichten. Deze gedragsregels zijn:

  1. Integrale kosten doorberekenen. Overheden mogen een product of dienst niet onder de kostprijs aanbieden en moeten alle kosten in rekening brengen.
  2. Overheden mogen hun eigen overheidsbedrijven niet bevoordelen ten opzichte van concurrerende ondernemingen.
  3. Overheden mogen gegevens die door haar publieke taak zijn verkregen alleen gebruiken voor economische activiteiten, als andere bedrijven die gegevens ook onder dezelfde voorwaarden kunnen krijgen.
  4. Overheden moeten zorgen voor een strikte scheiding tussen hun bestuurlijke en economische activiteiten.

Wanneer is de Wet M&O (niet) van toepassing?

Zoals gezegd moet sprake zijn van een economische activiteit. Is er geen sprake van een economische activiteit, dan is de Wet M&O ook niet van toepassing. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer het Europees staatssteunrecht al van toepassing is, maar ook bij het uitoefenen van “typische overheidstaken”, ofwel overheidsprerogatieven. Overheidsprerogatieven zijn exclusieve publieke taken van de overheid. Zij worden in het algemeen belang uitgeoefend en staan niet in een concurrentieverhouding met de markt. Hierbij kan worden gedacht aan de handhaving van openbare orde en het verlenen van vergunningen.

Economische activiteiten kunnen echter ook in het algemeen belang worden uitgevoerd. Het eerdere voorbeeld van de exploitatie van een fietsenstalling kan bijvoorbeeld gericht zijn op het bevorderen van het gebruik van het openbaar vervoer. In dit geval kan het overheidsorgaan een algemeen belangbesluit nemen waarmee die betreffende economische activiteit wordt uitgezonderd van de toepassing van de gedragsregels van de Wet M&O.

Wijziging Wet M&O

Al geruime tijd is een wetswijziging in behandeling die ziet op het aanscherpen van de algemeen belanguitzondering in de Wet M&O via motiveringseisen, inspraak voor ondernemers en een verplichte periodieke evaluatie van uitzonderingen. Deze aanvullende voorwaarden brengen een langere voorbereidingstijd van een algemeen belangbesluit met zich mee, vanwege de verplichte consultatie en mogelijk vanwege de zwaardere motiveringseisen. De achtergrond van deze wijziging is kritiek dat de algemeen belanguitzondering het te gemakkelijk zou maken voor overheden om onder hun wettelijke verplichtingen uit te komen.

Het wetsvoorstel is al in december 2021 ingediend en staat voor verdere behandeling gepland in september 2023.

Wet M&O en volkshuisvesting

De Staatssecretaris en de Minister concluderen in de eerder genoemde kamerbrief dat de meeste activiteiten voor volkshuisvesting en de woningbouwopgave overheidsprerogatieven zijn. Hierbij kan worden gedacht aan het realiseren van huisvesting voor statushouders of personen die financieel of organisatorisch niet in hun eigen woonruimte kunnen voorzien. Dit zal ook na wijziging van de Wet M&O waarschijnlijk niet veranderen.

De conclusie dat bij frictie tussen de Wet M&O en volkshuisvestingsactiviteiten een algemeen belangbesluit een passende oplossing kan zijn, verdient de opmerking dat de aanstaande wetswijziging een significante administratieve verzwaring oplevert. Dit kan bijvoorbeeld spelen bij economische activiteiten die weliswaar verband houden met de woningbouwopgave, maar niet an sich een publieke taak behelzen. Daarmee vallen zij onder de (aan te scherpen) Wet M&O. De Staatssecretaris en de Minister denken hierbij aan adviesdiensten door een overheidsorgaan aan derden. Een concreet voorbeeld blijkt niet uit de kamerbrief, maar dit kan bijvoorbeeld advies over gebiedsontwikkeling of -transformatie zijn. Hiervoor kan naar hun mening een algemeen belangbesluit kunnen worden genomen. In dat geval zal na de wetswijziging voorafgaand aan het algemeen belangbesluit een consultatie moeten worden georganiseerd waarbij iedereen die zich aanmeldt voldoende gelegenheid moet krijgen om zich uit te spreken. Daarbij zullen bij algemene maatregel van bestuur specifieke motiveringseisen worden voorgeschreven die door de overheidsorganen in acht moeten worden genomen. Tot slot moet het overheidsorgaan voor een vijfjaarlijkse evaluatie zorgen. Wijzigingen voor overheidsorganen om rekening mee te houden dus. Wij denken daarin graag mee!

Op 6 juli 2023 stuurde de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat mede namens de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening een brief aan de Tweede Kamer waarin hij ingaat op de verhouding tussen de Wet markt & overheid (‘Wet M&O’) en de volkshuisvestingsproblematiek. De Staatssecretaris en de Minister concluderen dat in het geval van frictie tussen de Wet M&O en activiteiten in het kader van volkshuisvesting, een algemeen belangbesluit een passende oplossing kan zijn. Mede gelet op de aanstaande wijziging van de Wet M&O op het punt van algemeen belangbesluiten, gaan wij in dit blog kort in op de Wet M&O en de wijziging ervan.

Wat is de Wet M&O?

Hoofdstuk 4b Mededingingswet bevat voorschriften voor de centrale overheid en decentrale overheden (gemeenten, provincies, waterschappen, gemeenschappelijke regelingen en zelfstandige bestuursorganen) die economische activiteiten verrichten: de Wet M&O. Hierbij kan worden gedacht aan een gemeente die ongebruikte vergaderzalen in het gemeentehuis aan derden verhuurt of een fietsenstalling exploiteert. In geval van zo’n economische activiteit moet de overheid gedragsregels naleven die waarborgen dat sprake is van eerlijke concurrentie ten opzichte van ondernemingen die diezelfde economische activiteiten verrichten. Deze gedragsregels zijn:

  1. Integrale kosten doorberekenen. Overheden mogen een product of dienst niet onder de kostprijs aanbieden en moeten alle kosten in rekening brengen.
  2. Overheden mogen hun eigen overheidsbedrijven niet bevoordelen ten opzichte van concurrerende ondernemingen.
  3. Overheden mogen gegevens die door haar publieke taak zijn verkregen alleen gebruiken voor economische activiteiten, als andere bedrijven die gegevens ook onder dezelfde voorwaarden kunnen krijgen.
  4. Overheden moeten zorgen voor een strikte scheiding tussen hun bestuurlijke en economische activiteiten.

Wanneer is de Wet M&O (niet) van toepassing?

Zoals gezegd moet sprake zijn van een economische activiteit. Is er geen sprake van een economische activiteit, dan is de Wet M&O ook niet van toepassing. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer het Europees staatssteunrecht al van toepassing is, maar ook bij het uitoefenen van “typische overheidstaken”, ofwel overheidsprerogatieven. Overheidsprerogatieven zijn exclusieve publieke taken van de overheid. Zij worden in het algemeen belang uitgeoefend en staan niet in een concurrentieverhouding met de markt. Hierbij kan worden gedacht aan de handhaving van openbare orde en het verlenen van vergunningen.

Economische activiteiten kunnen echter ook in het algemeen belang worden uitgevoerd. Het eerdere voorbeeld van de exploitatie van een fietsenstalling kan bijvoorbeeld gericht zijn op het bevorderen van het gebruik van het openbaar vervoer. In dit geval kan het overheidsorgaan een algemeen belangbesluit nemen waarmee die betreffende economische activiteit wordt uitgezonderd van de toepassing van de gedragsregels van de Wet M&O.

Wijziging Wet M&O

Al geruime tijd is een wetswijziging in behandeling die ziet op het aanscherpen van de algemeen belanguitzondering in de Wet M&O via motiveringseisen, inspraak voor ondernemers en een verplichte periodieke evaluatie van uitzonderingen. Deze aanvullende voorwaarden brengen een langere voorbereidingstijd van een algemeen belangbesluit met zich mee, vanwege de verplichte consultatie en mogelijk vanwege de zwaardere motiveringseisen. De achtergrond van deze wijziging is kritiek dat de algemeen belanguitzondering het te gemakkelijk zou maken voor overheden om onder hun wettelijke verplichtingen uit te komen.

Het wetsvoorstel is al in december 2021 ingediend en staat voor verdere behandeling gepland in september 2023.

Wet M&O en volkshuisvesting

De Staatssecretaris en de Minister concluderen in de eerder genoemde kamerbrief dat de meeste activiteiten voor volkshuisvesting en de woningbouwopgave overheidsprerogatieven zijn. Hierbij kan worden gedacht aan het realiseren van huisvesting voor statushouders of personen die financieel of organisatorisch niet in hun eigen woonruimte kunnen voorzien. Dit zal ook na wijziging van de Wet M&O waarschijnlijk niet veranderen.

De conclusie dat bij frictie tussen de Wet M&O en volkshuisvestingsactiviteiten een algemeen belangbesluit een passende oplossing kan zijn, verdient de opmerking dat de aanstaande wetswijziging een significante administratieve verzwaring oplevert. Dit kan bijvoorbeeld spelen bij economische activiteiten die weliswaar verband houden met de woningbouwopgave, maar niet an sich een publieke taak behelzen. Daarmee vallen zij onder de (aan te scherpen) Wet M&O. De Staatssecretaris en de Minister denken hierbij aan adviesdiensten door een overheidsorgaan aan derden. Een concreet voorbeeld blijkt niet uit de kamerbrief, maar dit kan bijvoorbeeld advies over gebiedsontwikkeling of -transformatie zijn. Hiervoor kan naar hun mening een algemeen belangbesluit kunnen worden genomen. In dat geval zal na de wetswijziging voorafgaand aan het algemeen belangbesluit een consultatie moeten worden georganiseerd waarbij iedereen die zich aanmeldt voldoende gelegenheid moet krijgen om zich uit te spreken. Daarbij zullen bij algemene maatregel van bestuur specifieke motiveringseisen worden voorgeschreven die door de overheidsorganen in acht moeten worden genomen. Tot slot moet het overheidsorgaan voor een vijfjaarlijkse evaluatie zorgen. Wijzigingen voor overheidsorganen om rekening mee te houden dus. Wij denken daarin graag mee!

Gerelateerde expertises