Aangepaste regelgeving op komst voor crowdfunding

 7 april 2015 | Publicatie

Minister Dijsselbloem van Financiën heeft bekendgemaakt dat hij met een wetsvoorstel komt om de regelgeving voor crowdfunding aan te passen. Crowdfunding is de laatste jaren een populaire wijze van financiering voor personen en bedrijven, maar de huidige regelgeving is (nog) niet op crowdfunding ingericht. Dit leidt tot een belemmering voor de crowdfundingsector om te groeien, zo heeft de Autoriteit Financiële Markten ('AFM') in opdracht van de minister onderzocht. In december jl. is een rapport verschenen van de AFM waarin zij knelpunten in het huidige toezichtsysteem heeft geïdentificeerd. De minister heeft aangegeven met de nieuwe regelgeving belemmeringen voor de sector te willen wegnemen, en tegelijkertijd het publiek voldoende bescherming te bieden.

Soorten crowdfunding
De volgende crowdfunding activiteiten vallen onder het toezicht van de AFM:

  • financiering door middel van leningen ('loan-based crowdfunding'): het publiek leent geld uit aan een bedrijf of persoon en in ruil hiervoor ontvangt men rente; en
  • financiering door middel van verstrekking van eigen vermogen (bijvoorbeeld het kopen van aandelen) ('equity-based crowdfunding'): het publiek koopt aandelen in het kapitaal van een bedrijf en in ruil hiervoor ontvangt men dividend. Daarnaast kan het publiek profiteren van eventuele waardevermeerdering van de aandelen.

Op deze soorten van financiering is in beginsel het financieel toezichtrecht van toepassing. Tegelijkertijd kennen deze soorten van crowdfunding verschillende subvormen waardoor er verschillende soorten toezichtregimes van toepassing zijn. Dit heeft als gevolg dat crowdfundingplatforms in Nederland onder verschillende soorten vergunningen of ontheffingen actief zijn.

Provisieverbod
Een deel van de crowdfundingplatforms in Nederland heeft een vergunning als beleggingsonderneming. Een crowdfunding platform heeft een vergunning als beleggingsonderneming nodig wanneer zij bijvoorbeeld de koop van aandelen in het kapitaal van bedrijven faciliteert. Beleggingsondernemingen mogen onder de huidige regelgeving geen vergoeding ontvangen van de klant die financiering zoekt. Echter, deze vergoeding is de belangrijkste bron van inkomsten voor een crowdfundingplatform. Het provisieverbod wordt dan ook als een knelpunt ervaren. De minister wil daarom crowdfundingplatforms onder bepaalde voorwaarden gaan uitzonderen van het provisieverbod.

Bemiddeling in opvorderbare gelden
De meeste crowdfundingplatforms in Nederland maken gebruik van de ontheffing voor het bemiddelen in opvorderbare gelden. Opvorderbare gelden zijn gelden die moeten worden terugbetaald op enig moment, zoals leningen. Aan de ontheffing voor bemiddeling in opvorderbare gelden zullen in de toekomst aanvullende voorwaarden worden verbonden. Zo wordt het toezicht tussen crowdfundingplatforms meer gelijk, ongeacht het van toepassing zijnde toezichtregime.

Wanneer het crowdfundingplatform bemiddelt in opvorderbare gelden, dan is mogelijk sprake van aantrekken van opvorderbare gelden door geldvrager. Dit is eveneens vergunningsplichtig. De minister werkt nu aan een vrijstelling om ook dit knelpunt op te lossen.

Invoering passendheidstoets
Momenteel verbindt de AFM aan vergunningen of ontheffingen voor crowdfundingplatforms nadere voorschriften. Zo mag bij loan-based crowdfunding een investeerder niet meer dan € 40.000 uitlenen en bij equity-based crowdfunding geldt een drempel van 20.000. De AFM heeft aangegeven dat zij haar beleid op dit punt zal aanpassen. Hierdoor zullen voornoemde grenzen mogen worden overschreden indien het crowdfundingplatform een passendheidstoets afneemt bij de investeerder. Uit deze passendheidstoets moet blijken of de investeerder voldoende vermogen heeft om meer te investeren dan het grensbedrag. De AFM zal de kaders van de passendheidstoets verder invullen en hier naar verwachting begin juni 2015 meer duidelijkheid over verschaffen.

Afsluiting
In april zullen de wijzigingen ten aanzien van het provisieverbod en de bemiddeling in opvorderbare gelden openbaar geconsulteerd worden. U kunt het consultatievoorstel dan inzien op de website https://www.internetconsultatie.nl/ en hierop reageren. Het is het streven van de minister om de gewijzigde regelgeving per 1 januari 2016 in werking te laten treden.

Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op met Jasper Verhoog en Anieka Meijs. Jasper Verhoog en Anieka Meijs zijn beide advocaat bij AKD te Amsterdam en gespecialiseerd in het financieel toezichtrecht.

Minister Dijsselbloem van Financiën heeft bekendgemaakt dat hij met een wetsvoorstel komt om de regelgeving voor crowdfunding aan te passen. Crowdfunding is de laatste jaren een populaire wijze van financiering voor personen en bedrijven, maar de huidige regelgeving is (nog) niet op crowdfunding ingericht. Dit leidt tot een belemmering voor de crowdfundingsector om te groeien, zo heeft de Autoriteit Financiële Markten ('AFM') in opdracht van de minister onderzocht. In december jl. is een rapport verschenen van de AFM waarin zij knelpunten in het huidige toezichtsysteem heeft geïdentificeerd. De minister heeft aangegeven met de nieuwe regelgeving belemmeringen voor de sector te willen wegnemen, en tegelijkertijd het publiek voldoende bescherming te bieden.

Soorten crowdfunding
De volgende crowdfunding activiteiten vallen onder het toezicht van de AFM:

  • financiering door middel van leningen ('loan-based crowdfunding'): het publiek leent geld uit aan een bedrijf of persoon en in ruil hiervoor ontvangt men rente; en
  • financiering door middel van verstrekking van eigen vermogen (bijvoorbeeld het kopen van aandelen) ('equity-based crowdfunding'): het publiek koopt aandelen in het kapitaal van een bedrijf en in ruil hiervoor ontvangt men dividend. Daarnaast kan het publiek profiteren van eventuele waardevermeerdering van de aandelen.

Op deze soorten van financiering is in beginsel het financieel toezichtrecht van toepassing. Tegelijkertijd kennen deze soorten van crowdfunding verschillende subvormen waardoor er verschillende soorten toezichtregimes van toepassing zijn. Dit heeft als gevolg dat crowdfundingplatforms in Nederland onder verschillende soorten vergunningen of ontheffingen actief zijn.

Provisieverbod
Een deel van de crowdfundingplatforms in Nederland heeft een vergunning als beleggingsonderneming. Een crowdfunding platform heeft een vergunning als beleggingsonderneming nodig wanneer zij bijvoorbeeld de koop van aandelen in het kapitaal van bedrijven faciliteert. Beleggingsondernemingen mogen onder de huidige regelgeving geen vergoeding ontvangen van de klant die financiering zoekt. Echter, deze vergoeding is de belangrijkste bron van inkomsten voor een crowdfundingplatform. Het provisieverbod wordt dan ook als een knelpunt ervaren. De minister wil daarom crowdfundingplatforms onder bepaalde voorwaarden gaan uitzonderen van het provisieverbod.

Bemiddeling in opvorderbare gelden
De meeste crowdfundingplatforms in Nederland maken gebruik van de ontheffing voor het bemiddelen in opvorderbare gelden. Opvorderbare gelden zijn gelden die moeten worden terugbetaald op enig moment, zoals leningen. Aan de ontheffing voor bemiddeling in opvorderbare gelden zullen in de toekomst aanvullende voorwaarden worden verbonden. Zo wordt het toezicht tussen crowdfundingplatforms meer gelijk, ongeacht het van toepassing zijnde toezichtregime.

Wanneer het crowdfundingplatform bemiddelt in opvorderbare gelden, dan is mogelijk sprake van aantrekken van opvorderbare gelden door geldvrager. Dit is eveneens vergunningsplichtig. De minister werkt nu aan een vrijstelling om ook dit knelpunt op te lossen.

Invoering passendheidstoets
Momenteel verbindt de AFM aan vergunningen of ontheffingen voor crowdfundingplatforms nadere voorschriften. Zo mag bij loan-based crowdfunding een investeerder niet meer dan € 40.000 uitlenen en bij equity-based crowdfunding geldt een drempel van 20.000. De AFM heeft aangegeven dat zij haar beleid op dit punt zal aanpassen. Hierdoor zullen voornoemde grenzen mogen worden overschreden indien het crowdfundingplatform een passendheidstoets afneemt bij de investeerder. Uit deze passendheidstoets moet blijken of de investeerder voldoende vermogen heeft om meer te investeren dan het grensbedrag. De AFM zal de kaders van de passendheidstoets verder invullen en hier naar verwachting begin juni 2015 meer duidelijkheid over verschaffen.

Afsluiting
In april zullen de wijzigingen ten aanzien van het provisieverbod en de bemiddeling in opvorderbare gelden openbaar geconsulteerd worden. U kunt het consultatievoorstel dan inzien op de website https://www.internetconsultatie.nl/ en hierop reageren. Het is het streven van de minister om de gewijzigde regelgeving per 1 januari 2016 in werking te laten treden.

Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op met Jasper Verhoog en Anieka Meijs. Jasper Verhoog en Anieka Meijs zijn beide advocaat bij AKD te Amsterdam en gespecialiseerd in het financieel toezichtrecht.