Als rechtspersoon een overheidsbesluit aanvechten?

 18 januari 2019 | Blog

Op 27 december 2018 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: "de Afdeling") een verhelderende uitspraak gedaan over de belanghebbendheid van rechtspersonen bij overheidsbesluiten. Uit deze uitspraak kunnen we de les halen dat de periode voorafgaand aan het maken van bezwaar leidend is voor de vraag of de rechtspersoon in kwestie feitelijke werkzaamheden verricht.   

Wie bij de bestuursrechter tegen een overheidsbesluit op komt moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Een belangrijke voorwaarde is dat u belanghebbende bent. Niet alleen burgers kunnen belanghebbende zijn, maar ook rechtspersonen als stichtingen en verenigingen. Geregeld komt de vraag naar voren of een rechtspersoon belanghebbende is bij een omgevingsvergunning voor een evenement.  

Bezwaar tegen 'Amsterdam Open Air' in het Gaasperpark
Het evenement 'Amsterdam Open Air' is een dancefestival dat sinds 2011 jaarlijks plaatsvindt in het Gaasperpark in Amsterdam Zuidoost. Voor het evenement in 2016 heeft het college van B&W op 26 mei 2016 een tijdelijke omgevingsvergunning verleend voor het gebruik van gronden in afwijking van het bestemmingsplan. De Stichting Natuurbescherming Zuidoost vreest voor onaanvaardbare schade aan de natuurwaarden van het park dat deel uitmaakt van het Natuurnetwerk Nederland - en maakt tegen dit besluit bezwaar.

Wel of niet belanghebbende?
Volgens artikel 1:2, eerste lid, van de Awb is een belanghebbende degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Lid 3 voegt daaraan toe dat ten aanzien van rechtspersonen als hun belang mede de algemene en collectieve belangen worden beschouwd die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen.

Achtereenvolgens gaat de Afdeling deze twee criteria af:

1. De doelstellingen van de stichting sluiten aan

Artikel 2 van de statuten van de stichting bepaalt dat de stichting als werkgebied de regio Amsterdam heeft en als doel onder meer de bescherming van het leefmilieu en natuurgebieden. Daarnaast is in dit artikel als doelstelling genoemd de behartiging en bevordering van de waarden van de Amsterdamse natuurgebieden en parken, met bijzondere aandacht voor het Natuurnetwerk Nederland in Amsterdam Zuidoost - met name het Gaasperpark. De statuten van de stichting geven (dus) voldoende blijk van een rechtsreeks belang bij het besluit tot vergunningverlening. Volgens de Afdeling heeft de stichting alsnog belang bij een uitspraak omdat het een jaarlijks terugkerend evenement is waarvoor ieder jaar een nieuwe omgevingsvergunning is vereist.

2. Feitelijke werkzaamheden onvoldoende op moment vergunningverlening

De stichting voldoet echter niet aan het vereiste met betrekking tot de feitelijke werkzaamheden. Dit volgt uit een rechtsregel geformuleerd in een uitspraak van de Afdeling van 21 december 2016. In deze uitspraak was ten tijde van het bezwaar sprake van een tijdelijke onderbreking van de feitelijke werkzaamheden door de rechtspersoon. De Afdeling concludeert dat de periode voorafgaand aan het maken van bezwaar leidend is voor de vraag of de rechtspersoon in kwestie feitelijke werkzaamheden verricht.

Omdat de stichting in februari 2016 is opgericht en het besluit tot vergunningverlening dateert van 26 mei 2016, dient op basis van de hiervoor genoemde rechtsregel te worden bekeken of er gedurende die periode sprake is geweest van feitelijke werkzaamheden. Het enkel in rechte opkomen tegen besluiten wordt hierbij niet aangemerkt als feitelijke werkzaamheden, net als werkzaamheden die daarmee verband houden. Ook het enkel onderhouden van een website en weblog is onvoldoende, aldus de Afdeling. De overige werkzaamheden van de stichting besloegen vooral de jaren 2017 en 2018. De conclusie is dat de stichting in kwestie geen belanghebbende is: de Afdeling verklaart het bezwaar van de stichting tegen het besluit van 26 mei 2016 niet-ontvankelijk.

Waarop letten in de toekomst?
Uit deze uitspraak kunnen we (opnieuw) de les halen dat de periode voorafgaand aan het maken van bezwaar leidend is voor de vraag of de rechtspersoon in kwestie feitelijke werkzaamheden verricht. Hierbij een aantal praktische tips om te voorkomen dat je in een dergelijke situatie als rechtspersoon niet-ontvankelijk wordt verklaard:

  1. Onthoud dat het louter in rechte opkomen tegen besluiten als regel niet kan worden aangemerkt als feitelijke werkzaamheden in de zin van artikel 1:2, derde lid, van de Awb. Doe dus maar dan alleen dat!

  2. De feitelijke werkzaamheden moeten dus enige omvang hebben en moeten gerelateerd zijn aan het doel dat de rechtspersoon nastreeft. Te denken valt aan het houden van informatiebijeenkomsten, excursies en dergelijke. 
     
  3. De bestuursrechter gaat op basis van aangeleverde documentatie en bijvoorbeeld informatie op de website na of de rechtspersoon in kwestie voorafgaand aan bijvoorbeeld het maken van bezwaar de juiste feitelijke werkzaamheden verricht. Hou er dus rekening mee dat je eerst de feitelijke werkzaamheden laat zien alvorens je bezwaar maakt.

Op 27 december 2018 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: "de Afdeling") een verhelderende uitspraak gedaan over de belanghebbendheid van rechtspersonen bij overheidsbesluiten. Uit deze uitspraak kunnen we de les halen dat de periode voorafgaand aan het maken van bezwaar leidend is voor de vraag of de rechtspersoon in kwestie feitelijke werkzaamheden verricht.   

Wie bij de bestuursrechter tegen een overheidsbesluit op komt moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Een belangrijke voorwaarde is dat u belanghebbende bent. Niet alleen burgers kunnen belanghebbende zijn, maar ook rechtspersonen als stichtingen en verenigingen. Geregeld komt de vraag naar voren of een rechtspersoon belanghebbende is bij een omgevingsvergunning voor een evenement.  

Bezwaar tegen 'Amsterdam Open Air' in het Gaasperpark
Het evenement 'Amsterdam Open Air' is een dancefestival dat sinds 2011 jaarlijks plaatsvindt in het Gaasperpark in Amsterdam Zuidoost. Voor het evenement in 2016 heeft het college van B&W op 26 mei 2016 een tijdelijke omgevingsvergunning verleend voor het gebruik van gronden in afwijking van het bestemmingsplan. De Stichting Natuurbescherming Zuidoost vreest voor onaanvaardbare schade aan de natuurwaarden van het park dat deel uitmaakt van het Natuurnetwerk Nederland - en maakt tegen dit besluit bezwaar.

Wel of niet belanghebbende?
Volgens artikel 1:2, eerste lid, van de Awb is een belanghebbende degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Lid 3 voegt daaraan toe dat ten aanzien van rechtspersonen als hun belang mede de algemene en collectieve belangen worden beschouwd die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen.

Achtereenvolgens gaat de Afdeling deze twee criteria af:

1. De doelstellingen van de stichting sluiten aan

Artikel 2 van de statuten van de stichting bepaalt dat de stichting als werkgebied de regio Amsterdam heeft en als doel onder meer de bescherming van het leefmilieu en natuurgebieden. Daarnaast is in dit artikel als doelstelling genoemd de behartiging en bevordering van de waarden van de Amsterdamse natuurgebieden en parken, met bijzondere aandacht voor het Natuurnetwerk Nederland in Amsterdam Zuidoost - met name het Gaasperpark. De statuten van de stichting geven (dus) voldoende blijk van een rechtsreeks belang bij het besluit tot vergunningverlening. Volgens de Afdeling heeft de stichting alsnog belang bij een uitspraak omdat het een jaarlijks terugkerend evenement is waarvoor ieder jaar een nieuwe omgevingsvergunning is vereist.

2. Feitelijke werkzaamheden onvoldoende op moment vergunningverlening

De stichting voldoet echter niet aan het vereiste met betrekking tot de feitelijke werkzaamheden. Dit volgt uit een rechtsregel geformuleerd in een uitspraak van de Afdeling van 21 december 2016. In deze uitspraak was ten tijde van het bezwaar sprake van een tijdelijke onderbreking van de feitelijke werkzaamheden door de rechtspersoon. De Afdeling concludeert dat de periode voorafgaand aan het maken van bezwaar leidend is voor de vraag of de rechtspersoon in kwestie feitelijke werkzaamheden verricht.

Omdat de stichting in februari 2016 is opgericht en het besluit tot vergunningverlening dateert van 26 mei 2016, dient op basis van de hiervoor genoemde rechtsregel te worden bekeken of er gedurende die periode sprake is geweest van feitelijke werkzaamheden. Het enkel in rechte opkomen tegen besluiten wordt hierbij niet aangemerkt als feitelijke werkzaamheden, net als werkzaamheden die daarmee verband houden. Ook het enkel onderhouden van een website en weblog is onvoldoende, aldus de Afdeling. De overige werkzaamheden van de stichting besloegen vooral de jaren 2017 en 2018. De conclusie is dat de stichting in kwestie geen belanghebbende is: de Afdeling verklaart het bezwaar van de stichting tegen het besluit van 26 mei 2016 niet-ontvankelijk.

Waarop letten in de toekomst?
Uit deze uitspraak kunnen we (opnieuw) de les halen dat de periode voorafgaand aan het maken van bezwaar leidend is voor de vraag of de rechtspersoon in kwestie feitelijke werkzaamheden verricht. Hierbij een aantal praktische tips om te voorkomen dat je in een dergelijke situatie als rechtspersoon niet-ontvankelijk wordt verklaard:

  1. Onthoud dat het louter in rechte opkomen tegen besluiten als regel niet kan worden aangemerkt als feitelijke werkzaamheden in de zin van artikel 1:2, derde lid, van de Awb. Doe dus maar dan alleen dat!

  2. De feitelijke werkzaamheden moeten dus enige omvang hebben en moeten gerelateerd zijn aan het doel dat de rechtspersoon nastreeft. Te denken valt aan het houden van informatiebijeenkomsten, excursies en dergelijke. 
     
  3. De bestuursrechter gaat op basis van aangeleverde documentatie en bijvoorbeeld informatie op de website na of de rechtspersoon in kwestie voorafgaand aan bijvoorbeeld het maken van bezwaar de juiste feitelijke werkzaamheden verricht. Hou er dus rekening mee dat je eerst de feitelijke werkzaamheden laat zien alvorens je bezwaar maakt.