Het wegvervoer is bij uitstek internationaal van aard. Dat leidt regelmatig tot discussies over de toepasselijkheid van de algemeen verbindend verklaarde CAO Beroepsgoederenvervoer over de weg en verhuur van mobiele kranen (hierna: 'de CAO'). Zo ook in het kort geding dat FNV had aangespannen tegen het Nederlandse transportbedrijf Visbeen. Volgens FNV is de CAO van toepassing op chauffeurs van Visbeen die in Engeland wonen en hun werkzaamheden deels in Nederland verrichten. De kantonrechter in Rotterdam volgde dit standpunt niet en wees de vordering van FNV af (ECLI:NL:RBROT:2018:6877).
Feiten
Van de 175 werknemers die Visbeen in dienst heeft, zijn er 12 als chauffeur werkzaam die wonen in het Verenigd Koninkrijk. Deze chauffeurs hebben de Engelse nationaliteit. Zij werken namens Visbeen deels in het Verenigd Koninkrijk en deels op het vasteland (Nederland, België en Frankrijk). In de arbeidsovereenkomsten van deze Engelse chauffeurs is een rechtskeuze opgenomen voor Engels recht.
Nederlands of Engels recht?
De rechtskeuze in de arbeidsovereenkomst voor Engels recht mag er niet toe leiden dat de werknemer de bescherming verliest die hij geniet op grond van de dwingende bepalingen van het recht dat van toepassing zou zijn bij gebreke van een rechtskeuze, het zogenaamde 'objectief toepasselijk recht'. Dit volgt uit artikel 8 lid 1 van de EG-verordening inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (hierna: 'de Rome I-verordening').
Het recht dat van toepassing is indien er geen rechtskeuze was gemaakt, moet worden bepaald op basis van het 'getrapte' systeem van artikel 8 lid 2 tot en met lid 4 van de Rome I-verordening. Hierbij moet primair worden onderzocht waar of, bij gebreke daarvan, van waaruit de werknemer gewoonlijk zijn arbeid verricht. Om te bepalen wat het 'gewoonlijke werkland' is overwoog de kantonrechter - onder verwijzing naar rechtspraak van het Europese Hof van Justitie - dat in de transportsector onder meer de volgende omstandigheden van belang zijn:
- in welke staat zich de plaats bevindt van waaruit de chauffeur zijn transportopdrachten verricht, instructies voor zijn opdrachten ontvangt en zijn werk organiseert;
- de plaats waar zich de arbeidsinstrumenten bevinden;
- in welke plaatsen het vervoer hoofdzakelijk wordt verricht; en
- in welke plaatsen de goederen worden gelost en naar welke plaats de chauffeur na zijn opdrachten terugkeert.
In de zaak van Visbeen oordeelde dat de kantonrechter dat het Verenigd Koninkrijk het 'gewoonlijke werkland' is van de Engelse chauffeurs. Hierbij achtte de kantonrechter van belang dat de chauffeurs bij aanvang van hun werk in hun vrachtwagen vertrokken vanuit huis in het Verenigd Koninkrijk en daar na het werk steeds terugkeerden. De goederen werden gelost in verschillende landen. Uit de boordcomputers bleek dat de chauffeurs 70% van hun kilometers in Engeland hebben gereden, wat neerkomt op 67% van hun gewerkte uren. De chauffeurs reden slechts 15% van de kilometers (21% van hun arbeidsduur) in Nederland.
Gelet op bovengenoemde omstandigheden oordeelde de kantonrechter dat Engels recht het objectief toepasselijk recht is, zodat naar het oordeel van de kantonrechter de CAO niet van toepassing is op de Engelse chauffeurs van Visbeen.
Detacheringsrichtlijn
Tot slot het volgende. In de zaak van Visbeen kwam de Detacheringsrichtlijn (in Nederland geïplementeerd in de WagwEU) niet ter sprake, omdat deze richtlijn in deze zaak niet van toepassing was. Indien wel sprake is van detachering in de zin van de Detacheringsrichtlijn, dan is de werkgever - ongeacht het toepasselijk recht op de arbeidsovereenkomst - verplicht om de 'harde kern arbeidsvoorwaarden' van het land van ontvangst (het gastland) toe te passen. Dat betekent, kort samengevat, dat de werknemer recht heeft op de minimale normen geldend in het gastland. Denk hierbij onder meer aan de normen over werk- en rusttijden, vakantiedagen en minimumlonen. Op basis van artikel 2 lid 6 van Wet AVV geldt dit ook voor de harde kern arbeidsvoorwaarden uit een eventueel toepasselijke, algemeen verbindend verklaarde cao.
Het wegvervoer is bij uitstek internationaal van aard. Dat leidt regelmatig tot discussies over de toepasselijkheid van de algemeen verbindend verklaarde CAO Beroepsgoederenvervoer over de weg en verhuur van mobiele kranen (hierna: 'de CAO'). Zo ook in het kort geding dat FNV had aangespannen tegen het Nederlandse transportbedrijf Visbeen. Volgens FNV is de CAO van toepassing op chauffeurs van Visbeen die in Engeland wonen en hun werkzaamheden deels in Nederland verrichten. De kantonrechter in Rotterdam volgde dit standpunt niet en wees de vordering van FNV af (ECLI:NL:RBROT:2018:6877).
Feiten
Van de 175 werknemers die Visbeen in dienst heeft, zijn er 12 als chauffeur werkzaam die wonen in het Verenigd Koninkrijk. Deze chauffeurs hebben de Engelse nationaliteit. Zij werken namens Visbeen deels in het Verenigd Koninkrijk en deels op het vasteland (Nederland, België en Frankrijk). In de arbeidsovereenkomsten van deze Engelse chauffeurs is een rechtskeuze opgenomen voor Engels recht.
Nederlands of Engels recht?
De rechtskeuze in de arbeidsovereenkomst voor Engels recht mag er niet toe leiden dat de werknemer de bescherming verliest die hij geniet op grond van de dwingende bepalingen van het recht dat van toepassing zou zijn bij gebreke van een rechtskeuze, het zogenaamde 'objectief toepasselijk recht'. Dit volgt uit artikel 8 lid 1 van de EG-verordening inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (hierna: 'de Rome I-verordening').
Het recht dat van toepassing is indien er geen rechtskeuze was gemaakt, moet worden bepaald op basis van het 'getrapte' systeem van artikel 8 lid 2 tot en met lid 4 van de Rome I-verordening. Hierbij moet primair worden onderzocht waar of, bij gebreke daarvan, van waaruit de werknemer gewoonlijk zijn arbeid verricht. Om te bepalen wat het 'gewoonlijke werkland' is overwoog de kantonrechter - onder verwijzing naar rechtspraak van het Europese Hof van Justitie - dat in de transportsector onder meer de volgende omstandigheden van belang zijn:
- in welke staat zich de plaats bevindt van waaruit de chauffeur zijn transportopdrachten verricht, instructies voor zijn opdrachten ontvangt en zijn werk organiseert;
- de plaats waar zich de arbeidsinstrumenten bevinden;
- in welke plaatsen het vervoer hoofdzakelijk wordt verricht; en
- in welke plaatsen de goederen worden gelost en naar welke plaats de chauffeur na zijn opdrachten terugkeert.
In de zaak van Visbeen oordeelde dat de kantonrechter dat het Verenigd Koninkrijk het 'gewoonlijke werkland' is van de Engelse chauffeurs. Hierbij achtte de kantonrechter van belang dat de chauffeurs bij aanvang van hun werk in hun vrachtwagen vertrokken vanuit huis in het Verenigd Koninkrijk en daar na het werk steeds terugkeerden. De goederen werden gelost in verschillende landen. Uit de boordcomputers bleek dat de chauffeurs 70% van hun kilometers in Engeland hebben gereden, wat neerkomt op 67% van hun gewerkte uren. De chauffeurs reden slechts 15% van de kilometers (21% van hun arbeidsduur) in Nederland.
Gelet op bovengenoemde omstandigheden oordeelde de kantonrechter dat Engels recht het objectief toepasselijk recht is, zodat naar het oordeel van de kantonrechter de CAO niet van toepassing is op de Engelse chauffeurs van Visbeen.
Detacheringsrichtlijn
Tot slot het volgende. In de zaak van Visbeen kwam de Detacheringsrichtlijn (in Nederland geïplementeerd in de WagwEU) niet ter sprake, omdat deze richtlijn in deze zaak niet van toepassing was. Indien wel sprake is van detachering in de zin van de Detacheringsrichtlijn, dan is de werkgever - ongeacht het toepasselijk recht op de arbeidsovereenkomst - verplicht om de 'harde kern arbeidsvoorwaarden' van het land van ontvangst (het gastland) toe te passen. Dat betekent, kort samengevat, dat de werknemer recht heeft op de minimale normen geldend in het gastland. Denk hierbij onder meer aan de normen over werk- en rusttijden, vakantiedagen en minimumlonen. Op basis van artikel 2 lid 6 van Wet AVV geldt dit ook voor de harde kern arbeidsvoorwaarden uit een eventueel toepasselijke, algemeen verbindend verklaarde cao.