De gewijzigde Wgr per 1 juli 2022 in werking getreden

4 november 2022 | Blog

Per 1 juli 2022 is de nieuwe Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) in werking getreden. De Wgr maakt samenwerking mogelijk voor bestuursorganen van provincies, gemeenten en waterschappen. Al eerder is door ons naar voren gebracht dat de wijziging van de Wgr vooral tot doel heeft om de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen te versterken.

Volksvertegenwoordigingen kunnen door de wijziging meer en beter invulling geven aan hun kaderstellende en controlerende rol richting het bestuur van een gemeenschappelijke regeling. Daarnaast heeft de wijziging van de Wgr vooral tot doel om de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen te versterken. Zo krijgt de raad het recht om gemeenschappelijke adviescommissies in te stellen en dienen er in de regeling afspraken gemaakt te worden in het kader van burgerparticipatie. Bovendien krijgt de raad het recht om zienswijzen in te dienen bij ontwerpregelingen en besluiten. De regering zegt over de toekenning van deze bevoegdheden aan de raad het volgende:

“Juist de besluiten die na het treffen van een regeling genomen worden, kunnen (budgettaire) gevolgen hebben voor de deelnemende gemeenten. Het past bij de kaderstellende en controlerende rol van de raad een uitspraak te kunnen doen over dergelijke besluiten voordat deze genomen worden. De zienswijze bij het treffen van een regeling, verzekert dat de raad vooraf kan aangeven hoe de raad betrokken wil zijn bij de samenwerking. Beide zienswijzen hebben dus een andere versterking van de positie van de gemeenteraad als gevolg.” (Kamerstukken I 2021/22, 25 513, C, p. 14).

Daarnaast geldt er een actieve en passieve informatieplicht van het college jegens de eigen raad. De documenten over de samenwerking zijn opvraagbaar, mits dit mogelijk is met het oog op het openbaar belang. Met de versterkte informatieplicht moeten de raden beter invulling kunnen geven aan hun controlerende rol, hetgeen dient om de democratische legitimatie van de samenwerking te vergroten. 

Verder verduidelijkt de regering dat de Wgr alleen bedoeld is voor publiekrechtelijke vormen van samenwerking. Ten aanzien van niet-publiekrechtelijke samenwerkingsverbanden, zoals regio-, regie- en overlegtafels, zijn de bepalingen van de Wgr dus niet van toepassing. In voornoemde overleggen kunnen geen bindende beslissingen worden genomen, waarmee een deel van de noodzaak voor democratische legitimatie wegvalt. Het is wel mogelijk om de ondersteuningsproducten van het kabinet te gebruiken, die helpen bij de sturing en controle op samenwerkingsverbanden.

Binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze wet moeten de deelnemers van gemeenschappelijke regelingen de regeling in overeenstemming brengen met de gewijzigde wet.

Meld u aan voor onze nieuwsbrieven