Een vermoeden van een integriteitsschending, en dan?

 14 mei 2019 | Nieuws

De bestuurskundige prof. Michiel de Vries velde kortgeleden harde conclusies over integriteitsonderzoeken in het openbaar bestuur. Na tientallen rapporten te hebben beoordeeld, stelde hij vast dat slechts een kwart daarvan voldoet aan de voorwaarden die aan dergelijke onderzoeken gesteld mogen worden. In een meerderheid van de gevallen zijn de onderzoeken zo meent de hoogleraar kwalitatief niet op orde, al dan niet omdat zij naar een vooraf bepaalde, gewenste conclusie geschreven zijn.

Het thema staat ook in Den Haag op de agenda. Minister Ollongren kondigde bijvoorbeeld al eerder een gedachtewisseling aan over een mogelijke specificering van de zorgplicht van de burgemeester voor de bestuurlijke integriteit van de gemeente (artikel 170 lid 2 Gemeentewet). Al met al is er voldoende aanleiding om de aanpak van mogelijke integriteitsschendingen in het openbaar bestuur eens tegen het licht te houden. Maar wat te doen, wanneer het vermoeden ontstaat van mogelijk niet-integer handelen?

Zorg dat er een draaiboek ligt voordat het nodig is
Wanneer het vermoeden ontstaat van mogelijk niet-integer handelen binnen de organisatie, is het van belang dat volgens een vast draaiboek kan worden gehandeld. In veel gevallen ontbreekt het daaraan. De Provincie-, Gemeente- en Waterschapswetten verplichten weliswaar tot het opstellen van gedragscodes voor zowel de bestuurders als de volksvertegenwoordigers, maar daarin wordt maar zelden geregeld hoe de organisatie te werk gaat bij een mogelijke schending daarvan.

Het ontbreken van vooraf gemaakte procesafspraken leidt ertoe dat het onderzoek nog te vaak op ad hoc-basis plaatsvindt. Daarbij liggen onzorgvuldigheid en vooringenomenheid op de loer.

Het belang van een plan van aanpak voor zorgvuldig onderzoek als onderdeel van het integriteitsbeleid hebben wij in een eerder blog ook benadrukt. Daarbij hebben wij ook bouwstenen gegeven voor de inhoud van een dergelijk plan. Deze zijn verkort weergegeven in het onderstaande stroomschema.

AKD gaat met overheden in gesprek
De komende tijd zal AKD met verschillende decentrale overheden in gesprek gaan over hun ervaringen met integriteitsonderzoeken. Aan de hand van de uitkomsten daarvan zullen wij een korte handreiking opstellen met richtingwijzers voor zorgvuldige integriteitsonderzoeken en de wijze waarop deze in beleid verankerd kunnen worden.

De bestuurskundige prof. Michiel de Vries velde kortgeleden harde conclusies over integriteitsonderzoeken in het openbaar bestuur. Na tientallen rapporten te hebben beoordeeld, stelde hij vast dat slechts een kwart daarvan voldoet aan de voorwaarden die aan dergelijke onderzoeken gesteld mogen worden. In een meerderheid van de gevallen zijn de onderzoeken zo meent de hoogleraar kwalitatief niet op orde, al dan niet omdat zij naar een vooraf bepaalde, gewenste conclusie geschreven zijn.

Het thema staat ook in Den Haag op de agenda. Minister Ollongren kondigde bijvoorbeeld al eerder een gedachtewisseling aan over een mogelijke specificering van de zorgplicht van de burgemeester voor de bestuurlijke integriteit van de gemeente (artikel 170 lid 2 Gemeentewet). Al met al is er voldoende aanleiding om de aanpak van mogelijke integriteitsschendingen in het openbaar bestuur eens tegen het licht te houden. Maar wat te doen, wanneer het vermoeden ontstaat van mogelijk niet-integer handelen?

Zorg dat er een draaiboek ligt voordat het nodig is
Wanneer het vermoeden ontstaat van mogelijk niet-integer handelen binnen de organisatie, is het van belang dat volgens een vast draaiboek kan worden gehandeld. In veel gevallen ontbreekt het daaraan. De Provincie-, Gemeente- en Waterschapswetten verplichten weliswaar tot het opstellen van gedragscodes voor zowel de bestuurders als de volksvertegenwoordigers, maar daarin wordt maar zelden geregeld hoe de organisatie te werk gaat bij een mogelijke schending daarvan.

Het ontbreken van vooraf gemaakte procesafspraken leidt ertoe dat het onderzoek nog te vaak op ad hoc-basis plaatsvindt. Daarbij liggen onzorgvuldigheid en vooringenomenheid op de loer.

Het belang van een plan van aanpak voor zorgvuldig onderzoek als onderdeel van het integriteitsbeleid hebben wij in een eerder blog ook benadrukt. Daarbij hebben wij ook bouwstenen gegeven voor de inhoud van een dergelijk plan. Deze zijn verkort weergegeven in het onderstaande stroomschema.

AKD gaat met overheden in gesprek
De komende tijd zal AKD met verschillende decentrale overheden in gesprek gaan over hun ervaringen met integriteitsonderzoeken. Aan de hand van de uitkomsten daarvan zullen wij een korte handreiking opstellen met richtingwijzers voor zorgvuldige integriteitsonderzoeken en de wijze waarop deze in beleid verankerd kunnen worden.