Een voor onbepaalde tijd verleende schaarse vergunning is geen rustig bezit!

 11 juli 2018 | Blog

Een voor onbepaalde tijd verleende vergunning is geen rustig bezit. Dit blijkt uit een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 22 juni 2018. Een voor onbepaalde tijd verleende vergunning voor het innemen van ligplaatsen was door de gemeente Amsterdam omgezet in een vergunning voor bepaalde tijd omdat sprake was van een schaarse vergunning. De rechtbank oordeelde dat dit resultaat voor juist gehouden kon worden.

Wat was er aan de hand?
De gemeente Amsterdam had voor onbepaalde tijd een ligplaatsvergunning verleend aan een bedrijf dat rondvaartboten in de grachten exploiteerde. Deze vergunning zette de gemeente om in een vergunning voor bepaalde tijd. Het bedrijf was het daarmee niet eens en stelde bezwaar en daarna beroep in. In deze procedure stelde de gemeente dat er sprake was van een schaarse vergunning, waardoor deze slechts voor bepaalde tijd kon worden verleend. Daarbij werd door de gemeente een beroep gedaan op de conclusie van Advocaat Generaal Widdershoven. Het bedrijf stelde onder meer dat er geen sprake was van een schaarse vergunning maar vond geen gehoor bij de rechtbank.

Wat oordeelde de rechtbank?
De rechtbank oordeelde kort gezegd als volgt:

  • De vergunning een schaarse vergunning is omdat het aannemelijk is dat er sprake is van fysieke schaarste.
  • Zowel vergunningen voor economische activiteiten als vergunningen die niets te maken hebben met een economische activiteit kunnen schaars zijn.
  • Een schaarse vergunning kan in beginsel niet voor onbepaalde tijd worden verleend.
  • Het bedrijf is reeds vanaf januari 2016 bekend met het feit dat de gemeente de locaties vrij wenst te maken om deze te herverdelen en marktconform te beprijzen.
  • De gemeente heeft daarom in redelijkheid de vergunning in tijd kunnen beperken.  

Les voor de praktijk
Vergunningverleners die mededinging willen bevorderen, kunnen onder omstandigheden een einde maken aan voor onbepaalde tijd verleende vergunningen. Exploitanten die over een vergunning voor onbepaalde tijd beschikken, kunnen daaraan niet het vertrouwen ontlenen dat zij voor eeuwig en altijd rustig van dit bezit kunnen genieten.

Mijn collega Hugo Botter zal in een vervolg op dit blog ingaan op de vraag of de omzetting grondslag kan vormen voor nadeelcompensatie/schadevergoeding.

Een voor onbepaalde tijd verleende vergunning is geen rustig bezit. Dit blijkt uit een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 22 juni 2018. Een voor onbepaalde tijd verleende vergunning voor het innemen van ligplaatsen was door de gemeente Amsterdam omgezet in een vergunning voor bepaalde tijd omdat sprake was van een schaarse vergunning. De rechtbank oordeelde dat dit resultaat voor juist gehouden kon worden.

Wat was er aan de hand?
De gemeente Amsterdam had voor onbepaalde tijd een ligplaatsvergunning verleend aan een bedrijf dat rondvaartboten in de grachten exploiteerde. Deze vergunning zette de gemeente om in een vergunning voor bepaalde tijd. Het bedrijf was het daarmee niet eens en stelde bezwaar en daarna beroep in. In deze procedure stelde de gemeente dat er sprake was van een schaarse vergunning, waardoor deze slechts voor bepaalde tijd kon worden verleend. Daarbij werd door de gemeente een beroep gedaan op de conclusie van Advocaat Generaal Widdershoven. Het bedrijf stelde onder meer dat er geen sprake was van een schaarse vergunning maar vond geen gehoor bij de rechtbank.

Wat oordeelde de rechtbank?
De rechtbank oordeelde kort gezegd als volgt:

  • De vergunning een schaarse vergunning is omdat het aannemelijk is dat er sprake is van fysieke schaarste.
  • Zowel vergunningen voor economische activiteiten als vergunningen die niets te maken hebben met een economische activiteit kunnen schaars zijn.
  • Een schaarse vergunning kan in beginsel niet voor onbepaalde tijd worden verleend.
  • Het bedrijf is reeds vanaf januari 2016 bekend met het feit dat de gemeente de locaties vrij wenst te maken om deze te herverdelen en marktconform te beprijzen.
  • De gemeente heeft daarom in redelijkheid de vergunning in tijd kunnen beperken.  

Les voor de praktijk
Vergunningverleners die mededinging willen bevorderen, kunnen onder omstandigheden een einde maken aan voor onbepaalde tijd verleende vergunningen. Exploitanten die over een vergunning voor onbepaalde tijd beschikken, kunnen daaraan niet het vertrouwen ontlenen dat zij voor eeuwig en altijd rustig van dit bezit kunnen genieten.

Mijn collega Hugo Botter zal in een vervolg op dit blog ingaan op de vraag of de omzetting grondslag kan vormen voor nadeelcompensatie/schadevergoeding.