Europese Commissie publiceert richtsnoeren voor samenwerking tussen ondernemingen in Coronatijden

 10 april 2020 | Blog

Op 8 april heeft de Europese Commissie (“EC”) een tijdelijke kaderregeling gepubliceerd over de toepassing van de antitrustregels ten tijde van Corona. Deze MededelingTemporary Framework for assessing antitrust issues related to business cooperation in response to situations of urgency stemming from the current COVID-19’ richt zich tot ondernemingen die samenwerken in zogenaamde ‘situaties van urgentie’ die verband houden met de uitbraak van het coronavirus. Uit deze Mededeling blijkt dat ondernemingen die producten produceren waarnaar op dit moment een grote vraag bestaat onder bepaalde voorwaarden verdergaand mogen samenwerken dan normaliter is toegestaan onder het mededingingsrecht. Lees hier meer over in dit blog.

Essentiele goederen en diensten in de huidige (crisis)periode

De Coronacrisis geeft een toonbeeld van op de eerste plaats kritieke medische goederen om coronaviruspatiënten te behandelen. Toch kunnen zich ook noodsituaties voordoen voor andere essentiële goederen en diensten buiten de gezondheidssector.

Om het ontstaan van tekorten tijdig te vermijden, kan een snelle coördinatie tussen bedrijven nodig zijn, al dan niet via een gezamenlijke organisatie zoals een branchevereniging. Een dergelijke afstemming kan bijvoorbeeld betrekking hebben op omschakeling of opschaling van productie. Denk ook aan coördinatie op het vlak van voorraadbeheer. Zo moet bijvoorbeeld voorkomen worden dat farmaceutische ondernemingen zich massaal concentreren op een of enkele geneesmiddelen, terwijl andere in onderproductie blijven.

Een dergelijke coördinatie kan onder normale omstandigheden in strijd komen met de antitrustregels, al bestaan er onder het mededingingsrecht wel uitzonderingen voor samenwerking tussen ondernemingen op het vlak van productie en distributie in geval de marktaandelen van de betrokken partijen maar laag genoeg zijn. Lees meer hierover in dit blog.

De inhoud van de tijdelijke kaderregeling in de Mededeling

Het tijdelijke kader is bedoeld om antitrust guidance te geven aan producenten en leveranciers van essentiële producten die tijdelijk willen samenwerken om tijdens de crisis de aanlevering van deze producten zoveel mogelijk te waarborgen. De Europese Commissie zal de Mededeling vanaf 8 april 2020 toepassen, en zij blijft geldig totdat de EC haar intrekt (dat zal gebeuren op het moment dat de EC van mening is dat de onderliggende uitzonderlijke Corona-omstandigheden niet langer bestaan).

Het tijdelijke kader is logischerwijs toegespitst op optimalisatie van de levering van dringend noodzakelijke ziekenhuisgeneesmiddelen. In dat verband zijn de volgende samenwerkingsvormen via een gezamenlijke brancheorganisatie of andere derde toegestaan: (i) afspraken over gezamenlijk transport van materialen; (ii) samenwerking bij de identificatie van toekomstige tekorten in essentiële geneesmiddelen, (iii) het verzamelen van geaggregeerde productie- en capaciteitsinformatie (geen uitwisseling van individuele bedrijfsinformatie!); (iv) de gezamenlijke ontwikkeling van een model om de vraag naar geneesmiddelen op EU-lidstaatniveau te voorspellen en hiaten in het aanbod vast te stellen; (v) het delen van geaggregeerde informatie over het bestaan van een kloof tussen vraag en aanbod (toelevering).

Een deel van deze samenwerkingsvormen zou overigens ook in ‘normale’ tijden niet bij voorbaat verboden zijn onder het antitrustrecht. De Mededeling gaat nog iets verder en staat ook de uitwisseling van commercieel gevoelige informatie tussen spelers in de zorg- en farmaceutisch sector toe, evenals een zekere coördinatie op het vlak van productie, mits deze samenwerkingsvormen (i) maar echt objectief noodzakelijk zijn om een eventueel tekort aan essentiële producten of diensten tegen te gaan, (ii) tijdelijk zijn van aard (ze zijn alleen van toepassing gedurende de Coronacrisis), en (iii) niet verder gaan dan strikt noodzakelijk om het bestaan van tekorten te verhelpen.

Ook hier gaat het om voorwaarden die mededingingsjuristen bekend voorkomen, omdat ze (grotendeels) zijn ontleend aan een generieke vrijstelling die al in het antitrustrecht bestaat. Deze voorwaarden zijn bovendien vrij algemeen, en dus niet altijd gemakkelijk te interpreteren in de praktijk.

Het aanvragen van een zogenaamde ‘comfort letter’

Om ondernemingen nog meer zekerheid te bieden, geeft de Europese Commissie ook met nadruk de mogelijkheid van het aanvragen van een zogenaamde ‘comfort letter’. Langs deze weg kunnen ondernemingen die een bepaalde samenwerking voorstaan een beoordelingsverzoek indienen bij de EC. De EC geeft dan vervolgens haar zienswijze over de voorgestelde samenwerking.

Een eerste initiatief op dat vlak is ook meteen beantwoord in een comfort letter van de Europese Commissie aan Medicines for Europe (voorheen European Generics Medicines Association). Deze comfort letter behandelt een specifiek vrijwillig samenwerkingsproject tussen farmaceutische producenten - zowel leden als niet-leden van de vereniging - dat het risico op een tekort aan kritieke ziekenhuismedicijnen voor de behandeling van coronaviruspatiënten aanpakt.

Conclusie

Ook met de Mededeling van de Europese Commissie betreffende de tijdelijke Corona-antitrustkaderregeling wordt weer benadrukt dat samenwerking tussen ondernemingen onder voorwaarden mogelijk is. De kaderregeling richt zich daarbij specifiek op aanbieders van essentiële producten en diensten (en in het bijzonder op bedrijven werkzaam in de medische en farmaceutische sector) in crisistijd.

Heeft u naar aanleiding van dit blog nog vragen? Neem dan gerust contact op met of Joost Houdijk of Willemijn Hooij.

 

Op 8 april heeft de Europese Commissie (“EC”) een tijdelijke kaderregeling gepubliceerd over de toepassing van de antitrustregels ten tijde van Corona. Deze MededelingTemporary Framework for assessing antitrust issues related to business cooperation in response to situations of urgency stemming from the current COVID-19’ richt zich tot ondernemingen die samenwerken in zogenaamde ‘situaties van urgentie’ die verband houden met de uitbraak van het coronavirus. Uit deze Mededeling blijkt dat ondernemingen die producten produceren waarnaar op dit moment een grote vraag bestaat onder bepaalde voorwaarden verdergaand mogen samenwerken dan normaliter is toegestaan onder het mededingingsrecht. Lees hier meer over in dit blog.

Essentiele goederen en diensten in de huidige (crisis)periode

De Coronacrisis geeft een toonbeeld van op de eerste plaats kritieke medische goederen om coronaviruspatiënten te behandelen. Toch kunnen zich ook noodsituaties voordoen voor andere essentiële goederen en diensten buiten de gezondheidssector.

Om het ontstaan van tekorten tijdig te vermijden, kan een snelle coördinatie tussen bedrijven nodig zijn, al dan niet via een gezamenlijke organisatie zoals een branchevereniging. Een dergelijke afstemming kan bijvoorbeeld betrekking hebben op omschakeling of opschaling van productie. Denk ook aan coördinatie op het vlak van voorraadbeheer. Zo moet bijvoorbeeld voorkomen worden dat farmaceutische ondernemingen zich massaal concentreren op een of enkele geneesmiddelen, terwijl andere in onderproductie blijven.

Een dergelijke coördinatie kan onder normale omstandigheden in strijd komen met de antitrustregels, al bestaan er onder het mededingingsrecht wel uitzonderingen voor samenwerking tussen ondernemingen op het vlak van productie en distributie in geval de marktaandelen van de betrokken partijen maar laag genoeg zijn. Lees meer hierover in dit blog.

De inhoud van de tijdelijke kaderregeling in de Mededeling

Het tijdelijke kader is bedoeld om antitrust guidance te geven aan producenten en leveranciers van essentiële producten die tijdelijk willen samenwerken om tijdens de crisis de aanlevering van deze producten zoveel mogelijk te waarborgen. De Europese Commissie zal de Mededeling vanaf 8 april 2020 toepassen, en zij blijft geldig totdat de EC haar intrekt (dat zal gebeuren op het moment dat de EC van mening is dat de onderliggende uitzonderlijke Corona-omstandigheden niet langer bestaan).

Het tijdelijke kader is logischerwijs toegespitst op optimalisatie van de levering van dringend noodzakelijke ziekenhuisgeneesmiddelen. In dat verband zijn de volgende samenwerkingsvormen via een gezamenlijke brancheorganisatie of andere derde toegestaan: (i) afspraken over gezamenlijk transport van materialen; (ii) samenwerking bij de identificatie van toekomstige tekorten in essentiële geneesmiddelen, (iii) het verzamelen van geaggregeerde productie- en capaciteitsinformatie (geen uitwisseling van individuele bedrijfsinformatie!); (iv) de gezamenlijke ontwikkeling van een model om de vraag naar geneesmiddelen op EU-lidstaatniveau te voorspellen en hiaten in het aanbod vast te stellen; (v) het delen van geaggregeerde informatie over het bestaan van een kloof tussen vraag en aanbod (toelevering).

Een deel van deze samenwerkingsvormen zou overigens ook in ‘normale’ tijden niet bij voorbaat verboden zijn onder het antitrustrecht. De Mededeling gaat nog iets verder en staat ook de uitwisseling van commercieel gevoelige informatie tussen spelers in de zorg- en farmaceutisch sector toe, evenals een zekere coördinatie op het vlak van productie, mits deze samenwerkingsvormen (i) maar echt objectief noodzakelijk zijn om een eventueel tekort aan essentiële producten of diensten tegen te gaan, (ii) tijdelijk zijn van aard (ze zijn alleen van toepassing gedurende de Coronacrisis), en (iii) niet verder gaan dan strikt noodzakelijk om het bestaan van tekorten te verhelpen.

Ook hier gaat het om voorwaarden die mededingingsjuristen bekend voorkomen, omdat ze (grotendeels) zijn ontleend aan een generieke vrijstelling die al in het antitrustrecht bestaat. Deze voorwaarden zijn bovendien vrij algemeen, en dus niet altijd gemakkelijk te interpreteren in de praktijk.

Het aanvragen van een zogenaamde ‘comfort letter’

Om ondernemingen nog meer zekerheid te bieden, geeft de Europese Commissie ook met nadruk de mogelijkheid van het aanvragen van een zogenaamde ‘comfort letter’. Langs deze weg kunnen ondernemingen die een bepaalde samenwerking voorstaan een beoordelingsverzoek indienen bij de EC. De EC geeft dan vervolgens haar zienswijze over de voorgestelde samenwerking.

Een eerste initiatief op dat vlak is ook meteen beantwoord in een comfort letter van de Europese Commissie aan Medicines for Europe (voorheen European Generics Medicines Association). Deze comfort letter behandelt een specifiek vrijwillig samenwerkingsproject tussen farmaceutische producenten - zowel leden als niet-leden van de vereniging - dat het risico op een tekort aan kritieke ziekenhuismedicijnen voor de behandeling van coronaviruspatiënten aanpakt.

Conclusie

Ook met de Mededeling van de Europese Commissie betreffende de tijdelijke Corona-antitrustkaderregeling wordt weer benadrukt dat samenwerking tussen ondernemingen onder voorwaarden mogelijk is. De kaderregeling richt zich daarbij specifiek op aanbieders van essentiële producten en diensten (en in het bijzonder op bedrijven werkzaam in de medische en farmaceutische sector) in crisistijd.

Heeft u naar aanleiding van dit blog nog vragen? Neem dan gerust contact op met of Joost Houdijk of Willemijn Hooij.