Geheimhoudingsbeding overtreden bij versturen stukken naar privé e-mailadres?

 1 februari 2017 | Blog

Indien een werkgever met zijn werknemer een geheimhoudingsbeding overeenkomt, is er niet meteen sprake van een schending van dit beding indien de werknemer (bijvoorbeeld na de opzegging van het dienstverband) stukken naar zijn eigen privé-emailadres stuurt. De formulering van het geheimhoudingsbeding speelt hierbij een doorslaggevende rol, zoals blijkt uit onderstaand arrest.

De feiten
Een werkneemster was op 31 maart 2008 bij James Walker in dienst gekomen in de functie van internal sales representative. James Walker maakt deel uit van een internationale onderneming die zich bezighoudt met de productie en distributie van diverse gespecialiseerde (machine)onderdelen en bijbehorende diensten in de industriële sector. De arbeidsovereenkomst bevatte een concurrentiebeding, een relatiebeding en een geheimhoudingsbeding met daarbij een boetebeding. De werkneemster heeft op 1 februari 2016 de arbeidsovereenkomst opgezegd, waarbij zij heeft aangekondigd dat zij op 1 april 2016 in dienst zou treden bij een andere werkgever. Na haar ontslagname heeft de werkneemster vanuit haar kantoor bij James Walker diverse prijslijsten, een bouwtekening, een offerte, een orderbevestiging en een elektronische prijzencalculator naar haar privé e-mail gezonden.

Kantonrechter
De werkneemster heeft de kantonrechter verzocht de overeengekomen bedingen te vernietigen. James Walker heeft zich daartegen verweerd en heeft bovendien gesteld dat de werkneemster het geheimhoudingsbeding had geschonden door diverse stukken naar haar privé-email te sturen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de werkneemster gebonden is en blijft aan de beperkende bedingen. Op de tegenvordering van James Walker oordeelde de kantonrechter dat de werkneemster het geheimhoudingsbeding inderdaad had geschonden en een boete verschuldigd was. De werkneemster ging daartegen in beroep.

Het oordeel van het hof
Met de kantonrechter is het hof van oordeel dat de werkneemster zich op grond van het geheimhoudingsbeding heeft verplicht tot geheimhouding van al hetgeen haar bij de uitoefening van haar functie ter kennis komt in verband met de zaken en belangen van haar werkgever. De werkneemster heeft ter zitting laten weten dat zij de e-mails met bedrijfsinformatie alleen naar haar eigen e-mailadres heeft gestuurd en niet met derden heeft gedeeld. Het is vervolgens aan James Walker om te bewijzen dat de werkneemster de e-mails wel degelijk met derden heeft gedeeld. Nu James Walker daartoe geen bewijs heeft geleverd, moet er van de juistheid van de mededeling van de werkneemster uitgegaan worden. Het hof verwerpt de stelling van de werkgever dat de werkneemster het geheimhoudingsbeding al heeft overtreden doordat zij de bedrijfsinformatie aan haar privé-emailadres heeft toegezonden. In de formulering van het beding staat immers dat de werkneemster verplicht is tot geheimhouding jegens derden; de werkneemster is zelf niet als een derde te beschouwen.

Conclusie
Uit dit arrest blijkt dat het aan de werkgever is om te bewijzen dat een werknemer het geheimhoudingsbeding heeft geschonden. Dit is vaak een lastige opgave als de werknemer de vertrouwelijke stukken alleen aan zichzelf heeft gestuurd. Om die reden is het aan te raden om de beperkende bedingen volledig en duidelijk te formuleren, waarbij tevens instructies kunnen worden opgenomen met betrekking tot de gewenste handelwijze van de werknemers ten aanzien van vertrouwelijke stukken. Dit alles uiteraard in combinatie met een boetebeding.

Juridisch advies, bijstand van een advocaat of meer informatie?

Dit blog is geschreven door Yvonne van de Pol, voorheen werkzaam bij AKD.
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Fleur Folmer.

Indien een werkgever met zijn werknemer een geheimhoudingsbeding overeenkomt, is er niet meteen sprake van een schending van dit beding indien de werknemer (bijvoorbeeld na de opzegging van het dienstverband) stukken naar zijn eigen privé-emailadres stuurt. De formulering van het geheimhoudingsbeding speelt hierbij een doorslaggevende rol, zoals blijkt uit onderstaand arrest.

De feiten
Een werkneemster was op 31 maart 2008 bij James Walker in dienst gekomen in de functie van internal sales representative. James Walker maakt deel uit van een internationale onderneming die zich bezighoudt met de productie en distributie van diverse gespecialiseerde (machine)onderdelen en bijbehorende diensten in de industriële sector. De arbeidsovereenkomst bevatte een concurrentiebeding, een relatiebeding en een geheimhoudingsbeding met daarbij een boetebeding. De werkneemster heeft op 1 februari 2016 de arbeidsovereenkomst opgezegd, waarbij zij heeft aangekondigd dat zij op 1 april 2016 in dienst zou treden bij een andere werkgever. Na haar ontslagname heeft de werkneemster vanuit haar kantoor bij James Walker diverse prijslijsten, een bouwtekening, een offerte, een orderbevestiging en een elektronische prijzencalculator naar haar privé e-mail gezonden.

Kantonrechter
De werkneemster heeft de kantonrechter verzocht de overeengekomen bedingen te vernietigen. James Walker heeft zich daartegen verweerd en heeft bovendien gesteld dat de werkneemster het geheimhoudingsbeding had geschonden door diverse stukken naar haar privé-email te sturen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de werkneemster gebonden is en blijft aan de beperkende bedingen. Op de tegenvordering van James Walker oordeelde de kantonrechter dat de werkneemster het geheimhoudingsbeding inderdaad had geschonden en een boete verschuldigd was. De werkneemster ging daartegen in beroep.

Het oordeel van het hof
Met de kantonrechter is het hof van oordeel dat de werkneemster zich op grond van het geheimhoudingsbeding heeft verplicht tot geheimhouding van al hetgeen haar bij de uitoefening van haar functie ter kennis komt in verband met de zaken en belangen van haar werkgever. De werkneemster heeft ter zitting laten weten dat zij de e-mails met bedrijfsinformatie alleen naar haar eigen e-mailadres heeft gestuurd en niet met derden heeft gedeeld. Het is vervolgens aan James Walker om te bewijzen dat de werkneemster de e-mails wel degelijk met derden heeft gedeeld. Nu James Walker daartoe geen bewijs heeft geleverd, moet er van de juistheid van de mededeling van de werkneemster uitgegaan worden. Het hof verwerpt de stelling van de werkgever dat de werkneemster het geheimhoudingsbeding al heeft overtreden doordat zij de bedrijfsinformatie aan haar privé-emailadres heeft toegezonden. In de formulering van het beding staat immers dat de werkneemster verplicht is tot geheimhouding jegens derden; de werkneemster is zelf niet als een derde te beschouwen.

Conclusie
Uit dit arrest blijkt dat het aan de werkgever is om te bewijzen dat een werknemer het geheimhoudingsbeding heeft geschonden. Dit is vaak een lastige opgave als de werknemer de vertrouwelijke stukken alleen aan zichzelf heeft gestuurd. Om die reden is het aan te raden om de beperkende bedingen volledig en duidelijk te formuleren, waarbij tevens instructies kunnen worden opgenomen met betrekking tot de gewenste handelwijze van de werknemers ten aanzien van vertrouwelijke stukken. Dit alles uiteraard in combinatie met een boetebeding.

Juridisch advies, bijstand van een advocaat of meer informatie?

Dit blog is geschreven door Yvonne van de Pol, voorheen werkzaam bij AKD.
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Fleur Folmer.