Heeft de burgemeester een persoonlijk belang? Dan ondertekent de loco het besluit

 12 juni 2023 | Blog

Wie als collegelid een persoonlijk belang heeft bij een besluit, neemt geen deel aan de beraadslagingen en onthoudt zich van deelname aan de stemming. Betreft het de burgemeester, dan is het in aanvulling daarop raadzaam om het besluit te laten ondertekenen door bijvoorbeeld de locoburgemeester. Uit een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland volgt namelijk dat ook deze formele betrokkenheid bij het besluit vormt een risico op vernietiging daarvan.

De uitspraak ziet het beroep van een aantal inwoners van de gemeente Waadhoeke tegen het besluit van het college van die gemeente om een omgevingsvergunning te verlenen voor de realisering van het project ‘Nacht aan het Wad’. Het project omvat de plaatsing en inrichting van een zogenaamde ‘starbarn’ en een nachttuin. De vergunning is verleend aan een stichting waarvan de burgemeester voorzitter is. Op basis van die omstandigheid stelden de appellanten dat sprake was geweest van vooringenomenheid bij de besluitvorming.

Het college wees er in de procedure op dat de burgemeester zich tijdig had teruggetrokken en ook niet had deelgenomen aan de stemming, zodat van vooringenomenheid geen sprake is geweest. Toch oordeelde de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland dat “de handtekening van de burgemeester onder het besluit de gerechtvaardigde schijn wekt dat aan die besluitvorming een gebrek kleeft”. De verdere toelichting op haar feitelijke betrokkenheid bij de besluitvorming doet daaraan volgens de voorzieningenrechter niet af.

Voor dergelijke gevallen biedt artikel 59a lid 2 van de Gemeentewet een oplossing. Op grond van die bepaling kan het college de burgemeester toestaan om de ondertekening van stukken die van het college uitgaan op te dragen aan een ander lid van het college, aan de secretaris of aan een of meer andere gemeenteambtenaren. Op die wijze kan de burgemeester zich ook formeel buiten de besluitvorming houden.

De appellanten voerden in deze zaak overigens ook nog aan dat als gevolg van de gang van zaken ook een gebrek kleeft aan de verklaring van geen bedenkingen die de gemeenteraad voor het project had vastgesteld. De burgemeester is immers de voorzitter van de raad. Omdat zij van dat orgaan echter geen lid is en – anders dan in het college – geen stemrecht heeft, volgde de voorzieningenrechter deze stelling niet.

Wie als collegelid een persoonlijk belang heeft bij een besluit, neemt geen deel aan de beraadslagingen en onthoudt zich van deelname aan de stemming. Betreft het de burgemeester, dan is het in aanvulling daarop raadzaam om het besluit te laten ondertekenen door bijvoorbeeld de locoburgemeester. Uit een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland volgt namelijk dat ook deze formele betrokkenheid bij het besluit vormt een risico op vernietiging daarvan.

De uitspraak ziet het beroep van een aantal inwoners van de gemeente Waadhoeke tegen het besluit van het college van die gemeente om een omgevingsvergunning te verlenen voor de realisering van het project ‘Nacht aan het Wad’. Het project omvat de plaatsing en inrichting van een zogenaamde ‘starbarn’ en een nachttuin. De vergunning is verleend aan een stichting waarvan de burgemeester voorzitter is. Op basis van die omstandigheid stelden de appellanten dat sprake was geweest van vooringenomenheid bij de besluitvorming.

Het college wees er in de procedure op dat de burgemeester zich tijdig had teruggetrokken en ook niet had deelgenomen aan de stemming, zodat van vooringenomenheid geen sprake is geweest. Toch oordeelde de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland dat “de handtekening van de burgemeester onder het besluit de gerechtvaardigde schijn wekt dat aan die besluitvorming een gebrek kleeft”. De verdere toelichting op haar feitelijke betrokkenheid bij de besluitvorming doet daaraan volgens de voorzieningenrechter niet af.

Voor dergelijke gevallen biedt artikel 59a lid 2 van de Gemeentewet een oplossing. Op grond van die bepaling kan het college de burgemeester toestaan om de ondertekening van stukken die van het college uitgaan op te dragen aan een ander lid van het college, aan de secretaris of aan een of meer andere gemeenteambtenaren. Op die wijze kan de burgemeester zich ook formeel buiten de besluitvorming houden.

De appellanten voerden in deze zaak overigens ook nog aan dat als gevolg van de gang van zaken ook een gebrek kleeft aan de verklaring van geen bedenkingen die de gemeenteraad voor het project had vastgesteld. De burgemeester is immers de voorzitter van de raad. Omdat zij van dat orgaan echter geen lid is en – anders dan in het college – geen stemrecht heeft, volgde de voorzieningenrechter deze stelling niet.