Belangrijke wijzigingen van groepsvrijstellingen voor verticale overeenkomsten op komst!

 16 juli 2021 | Publicatie

De Europese Commissie is een openbare raadpleging gestart waarbij geïnteresseerden worden uitgenodigd opmerkingen te maken over een nieuw ontwerp van de Groepsvrijstelling verticale overeenkomsten (“VGVV”) en de daarmee verbonden Richtsnoeren verticale overeenkomsten. De Groepsvrijstelling biedt onder bepaalde voorwaarden een ‘veilige haven’ aan bepaalde afspraken tussen ondernemingen in verticaal verband (denk aan de relatie tussen producent en distributeur en tussen groothandel en detailhandelaar). Verticale overeenkomsten zijn overeenkomsten die worden gesloten tussen twee of meer ondernemingen die werkzaam zijn op verschillende niveaus van de productie- of distributieketen en die betrekking hebben op de voorwaarden waaronder de partijen bepaalde goederen of diensten kunnen kopen, verkopen of doorverkopen. De huidige Verordening loopt al sinds 1 juni 2010 (en vervalt per 31 mei 2022) en is dus toe aan een update.

Het ontwerp van de herziene VGVV en de verticale richtsnoeren volgt op een grondig herzieningsproces dat in oktober 2018 van start is gegaan (en dat al een effectbeoordeling en deskundigenverslag heeft voortgebracht). Dit heeft tot doel de huidige regels aan te passen op specifieke gebieden waar de huidige regels niet langer geschikt zijn voor de realiteit van de markt. Kort gezegd: de VBVV en de richtsnoeren moeten toegesneden worden op de meest recente marktontwikkelingen (waaronder óók het huidige online handelsverkeer). De nieuwe regels zullen op 1 juni 2022 in werking treden.

De voorgestelde wijzigingen hebben onder meer betrekking op de vier gebieden van (i) dubbele distributie, (ii) pariteitsverplichtingen, (iii) actieve verkoopbeperkingen, en (iv) bepaalde indirecte maatregelen die de onlineverkoop beperken. Duale distributie en pariteitsverplichtingen zullen een strengere behandeling krijgen onder de nieuwe VGVV (al lijkt het uiteindelijk mee te vallen), beperkingen op actieve verkopen en beperkingen op onlineverkopen krijgen een soepeler behandeling. Hieronder lichten wij de vier gebieden nader toe.

Duale distributie

Duale distributie betreft situaties waarin een leverancier zijn goederen of diensten niet alleen via onafhankelijke distributeurs verkoopt, maar ook rechtstreeks aan eindafnemers – in directe concurrentie met zijn onafhankelijke distributeurs. Door de groei van onlineverkopen (webshops; onlinemarktplaatsen) is het fenomeen van duale distributie sterk toegenomen.

De groepsvrijstelling van de VGVV zal voor dit type afspraken (wat) strenger worden. Zo zal informatie-uitwisseling tussen de partijen bij de verticale overeenkomst niet langer onder de vrijstelling vallen.

Pariteitsverplichtingen

Pariteitsverplichtingen, soms ook Most Favoured Nation-clausules (MFN’s) of “beste-prijs-clausules” genoemd, kunnen worden omschreven als verplichtingen waarbij een onderneming haar contractpartij voorwaarden moet bieden die dezelfde zijn als of beter zijn dan die op andere verkoop-/marketingkanalen (bv. andere platforms) of op het directe verkoopkanaal van de onderneming (bv. eigen website(s)). Alle pariteitsclausules genieten momenteel een groepsvrijstelling in het kader van de VGVV, maar de afgelopen jaren waren zij steeds meer voorwerp van handhavingsmaatregelen door mededingingsautoriteiten.

Het ontwerp voor een herziene VGVV kent daarom niet langer een groepsvrijstelling toe voor prijspariteitsverplichtingen ten aanzien van aanbieders van onlinetussenhandelsdiensten.

Beperkingen op actieve verkoop

Bij beperkingen op actieve verkoop gaat het om beperkingen van de mogelijkheden van de afnemer om individuele klanten actief te benaderen. De huidige VGVV-regels geven te weinig ruimte voor het stellen van dergelijke beperkingen. Aldus beperken zij leveranciers in hun mogelijkheden om distributiestelsels op te zetten die aansluiten bij de behoeften van hun bedrijf.

Eén van de voorgestelde hervormingen wat betreft exclusieve distributie is de mogelijkheid voor de leverancier om zijn afnemers te verplichten beperkingen van actieve verkopen door te geven aan hun klanten. Deze aanpassing moet de investeringsprikkels van exclusieve distributeurs nog beter beschermen.

Daarnaast krijgen selectieve distributiestelsels in het ontwerp voor een herziene VGVV een betere bescherming tegen verkopen door niet-erkende distributeurs die zijn gevestigd in het gebied waar selectieve distributie van toepassing is.

Beperking online verkoop

Wat betreft bepaalde indirecte maatregelen om onlineverkopen te beperken, hebben de voorgestelde aanpassingen betrekking op dual pricing (d.w.z. dezelfde distributeur krijgt voor producten die bestemd zijn voor onlineverkoop, hogere groothandelsprijzen berekend dan voor producten die offline worden verkocht) en op het gelijkwaardigheidsbeginsel (meer bepaald, op situaties waarin voor onlineverkoop criteria worden opgelegd die niet volledig gelijkwaardig zijn met de criteria die gelden voor fysieke winkels).

Uit het bewijsmateriaal dat tot dusver bij de herziening van de VGVV is vergaard, blijkt dat de onlineverkoop zich heeft ontwikkeld tot een goed functionerend verkoopkanaal. Zij behoeft geen bijzondere bescherming meer. Om deze reden merkt het ontwerp voor een VGVV dual pricing niet langer als hardcorebeperking aan. Dit betekent dat leveranciers verschillende groothandelsprijzen kunnen bepalen voor online- en offlineverkopen door dezelfde distributeur, voor zover een en ander een passend investeringsniveau moet stimuleren of belonen en betrekking heeft op de kosten die bij ieder kanaal worden gemaakt.

Verder hoeven, in de context van een selectief distributiestelsel, de criteria die leveranciers opleggen voor onlineverkopen niet langer volledig gelijkwaardig te zijn met die voor fysieke winkels. Beide kanalen zijn immers inherent verschillend van aard.

Tot slot

Een van de belangrijkste doelstellingen van de herziening is het bedrijfsleven actuele houvast te bieden over onlinebeperkingen en te zorgen voor een geharmoniseerde benadering van dergelijke beperkingen in de hele EU. Daarom integreren het ontwerp voor een herziene VGVV en het ontwerp voor herziene verticale richtsnoeren de leidende beginselen voor de toetsing van onlinebeperkingen die te vinden zijn in de rechtspraak van het EU-Hof van Justitie, en met name in landmark cases zoals de zaak-Pierre Fabre (C-439/09, ECLI:EU:C:2011:649), en de zaak-Coty (C-230/16, ECLI:EU:C:2017:941).

Geïnteresseerden wordt verzocht hun opmerkingen over de ontwerpregels uiterlijk 17 september 2021 in te dienen. Meer informatie, onder meer over hoe je als geïnteresseerde een bijdrage kunt indienen, is hier beschikbaar onder ‘How to submit your contribution’. Voor meer informatie over het herzieningsproces van de VGVV en de verticale richtsnoeren, en voor de vindplaats van alle reeds geproduceerde (werk)documenten op dit thema, zie deze speciale webpagina van DG Concurrentie.

AKD zal u uiteraard op de hoogte houden van alle relevante ontwikkelingen op het vlak van de herziening van de VGVV en de verticale richtsnoeren.

 

De Europese Commissie is een openbare raadpleging gestart waarbij geïnteresseerden worden uitgenodigd opmerkingen te maken over een nieuw ontwerp van de Groepsvrijstelling verticale overeenkomsten (“VGVV”) en de daarmee verbonden Richtsnoeren verticale overeenkomsten. De Groepsvrijstelling biedt onder bepaalde voorwaarden een ‘veilige haven’ aan bepaalde afspraken tussen ondernemingen in verticaal verband (denk aan de relatie tussen producent en distributeur en tussen groothandel en detailhandelaar). Verticale overeenkomsten zijn overeenkomsten die worden gesloten tussen twee of meer ondernemingen die werkzaam zijn op verschillende niveaus van de productie- of distributieketen en die betrekking hebben op de voorwaarden waaronder de partijen bepaalde goederen of diensten kunnen kopen, verkopen of doorverkopen. De huidige Verordening loopt al sinds 1 juni 2010 (en vervalt per 31 mei 2022) en is dus toe aan een update.

Het ontwerp van de herziene VGVV en de verticale richtsnoeren volgt op een grondig herzieningsproces dat in oktober 2018 van start is gegaan (en dat al een effectbeoordeling en deskundigenverslag heeft voortgebracht). Dit heeft tot doel de huidige regels aan te passen op specifieke gebieden waar de huidige regels niet langer geschikt zijn voor de realiteit van de markt. Kort gezegd: de VBVV en de richtsnoeren moeten toegesneden worden op de meest recente marktontwikkelingen (waaronder óók het huidige online handelsverkeer). De nieuwe regels zullen op 1 juni 2022 in werking treden.

De voorgestelde wijzigingen hebben onder meer betrekking op de vier gebieden van (i) dubbele distributie, (ii) pariteitsverplichtingen, (iii) actieve verkoopbeperkingen, en (iv) bepaalde indirecte maatregelen die de onlineverkoop beperken. Duale distributie en pariteitsverplichtingen zullen een strengere behandeling krijgen onder de nieuwe VGVV (al lijkt het uiteindelijk mee te vallen), beperkingen op actieve verkopen en beperkingen op onlineverkopen krijgen een soepeler behandeling. Hieronder lichten wij de vier gebieden nader toe.

Duale distributie

Duale distributie betreft situaties waarin een leverancier zijn goederen of diensten niet alleen via onafhankelijke distributeurs verkoopt, maar ook rechtstreeks aan eindafnemers – in directe concurrentie met zijn onafhankelijke distributeurs. Door de groei van onlineverkopen (webshops; onlinemarktplaatsen) is het fenomeen van duale distributie sterk toegenomen.

De groepsvrijstelling van de VGVV zal voor dit type afspraken (wat) strenger worden. Zo zal informatie-uitwisseling tussen de partijen bij de verticale overeenkomst niet langer onder de vrijstelling vallen.

Pariteitsverplichtingen

Pariteitsverplichtingen, soms ook Most Favoured Nation-clausules (MFN’s) of “beste-prijs-clausules” genoemd, kunnen worden omschreven als verplichtingen waarbij een onderneming haar contractpartij voorwaarden moet bieden die dezelfde zijn als of beter zijn dan die op andere verkoop-/marketingkanalen (bv. andere platforms) of op het directe verkoopkanaal van de onderneming (bv. eigen website(s)). Alle pariteitsclausules genieten momenteel een groepsvrijstelling in het kader van de VGVV, maar de afgelopen jaren waren zij steeds meer voorwerp van handhavingsmaatregelen door mededingingsautoriteiten.

Het ontwerp voor een herziene VGVV kent daarom niet langer een groepsvrijstelling toe voor prijspariteitsverplichtingen ten aanzien van aanbieders van onlinetussenhandelsdiensten.

Beperkingen op actieve verkoop

Bij beperkingen op actieve verkoop gaat het om beperkingen van de mogelijkheden van de afnemer om individuele klanten actief te benaderen. De huidige VGVV-regels geven te weinig ruimte voor het stellen van dergelijke beperkingen. Aldus beperken zij leveranciers in hun mogelijkheden om distributiestelsels op te zetten die aansluiten bij de behoeften van hun bedrijf.

Eén van de voorgestelde hervormingen wat betreft exclusieve distributie is de mogelijkheid voor de leverancier om zijn afnemers te verplichten beperkingen van actieve verkopen door te geven aan hun klanten. Deze aanpassing moet de investeringsprikkels van exclusieve distributeurs nog beter beschermen.

Daarnaast krijgen selectieve distributiestelsels in het ontwerp voor een herziene VGVV een betere bescherming tegen verkopen door niet-erkende distributeurs die zijn gevestigd in het gebied waar selectieve distributie van toepassing is.

Beperking online verkoop

Wat betreft bepaalde indirecte maatregelen om onlineverkopen te beperken, hebben de voorgestelde aanpassingen betrekking op dual pricing (d.w.z. dezelfde distributeur krijgt voor producten die bestemd zijn voor onlineverkoop, hogere groothandelsprijzen berekend dan voor producten die offline worden verkocht) en op het gelijkwaardigheidsbeginsel (meer bepaald, op situaties waarin voor onlineverkoop criteria worden opgelegd die niet volledig gelijkwaardig zijn met de criteria die gelden voor fysieke winkels).

Uit het bewijsmateriaal dat tot dusver bij de herziening van de VGVV is vergaard, blijkt dat de onlineverkoop zich heeft ontwikkeld tot een goed functionerend verkoopkanaal. Zij behoeft geen bijzondere bescherming meer. Om deze reden merkt het ontwerp voor een VGVV dual pricing niet langer als hardcorebeperking aan. Dit betekent dat leveranciers verschillende groothandelsprijzen kunnen bepalen voor online- en offlineverkopen door dezelfde distributeur, voor zover een en ander een passend investeringsniveau moet stimuleren of belonen en betrekking heeft op de kosten die bij ieder kanaal worden gemaakt.

Verder hoeven, in de context van een selectief distributiestelsel, de criteria die leveranciers opleggen voor onlineverkopen niet langer volledig gelijkwaardig te zijn met die voor fysieke winkels. Beide kanalen zijn immers inherent verschillend van aard.

Tot slot

Een van de belangrijkste doelstellingen van de herziening is het bedrijfsleven actuele houvast te bieden over onlinebeperkingen en te zorgen voor een geharmoniseerde benadering van dergelijke beperkingen in de hele EU. Daarom integreren het ontwerp voor een herziene VGVV en het ontwerp voor herziene verticale richtsnoeren de leidende beginselen voor de toetsing van onlinebeperkingen die te vinden zijn in de rechtspraak van het EU-Hof van Justitie, en met name in landmark cases zoals de zaak-Pierre Fabre (C-439/09, ECLI:EU:C:2011:649), en de zaak-Coty (C-230/16, ECLI:EU:C:2017:941).

Geïnteresseerden wordt verzocht hun opmerkingen over de ontwerpregels uiterlijk 17 september 2021 in te dienen. Meer informatie, onder meer over hoe je als geïnteresseerde een bijdrage kunt indienen, is hier beschikbaar onder ‘How to submit your contribution’. Voor meer informatie over het herzieningsproces van de VGVV en de verticale richtsnoeren, en voor de vindplaats van alle reeds geproduceerde (werk)documenten op dit thema, zie deze speciale webpagina van DG Concurrentie.

AKD zal u uiteraard op de hoogte houden van alle relevante ontwikkelingen op het vlak van de herziening van de VGVV en de verticale richtsnoeren.