Het medisch beroepsgeheim en de Wob: het blijft oppassen geblazen

 27 september 2019 | Blog

De verhouding tussen het medisch beroepsgeheim, gezondheidswetgeving en de Wet openbaarheid van bestuur blijft een lastig onderwerp, zo blijkt uit een recente uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. In deze uitspraak heeft de Afdeling geoordeeld dat geen toestemming aan de hulpverlener voor openbaarmaking aan eenieder kan worden verleend, zodat medische gegevens die onder het beroepsgeheim vallen niet openbaar gemaakt kunnen worden. Ook algemene informatie, zoals de gehanteerde onderzoeksmethodiek en geraadpleegde protocollen, kunnen inzicht geven in de onderliggende medische gegevens waarop een geheimhoudingsplicht rust. Deze informatie mag ook niet openbaar gemaakt worden.

Feiten

Appellanten hebben de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verzocht om documenten over het overlijden van hun dochtertje in het Tergooi ziekenhuis openbaar te maken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Daarnaast hebben zij verzocht om openbaarmaking van documenten over het functioneren van dit ziekenhuis, de verbetermaatregelen van het ziekenhuis en het toezicht van de Inspectie voor de gezondheidszorg. De minister heeft – voor zover relevant – drie documenten integraal geweigerd, zodat deze documenten niet openbaar zijn gemaakt. Het betreft:

  • Document 6: het calamiteitenrapport over het overlijden van het dochtertje.
  • Document 26: een calamiteitenrapport over een andere patiënt van het ziekenhuis.
  • Document 27: een interne nota over een andere patiënt. 

De minister heeft de openbaarmaking van deze documenten geweigerd op grond van de geheimhoudingsplicht van artikel 24, vierde lid, en artikel 25, derde lid, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Kort gezegd komen deze bepalingen erop neer dat ambtenaren dezelfde geheimhoudingsplicht hebben als de betrokken zorgverlener heeft (te weten zijn medisch beroepsgeheim). Er is als het ware sprake van een verlengd beroepsgeheim.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank heeft overwogen dat de (voorganger van de) Wkkgz een bijzondere openbaarmakingsregeling bevat met een uitputtend karakter die voorgaat op de Wob. De medische patiëntgegevens in document 6, 26 en 27 vallen onder de geheimhoudingsplicht van de hulpverlener van artikel 7:457 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (zie hierover onze eerdere blog). Document 27 is terecht geweigerd, omdat de medische patiëntengegevens nauw verweven zijn met andersoortige informatie. Document 6 en 26 mochten niet volledig geweigerd worden, omdat hier ook nog andere informatie dan medische patiëntgegevens in stonden.

Hoger beroep

In het hoger beroep ging het om de vraag of document 6 en 26 openbaar gemaakt moesten worden.

De Afdeling oordeelt allereerst expliciet dat de bepalingen uit de Wkkgz voorgaan op de Wob. Vervolgens gaat de Afdeling nader in op de totstandkomingsgeschiedenis van artikel 7:457 van het Burgerlijk Wetboek: een patiënt kan in een concreet geval en voor een bepaald doel toestemming geven aan de zorgverlener voor het geven van inlichtingen of inzage in/afschrift van het patiëntendossier. Heeft een patiënt geen toestemming gegeven, dan mogen gegevens/documenten niet openbaar gemaakt worden voor eenieder op grond van de Wob. De minister heeft openbaarmaking van medische patiëntengegevens van [dochtertje] in document 6 dan ook terecht geweigerd.

Daarnaast oordeelt de Afdeling dat ook de algemene passages uit document 6 en 26 (over de gehanteerde onderzoeksmethodiek en geraadpleegde protocollen) inzicht kunnen geven in de onderliggende medische gegevens waarop een geheimhoudingsplicht rust. Welke disciplines deelnemen aan het onderzoek en welke literatuur wordt geraadpleegd kan, zeker in kleine kring, informatie geven die herleidbaar is. Vanwege deze verwevenheid strekt de geheimhoudingsplicht zich ook uit tot de algemene passages in documenten. Anders dan de rechtbank komt de Afdeling tot het oordeel dat de minister de openbaarmaking van de documenten 6 en 26 volledig mocht weigeren.

Conclusie

Bij de beoordeling van documenten waarin gegevens staan die vallen onder het medische beroepsgeheim als bedoeld in artikel 7:457 van het Burgerlijk Wetboek blijft het van belang om zorgvuldig te blijven. Medische gegevens, maar ook algemene gegevens die inzicht kunnen bieden in de medische gegevens, mogen niet openbaar gemaakt worden.

Hebt u vragen over dit blog, of wilt u weten of in specifieke gevallen het medisch beroepsgeheim voor gaat op de Wet openbaarheid van bestuur, dan wel andere vragen over de Wet openbaarheid van bestuur? Neem dan contact op met Sophie Groeneveld.

Juridisch advies of meer informatie?

Heeft u naar aanleiding van dit blog vragen? Neem dan contact op met Sophie Groeneveld.

De verhouding tussen het medisch beroepsgeheim, gezondheidswetgeving en de Wet openbaarheid van bestuur blijft een lastig onderwerp, zo blijkt uit een recente uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. In deze uitspraak heeft de Afdeling geoordeeld dat geen toestemming aan de hulpverlener voor openbaarmaking aan eenieder kan worden verleend, zodat medische gegevens die onder het beroepsgeheim vallen niet openbaar gemaakt kunnen worden. Ook algemene informatie, zoals de gehanteerde onderzoeksmethodiek en geraadpleegde protocollen, kunnen inzicht geven in de onderliggende medische gegevens waarop een geheimhoudingsplicht rust. Deze informatie mag ook niet openbaar gemaakt worden.

Feiten

Appellanten hebben de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verzocht om documenten over het overlijden van hun dochtertje in het Tergooi ziekenhuis openbaar te maken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Daarnaast hebben zij verzocht om openbaarmaking van documenten over het functioneren van dit ziekenhuis, de verbetermaatregelen van het ziekenhuis en het toezicht van de Inspectie voor de gezondheidszorg. De minister heeft – voor zover relevant – drie documenten integraal geweigerd, zodat deze documenten niet openbaar zijn gemaakt. Het betreft:

  • Document 6: het calamiteitenrapport over het overlijden van het dochtertje.
  • Document 26: een calamiteitenrapport over een andere patiënt van het ziekenhuis.
  • Document 27: een interne nota over een andere patiënt. 

De minister heeft de openbaarmaking van deze documenten geweigerd op grond van de geheimhoudingsplicht van artikel 24, vierde lid, en artikel 25, derde lid, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Kort gezegd komen deze bepalingen erop neer dat ambtenaren dezelfde geheimhoudingsplicht hebben als de betrokken zorgverlener heeft (te weten zijn medisch beroepsgeheim). Er is als het ware sprake van een verlengd beroepsgeheim.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank heeft overwogen dat de (voorganger van de) Wkkgz een bijzondere openbaarmakingsregeling bevat met een uitputtend karakter die voorgaat op de Wob. De medische patiëntgegevens in document 6, 26 en 27 vallen onder de geheimhoudingsplicht van de hulpverlener van artikel 7:457 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (zie hierover onze eerdere blog). Document 27 is terecht geweigerd, omdat de medische patiëntengegevens nauw verweven zijn met andersoortige informatie. Document 6 en 26 mochten niet volledig geweigerd worden, omdat hier ook nog andere informatie dan medische patiëntgegevens in stonden.

Hoger beroep

In het hoger beroep ging het om de vraag of document 6 en 26 openbaar gemaakt moesten worden.

De Afdeling oordeelt allereerst expliciet dat de bepalingen uit de Wkkgz voorgaan op de Wob. Vervolgens gaat de Afdeling nader in op de totstandkomingsgeschiedenis van artikel 7:457 van het Burgerlijk Wetboek: een patiënt kan in een concreet geval en voor een bepaald doel toestemming geven aan de zorgverlener voor het geven van inlichtingen of inzage in/afschrift van het patiëntendossier. Heeft een patiënt geen toestemming gegeven, dan mogen gegevens/documenten niet openbaar gemaakt worden voor eenieder op grond van de Wob. De minister heeft openbaarmaking van medische patiëntengegevens van [dochtertje] in document 6 dan ook terecht geweigerd.

Daarnaast oordeelt de Afdeling dat ook de algemene passages uit document 6 en 26 (over de gehanteerde onderzoeksmethodiek en geraadpleegde protocollen) inzicht kunnen geven in de onderliggende medische gegevens waarop een geheimhoudingsplicht rust. Welke disciplines deelnemen aan het onderzoek en welke literatuur wordt geraadpleegd kan, zeker in kleine kring, informatie geven die herleidbaar is. Vanwege deze verwevenheid strekt de geheimhoudingsplicht zich ook uit tot de algemene passages in documenten. Anders dan de rechtbank komt de Afdeling tot het oordeel dat de minister de openbaarmaking van de documenten 6 en 26 volledig mocht weigeren.

Conclusie

Bij de beoordeling van documenten waarin gegevens staan die vallen onder het medische beroepsgeheim als bedoeld in artikel 7:457 van het Burgerlijk Wetboek blijft het van belang om zorgvuldig te blijven. Medische gegevens, maar ook algemene gegevens die inzicht kunnen bieden in de medische gegevens, mogen niet openbaar gemaakt worden.

Hebt u vragen over dit blog, of wilt u weten of in specifieke gevallen het medisch beroepsgeheim voor gaat op de Wet openbaarheid van bestuur, dan wel andere vragen over de Wet openbaarheid van bestuur? Neem dan contact op met Sophie Groeneveld.

Juridisch advies of meer informatie?

Heeft u naar aanleiding van dit blog vragen? Neem dan contact op met Sophie Groeneveld.