De werkgever is verplicht om te zorgen voor een veilige werkomgeving voor de werknemer. Deze zorgplicht kan ook gelden indien een werknemer op zakenreis is in het buitenland. In een recente uitspraak van de Kantonrechter Amsterdam ging het om de vraag of de werkgever aansprakelijk kon worden gehouden voor het overlijden van een werknemer na een hondenbeet in Haïti.
Hondenbeet
De werknemer is op 1 januari 2013 in dienst getreden bij de werkgever. De werkgever zet zich in voor toegang tot medicijnen en gezondheidsproducten in ontwikkelingslanden. De werknemer heeft begin 2013 dienstreizen gemaakt naar India en Bangladesh. Vervolgens is de werknemer op 28 april 2013 in opdracht van de werkgever naar Haïti gereisd om daar tijdelijk werkzaamheden uit te voeren. Voor Haïti zijn geen inentingen verplicht gesteld, maar er worden wel bepaalde vaccinaties aangeraden. Daarbij is het een risicovol land wat betreft rabiïsbesmettingen (hondsdolheid).
Op de compound waar de werknemer werkte en verbleef was een waakhond aanwezig, die was ingeënt tegen rabiës. Sinds 21 april 2013 kwam hier een tweede waakhond bij, die vanwege zijn jonge leeftijd nog niet was ingeënt. Deze pup is in de nacht van 29 op 30 april 2013 door een ander dier aangevallen. Op advies van de dierenarts is de pup vastgelegd aan een boom achter op de compound. Op 4 mei 2013, de dag dat de werknemer terug naar huis zou reizen, heeft de werknemer de pup geaaid en is toen tot bloedens toe door de pup in zijn hand gebeten. De werknemer heeft de wond schoongemaakt met water en alcohol en heeft een foto van zijn hand gemaakt. Na zijn terugkeer in Nederland op 5 mei 2013, is de werknemer gewoon weer aan het werk gaan. Vanaf 19 juni 2013 begon de werknemer verschijnselen te ontwikkelen. Op 15 juli 2013 is de werknemer aan de gevolgen overleden. Zijn weduwe heeft de werkgever aansprakelijk gesteld voor de schade door het overlijden van de werknemer.
Zorgplicht
Bij de vraag of een werkgever aansprakelijk is voor de schade die een werknemer lijdt moet een onderscheid worden gemaakt tussen artikel 7:658 BW en artikel 7:611 BW. Op grond van artikel 7:658 BW moet de werkgever maatregelen nemen om te voorkomen dat een werknemer in de uitoefening van zijn functie schade lijdt. Dit betekent dat de werkgever een zorgplicht heeft om een arbeidsongeval of een beroepsziekte te voorkomen. Ingevolge artikel 7:611 BW kan een werkgever onder bepaalde omstandigheden aansprakelijk zijn voor werkgerelateerde schade die een werknemer buiten de uitoefening van zijn werkzaamheden oploopt, zoals bijvoorbeeld tijdens bedrijfsuitjes. Deze zorgplichten van de werkgever gelden in beginsel ook voor werknemers die op zakenreis zijn in het buitenland.
Aansprakelijkheid
De kantonrechter stelt vast dat het ongeval niet is gebeurd tijdens de uitoefening van de werkzaamheden. De werknemer is immers in afwachting van zijn terugvlucht gebeten tijdens een wandeling over de compound. Om deze reden is de zorgplicht van artikel 7:658 BW niet aan de orde. Nu de werkgever de werknemer had opgedragen om zijn werkzaamheden op de compound te verrichten en daar ook te verblijven, heeft het verblijf op de compound wel een zodanige nauwe samenhang met deze werkzaamheden, dat de werkgever op grond van goed werkgeverschap (artikel 7:611 BW) gedurende het verblijf op de compound zorg had moeten dragen voor een veilige leefomgeving. Dit heeft de werkgever niet gedaan. Vaststaat immers dat tijdens het verblijf van de werknemer een niet tegen rabi's ingeënte pup op de compound rondliep, die gebeten kon worden door een ander (wild) dier, omdat de compound niet volledig omheind was en daardoor besmet kon raken met het rabi'svirus. Daarbij was de pup benaderbaar gebleven voor de werknemer en is de werknemer niet gewaarschuwd voor de gebeten pup. Hierdoor is de werknemer blootgesteld aan een onaanvaardbaar groot besmettingsgevaar. De kantonrechter oordeelt dat de werkgever onder deze omstandigheden aansprakelijk is voor de uit de beet van de pup voortgekomen schade.
Eigen schuld
Wel is aannemelijk dat sprake is van eigen schuld van de werknemer, omdat de werknemer zich niet medisch heeft laten behandelen, terwijl de werknemer wist dat Haïti een risicovol land is wat betreft rabi's en hij was geadviseerd om een arts te raadplegen. Nu niet kan worden uitgesloten dat de werknemer, als hij zich eerder had laten behandelen door een arts, niet was overleden als gevolg van de hondenbeet, is sprake van eigen schuld van de werknemer. De kantonrechter stelt partijen in de gelegenheid om zich uit te laten over (i) het eigen aandeel in de veroorzaking van de schade en (ii) de situatie die zou zijn ontstaan indien de werknemer zich wel binnen 48 uur had laten behandelen. Dit kan namelijk leiden tot vermindering van de werkgeversaansprakelijkheid.
Conclusie
In de onderhavige situatie werd de werkgever aansprakelijk gehouden voor het overlijden van de werknemer, terwijl hij weinig tot geen invloed had op de werkomstandigheden en het verblijf van de werknemer. Hieruit kan worden geconcludeerd dat aan de werkgever, ook bij dienstreizen in het buitenland, hoge eisen worden gesteld om te zorgen voor een veilige werkomgeving. Aan de werknemer worden echter ook hoge eisen gesteld bij aansprakelijkheid op grond van artikel 7:611 BW. Bij deze aansprakelijkheid gelden namelijk de regels van eigen schuld, waardoor het eigen aandeel in de veroorzaking van de schade kan leiden tot vermindering van de werkgeversaansprakelijkheid, zelfs als de werknemer niet opzettelijk of bewust roekeloos heeft gehandeld.
Juridisch advies of meer informatie?
Heeft u vragen naar aanleiding van dit blog? Neem dan contact op met Fleur Folmer.
Dit blog is onderdeel van de nieuwsbrief Arbeid & Pensioenen.
De werkgever is verplicht om te zorgen voor een veilige werkomgeving voor de werknemer. Deze zorgplicht kan ook gelden indien een werknemer op zakenreis is in het buitenland. In een recente uitspraak van de Kantonrechter Amsterdam ging het om de vraag of de werkgever aansprakelijk kon worden gehouden voor het overlijden van een werknemer na een hondenbeet in Haïti.
Hondenbeet
De werknemer is op 1 januari 2013 in dienst getreden bij de werkgever. De werkgever zet zich in voor toegang tot medicijnen en gezondheidsproducten in ontwikkelingslanden. De werknemer heeft begin 2013 dienstreizen gemaakt naar India en Bangladesh. Vervolgens is de werknemer op 28 april 2013 in opdracht van de werkgever naar Haïti gereisd om daar tijdelijk werkzaamheden uit te voeren. Voor Haïti zijn geen inentingen verplicht gesteld, maar er worden wel bepaalde vaccinaties aangeraden. Daarbij is het een risicovol land wat betreft rabiïsbesmettingen (hondsdolheid).
Op de compound waar de werknemer werkte en verbleef was een waakhond aanwezig, die was ingeënt tegen rabiës. Sinds 21 april 2013 kwam hier een tweede waakhond bij, die vanwege zijn jonge leeftijd nog niet was ingeënt. Deze pup is in de nacht van 29 op 30 april 2013 door een ander dier aangevallen. Op advies van de dierenarts is de pup vastgelegd aan een boom achter op de compound. Op 4 mei 2013, de dag dat de werknemer terug naar huis zou reizen, heeft de werknemer de pup geaaid en is toen tot bloedens toe door de pup in zijn hand gebeten. De werknemer heeft de wond schoongemaakt met water en alcohol en heeft een foto van zijn hand gemaakt. Na zijn terugkeer in Nederland op 5 mei 2013, is de werknemer gewoon weer aan het werk gaan. Vanaf 19 juni 2013 begon de werknemer verschijnselen te ontwikkelen. Op 15 juli 2013 is de werknemer aan de gevolgen overleden. Zijn weduwe heeft de werkgever aansprakelijk gesteld voor de schade door het overlijden van de werknemer.
Zorgplicht
Bij de vraag of een werkgever aansprakelijk is voor de schade die een werknemer lijdt moet een onderscheid worden gemaakt tussen artikel 7:658 BW en artikel 7:611 BW. Op grond van artikel 7:658 BW moet de werkgever maatregelen nemen om te voorkomen dat een werknemer in de uitoefening van zijn functie schade lijdt. Dit betekent dat de werkgever een zorgplicht heeft om een arbeidsongeval of een beroepsziekte te voorkomen. Ingevolge artikel 7:611 BW kan een werkgever onder bepaalde omstandigheden aansprakelijk zijn voor werkgerelateerde schade die een werknemer buiten de uitoefening van zijn werkzaamheden oploopt, zoals bijvoorbeeld tijdens bedrijfsuitjes. Deze zorgplichten van de werkgever gelden in beginsel ook voor werknemers die op zakenreis zijn in het buitenland.
Aansprakelijkheid
De kantonrechter stelt vast dat het ongeval niet is gebeurd tijdens de uitoefening van de werkzaamheden. De werknemer is immers in afwachting van zijn terugvlucht gebeten tijdens een wandeling over de compound. Om deze reden is de zorgplicht van artikel 7:658 BW niet aan de orde. Nu de werkgever de werknemer had opgedragen om zijn werkzaamheden op de compound te verrichten en daar ook te verblijven, heeft het verblijf op de compound wel een zodanige nauwe samenhang met deze werkzaamheden, dat de werkgever op grond van goed werkgeverschap (artikel 7:611 BW) gedurende het verblijf op de compound zorg had moeten dragen voor een veilige leefomgeving. Dit heeft de werkgever niet gedaan. Vaststaat immers dat tijdens het verblijf van de werknemer een niet tegen rabi's ingeënte pup op de compound rondliep, die gebeten kon worden door een ander (wild) dier, omdat de compound niet volledig omheind was en daardoor besmet kon raken met het rabi'svirus. Daarbij was de pup benaderbaar gebleven voor de werknemer en is de werknemer niet gewaarschuwd voor de gebeten pup. Hierdoor is de werknemer blootgesteld aan een onaanvaardbaar groot besmettingsgevaar. De kantonrechter oordeelt dat de werkgever onder deze omstandigheden aansprakelijk is voor de uit de beet van de pup voortgekomen schade.
Eigen schuld
Wel is aannemelijk dat sprake is van eigen schuld van de werknemer, omdat de werknemer zich niet medisch heeft laten behandelen, terwijl de werknemer wist dat Haïti een risicovol land is wat betreft rabi's en hij was geadviseerd om een arts te raadplegen. Nu niet kan worden uitgesloten dat de werknemer, als hij zich eerder had laten behandelen door een arts, niet was overleden als gevolg van de hondenbeet, is sprake van eigen schuld van de werknemer. De kantonrechter stelt partijen in de gelegenheid om zich uit te laten over (i) het eigen aandeel in de veroorzaking van de schade en (ii) de situatie die zou zijn ontstaan indien de werknemer zich wel binnen 48 uur had laten behandelen. Dit kan namelijk leiden tot vermindering van de werkgeversaansprakelijkheid.
Conclusie
In de onderhavige situatie werd de werkgever aansprakelijk gehouden voor het overlijden van de werknemer, terwijl hij weinig tot geen invloed had op de werkomstandigheden en het verblijf van de werknemer. Hieruit kan worden geconcludeerd dat aan de werkgever, ook bij dienstreizen in het buitenland, hoge eisen worden gesteld om te zorgen voor een veilige werkomgeving. Aan de werknemer worden echter ook hoge eisen gesteld bij aansprakelijkheid op grond van artikel 7:611 BW. Bij deze aansprakelijkheid gelden namelijk de regels van eigen schuld, waardoor het eigen aandeel in de veroorzaking van de schade kan leiden tot vermindering van de werkgeversaansprakelijkheid, zelfs als de werknemer niet opzettelijk of bewust roekeloos heeft gehandeld.
Juridisch advies of meer informatie?
Heeft u vragen naar aanleiding van dit blog? Neem dan contact op met Fleur Folmer.
Dit blog is onderdeel van de nieuwsbrief Arbeid & Pensioenen.