Ontwikkelingen in de Wmo 2015: wat kunnen we wel en voorlopig nog niet verwachten?

28 november 2022 | Blog

De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) is sinds zijn inwerkingtreding constant in ontwikkeling. Mede naar aanleiding van de brief die de staatssecretaris begin deze maand naar de Tweede Kamer stuurde, bespreken wij in dit blog kort een aantal ontwikkelingen (of juist het uitblijven daarvan) met betrekking tot de Wmo 2015.

Passende eigen bijdrage huishoudelijke hulp

Vorige week is het wetsvoorstel passende eigen bijdrage huishoudelijke hulp ter consultatie gelegd. Met dit wetsvoorstel wordt in de Wmo 2015 een grondslag gecreëerd om via een algemene maatregel van bestuur voor de huishoudelijke hulp een aparte passende eigen bijdrage vast te stellen. Nu wordt voor huishoudelijke hulp nog het abonnementstarief van maximaal 19 euro per maand geheven. De (financiële) drempel om een voorziening aan te vragen is daardoor erg laag, ook voor mensen met een hoog of middeninkomen die huishoudelijke hulp ook zelf kunnen betalen. Vanwege de toename van het zorggebruik vanuit de Wmo 2015 in combinatie met het oplopende tekort aan personeel bij aanbieders en gebrek aan middelen bij gemeenten, wil de regering deze drempel verhogen. Vanaf een bijdrageplichtig inkomen van 185% van het sociaal minimum, zal de eigen bijdrage voor de voorziening huishoudelijke hulp lineair stijgen tot een maximum van 255 euro per maand.

Verder wordt in dit wetsvoorstel het start- en pauzemoment voor de eigen bijdrage in het kader van de Wmo 2015 verduidelijkt en wordt met de wijze van indexering van het abonnementstarief aangesloten bij de systematiek van de Wet langdurige zorg.

Er kan nog tot 12 december 2022 gereageerd worden op de consultatieversie van het wetsvoorstel.

Woonplaatsbeginsel beschermd wonen

Al een tijdje hangt de invoering van het woonplaatsbeginsel beschermd wonen boven de markt. Met het woonplaatsbeginsel wordt geregeld dat alle gemeenten voortaan verantwoordelijk zijn voor beschermd wonen voor de eigen inwoners. Aanvankelijk was beoogd dit woonplaatsbeginsel voor beschermd wonen per 1 januari 2023 te introduceren, maar al begin dit jaar werd aangegeven dat die datum niet gehaald zou gaan worden. De beoogde ingangsdatum is nu 1 januari 2024. In een brief van 12 oktober kondigde de staatssecretaris aan dat het wetsvoorstel op korte termijn bij de Tweede Kamer zal worden ingediend. Dit wetsvoorstel zal ook een voorstel bevatten voor de nadere wettelijke verankering van de samenwerking tussen gemeenten voor de inkoop van beschermd wonen.

Wetsvoorstel resultaatgericht beschikken

Ook de wetswijziging om het resultaatgericht beschikken mogelijk te maken, heeft zich al een tijd geleden aangekondigd. De staatssecretaris lijkt in zijn laatste brief echter enigszins onzeker te zijn over de invoering van dit wetsvoorstel. Eén van de probleempunten van het wetsvoorstel blijft de rechtszekerheid. Dit rechtszekerheidsprobleem is ook al meermaals naar voren gekomen in uitspraken van de Centrale Raad van Beroep. Onlangs nog oordeelde de Centrale Raad dat de vereiste rechtszekerheid alleen behaald kan worden als de betrokkene bij de verstrekking in ieder geval weet welke aanspraak bestaat op naar tijdseenheden bepaalde ondersteuning. Er wordt nu met alle betrokken partijen verkend of en hoe het resultaatgericht werken en -beschikken in stand gehouden kan worden. Daarbij geldt als uitgangspunt dat de rechtszekerheid, kwaliteit en flexibiliteit voor de cliënt gewaarborgd zijn. De staatssecretaris geeft daarbij wel aan dat hij “[in] deze fase nog geen duidelijke oplossing [ziet] voor de bedenkingen die verschillende partijen hebben ten aanzien van het resultaatgericht beschikken en werken”.

Wetsvoorstel bevordering samenwerking en rechtmatige zorg

Dan ook nog kort een update over de Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg. Dit wetsvoorstel zou de fraudebestrijding in de zorg ten goede moeten komen door een betere gegevensuitwisseling en samenwerking tussen betrokken partijen. Voorlopig hoeven we nog geen inwerkingtreding van deze wet te verwachten. In september vorig jaar is de nota van wijziging naar de Tweede Kamer gestuurd en daarna is het wetgevingsproces vooralsnog stil gevallen.

Wmo toezicht

Tot slot heeft de staatssecretaris wijzigingen op het gebied van toezicht op de Wmo aangekondigd. Bij de inwerkingtreding van de Wmo 2015 is door de wetgever de bewuste keuze gemaakt gemeenten zelf het toezicht te laten organiseren. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft echter geconstateerd dat dit toezicht zich onvoldoende heeft ontwikkeld en van onvoldoende kwaliteit is. Er wordt daarom nu gewerkt aan verschillende voorstellen die dit toezicht zouden moeten verbeteren. Gedacht wordt aan een verplichting voor colleges van burgemeester en wethouders om een toezichtbeleid te formuleren op basis waarvan de Wmo-toezichthouder een werkplan zal opstellen. Ook wordt onderzocht op welke schaal het Wmo-toezicht plaats zou moeten vinden. Tot welke concrete voorstellen dit gaat leiden, is nog even afwachten.

Meld u aan voor onze nieuwsbrieven