De vrijgevestigd medisch specialist kan anno 2015 volop geconfronteerd worden met de risico's van het ondernemerschap. Dat blijkt uit de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 18 februari 2015 waarbij twee oogartsen van het voormalige Ruwaard van Putten-Ziekenhuis hun toelatingsovereenkomst, goodwill en ook een aansluitende arbeidsovereenkomst kwijtraakten.
Op 24 juni 2013 is het Ruwaard van Puttenziekenhuis (RPZ) op eigen verzoek failliet verklaard. De curatoren hebben aan Spijkenisse Medisch Centrum (SMC) een groot deel van de activa verkocht.
Eisers hadden een toelatingsovereenkomst met RPZ. SMC heeft de toelatingsovereenkomsten niet overgenomen, maar wel met de twee oogartsen een arbeidsovereenkomst voor zes maanden gesloten, welke arbeidsovereenkomst vervolgens niet werd verlengd.
De artsen stelden dat de toelatingsovereenkomsten zijn overgegaan op SMC, danwel dat zij recht hebben op een goodwillvergoeding en een dienstverband. De rechtbank verwerpt dat. De toelatingsovereenkomsten gaan alleen over op SMC indien sprake is van aanbod en aanvaarding. Daar is niets van gebleken. Sterker nog, uit alles blijkt dat het niet de bedoeling was om een toelatingsovereenkomst aan te gaan. Dat vervolgens tussen het SMC en de artsen een arbeidsovereenkomst voor 6 maanden was gesloten betekent niet dat het SMC verplicht is daarna wederom een arbeidsovereenkomst te sluiten.
Eisers stelden ook dat SMC jegens hen onrechtmatig had gehandeld door met de curatoren samen te spannen om hun praktijk voor niets over te nemen. De rechtbank oordeelde dat van die samenspanning niets is gebleken en dat het SMC in principe vrij staat om activa over te nemen en om in dat kader al dan niet met eisers een overeenkomst aan te gaan. De rechtbank wijst er nog op dat het eisers vrij stond hun praktijk elders voort te zetten en dat zij daarin niet werden belemmerd. Eisers beriepen zich ook op ongerechtvaardigde verrijking. SMC zou, ten nadele van deze oogartsen, goedkoop aan patiënten en goodwill zijn gekomen. Ook dat verwerpt de rechtbank. Derden mogen nu eenmaal profiteren van het faillissement van een concurrent. Bijzondere omstandigheden kunnen dit wellicht anders maken, maar dergelijke omstandigheden zijn niet gebleken.
Deze uitspraak stelt buiten twijfel dat vrijgevestigd medisch specialisten het volle risico lopen bij een faillissement van hun ziekenhuis. De specialist die zich anno 2015 inkoopt, moet niet alleen naar de waarde van de praktijken kijken, maar ook naar de financiële robuustheid van het ziekenhuis.
De vrijgevestigd medisch specialist kan anno 2015 volop geconfronteerd worden met de risico's van het ondernemerschap. Dat blijkt uit de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 18 februari 2015 waarbij twee oogartsen van het voormalige Ruwaard van Putten-Ziekenhuis hun toelatingsovereenkomst, goodwill en ook een aansluitende arbeidsovereenkomst kwijtraakten.
Op 24 juni 2013 is het Ruwaard van Puttenziekenhuis (RPZ) op eigen verzoek failliet verklaard. De curatoren hebben aan Spijkenisse Medisch Centrum (SMC) een groot deel van de activa verkocht.
Eisers hadden een toelatingsovereenkomst met RPZ. SMC heeft de toelatingsovereenkomsten niet overgenomen, maar wel met de twee oogartsen een arbeidsovereenkomst voor zes maanden gesloten, welke arbeidsovereenkomst vervolgens niet werd verlengd.
De artsen stelden dat de toelatingsovereenkomsten zijn overgegaan op SMC, danwel dat zij recht hebben op een goodwillvergoeding en een dienstverband. De rechtbank verwerpt dat. De toelatingsovereenkomsten gaan alleen over op SMC indien sprake is van aanbod en aanvaarding. Daar is niets van gebleken. Sterker nog, uit alles blijkt dat het niet de bedoeling was om een toelatingsovereenkomst aan te gaan. Dat vervolgens tussen het SMC en de artsen een arbeidsovereenkomst voor 6 maanden was gesloten betekent niet dat het SMC verplicht is daarna wederom een arbeidsovereenkomst te sluiten.
Eisers stelden ook dat SMC jegens hen onrechtmatig had gehandeld door met de curatoren samen te spannen om hun praktijk voor niets over te nemen. De rechtbank oordeelde dat van die samenspanning niets is gebleken en dat het SMC in principe vrij staat om activa over te nemen en om in dat kader al dan niet met eisers een overeenkomst aan te gaan. De rechtbank wijst er nog op dat het eisers vrij stond hun praktijk elders voort te zetten en dat zij daarin niet werden belemmerd. Eisers beriepen zich ook op ongerechtvaardigde verrijking. SMC zou, ten nadele van deze oogartsen, goedkoop aan patiënten en goodwill zijn gekomen. Ook dat verwerpt de rechtbank. Derden mogen nu eenmaal profiteren van het faillissement van een concurrent. Bijzondere omstandigheden kunnen dit wellicht anders maken, maar dergelijke omstandigheden zijn niet gebleken.
Deze uitspraak stelt buiten twijfel dat vrijgevestigd medisch specialisten het volle risico lopen bij een faillissement van hun ziekenhuis. De specialist die zich anno 2015 inkoopt, moet niet alleen naar de waarde van de praktijken kijken, maar ook naar de financiële robuustheid van het ziekenhuis.