Blogserie Vernieuwde Jeugdwet. Blog 2: Is een betere organisatie van de jeugdhulp echt de (enige) oplossing?

 11 november 2019 | Blog

De ministers willen de jeugdzorg verbeteren door op een aantal punten de organisatie daarvan te versterken. Hoewel het zeker goed is de organisatie van de jeugdzorg te verbeteren, zouden de inspanningen van de regering daartoe niet beperkt moeten zijn. Belangrijk is het om integraal te bekijken op welke punten de Jeugdwet kan worden gewijzigd zodat gemeenten nog beter in staat zijn hun verantwoordelijkheid op het gebied van jeugdhulp, -bescherming en –reclassering te vervullen.

Verbetervoorstellen van de ministers
In een recente brief kondigen de ministers De Jonge en Dekker hun plannen met betrekking tot het verbeteren van de organisatie van het jeugdstelsel aan. Volgens de ministers dient de Jeugdwet te worden gewijzigd om onder meer:

  • duidelijkheid te scheppen over de inrichting en taken van jeugdregio’s;
  • te regelen op welk schaalniveau jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering wordt georganiseerd;
  • te regelen dat bij inkoop jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering specifieke zorgvuldigheidseisen in acht worden genomen;
  • te verzekeren dat jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen een fair tarief ontvangen voor hun diensten en
  • meer eenheid te scheppen in de toegang tot de jeugdhulp.

Versterk de organisatie, maar kijk ook breder
Uiteraard draagt een goede organisatie van de jeugdhulp bij aan de kwaliteit van de jeugdhulp. Indien die organisatie via de plannen van de ministers kan worden versterkt is dat positief te noemen. Het is echter de vraag of het verstandig is te focussen op alleen de versterking van de organisatie van de jeugdhulp. Met de invoering van de Jeugdwet is de keuze gemaakt om gemeenten in belangrijke mate verantwoordelijk te maken voor de jeugdhulp en de organisatie van de jeugdreclassering en –bescherming. Daarbij is aan gemeenten een grote mate van beleidsruimte gelaten om te bepalen op welke wijze er invulling aan die verantwoordelijkheid wordt gegeven. In de plannen van de ministers blijven de gemeenten onverkort verantwoordelijk voor de inzet van jeugdhulp, jeugdreclassering en jeugdbescherming. Volgens mij zou de vraag niet zozeer moeten zijn hoe de organisatie van de jeugdhulp kan worden verbeterd, maar op welke manier het beste wordt geborgd dat gemeenten daadwerkelijk in de positie zijn om beleid te voeren om daarmee de doelen van de Jeugdwet te kunnen realiseren. Een verbetering van de organisatie van het jeugdstelsel kan daar zeker aan bijdragen, maar het zou een gemiste kans zijn als gelijktijdig niet ook naar andere aspecten wordt gekeken.

Pleidooi voor een integrale doordenking van de Jeugdwet zonder heilige huisjes
Naast de vraag of het budget dat gemeenten ontvangen überhaupt wel toereikend is, zou breed moeten worden bezien of er andere knelpunten zijn die maken dat gemeenten niet altijd optimaal hun verantwoordelijkheid kunnen nemen. Om alvast een voorschot op het debat te nemen, hieronder een aantal vragen die wat mij betreft zeker gesteld moeten worden:

  1. Is het niet verstandig om de toegang van jeugdhulp via de huisarts (de zogenoemde “huisartsenroute”) te beperken of af te schaffen? Iedere jeugdhulpvraag zou dan via de gemeente lopen waardoor de gemeente effectiever via de toegang kan sturen.
  2. Zou de mogelijkheid van een pgb niet moeten worden geschrapt?
  3. Is het logisch dat gemeenten (financieel) verantwoordelijk zijn voor de organisatie van jeugdbescherming en –reclassering terwijl hun inhoudelijke sturingsmogelijkheden op dat terrein beperkt zijn?

Wat ons betreft vindt er in 2020 dus een brede doordenking plaats van de Jeugdwet waarbij er breder wordt gekeken dan alleen het op een aantal punten verbeteren van de organisatie van het jeugdzorgstelsel.

De ministers willen de jeugdzorg verbeteren door op een aantal punten de organisatie daarvan te versterken. Hoewel het zeker goed is de organisatie van de jeugdzorg te verbeteren, zouden de inspanningen van de regering daartoe niet beperkt moeten zijn. Belangrijk is het om integraal te bekijken op welke punten de Jeugdwet kan worden gewijzigd zodat gemeenten nog beter in staat zijn hun verantwoordelijkheid op het gebied van jeugdhulp, -bescherming en –reclassering te vervullen.

Verbetervoorstellen van de ministers
In een recente brief kondigen de ministers De Jonge en Dekker hun plannen met betrekking tot het verbeteren van de organisatie van het jeugdstelsel aan. Volgens de ministers dient de Jeugdwet te worden gewijzigd om onder meer:

  • duidelijkheid te scheppen over de inrichting en taken van jeugdregio’s;
  • te regelen op welk schaalniveau jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering wordt georganiseerd;
  • te regelen dat bij inkoop jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering specifieke zorgvuldigheidseisen in acht worden genomen;
  • te verzekeren dat jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen een fair tarief ontvangen voor hun diensten en
  • meer eenheid te scheppen in de toegang tot de jeugdhulp.

Versterk de organisatie, maar kijk ook breder
Uiteraard draagt een goede organisatie van de jeugdhulp bij aan de kwaliteit van de jeugdhulp. Indien die organisatie via de plannen van de ministers kan worden versterkt is dat positief te noemen. Het is echter de vraag of het verstandig is te focussen op alleen de versterking van de organisatie van de jeugdhulp. Met de invoering van de Jeugdwet is de keuze gemaakt om gemeenten in belangrijke mate verantwoordelijk te maken voor de jeugdhulp en de organisatie van de jeugdreclassering en –bescherming. Daarbij is aan gemeenten een grote mate van beleidsruimte gelaten om te bepalen op welke wijze er invulling aan die verantwoordelijkheid wordt gegeven. In de plannen van de ministers blijven de gemeenten onverkort verantwoordelijk voor de inzet van jeugdhulp, jeugdreclassering en jeugdbescherming. Volgens mij zou de vraag niet zozeer moeten zijn hoe de organisatie van de jeugdhulp kan worden verbeterd, maar op welke manier het beste wordt geborgd dat gemeenten daadwerkelijk in de positie zijn om beleid te voeren om daarmee de doelen van de Jeugdwet te kunnen realiseren. Een verbetering van de organisatie van het jeugdstelsel kan daar zeker aan bijdragen, maar het zou een gemiste kans zijn als gelijktijdig niet ook naar andere aspecten wordt gekeken.

Pleidooi voor een integrale doordenking van de Jeugdwet zonder heilige huisjes
Naast de vraag of het budget dat gemeenten ontvangen überhaupt wel toereikend is, zou breed moeten worden bezien of er andere knelpunten zijn die maken dat gemeenten niet altijd optimaal hun verantwoordelijkheid kunnen nemen. Om alvast een voorschot op het debat te nemen, hieronder een aantal vragen die wat mij betreft zeker gesteld moeten worden:

  1. Is het niet verstandig om de toegang van jeugdhulp via de huisarts (de zogenoemde “huisartsenroute”) te beperken of af te schaffen? Iedere jeugdhulpvraag zou dan via de gemeente lopen waardoor de gemeente effectiever via de toegang kan sturen.
  2. Zou de mogelijkheid van een pgb niet moeten worden geschrapt?
  3. Is het logisch dat gemeenten (financieel) verantwoordelijk zijn voor de organisatie van jeugdbescherming en –reclassering terwijl hun inhoudelijke sturingsmogelijkheden op dat terrein beperkt zijn?

Wat ons betreft vindt er in 2020 dus een brede doordenking plaats van de Jeugdwet waarbij er breder wordt gekeken dan alleen het op een aantal punten verbeteren van de organisatie van het jeugdzorgstelsel.