Inleiding
De Samenwerking Vennootschapsbelasting Lokale Overheden publiceerde 15 mei 2017 een informatieve notitie over de fiscale openingsbalans van overheidsbedrijven die vennootschapsbelastingplichtig zijn (of worden). Directe en indirecte bedrijven van lokale overheden zijn op 1 januari 2016 of daarna, ingeval van een gebroken boekjaar, vennootschapsbelastingplichtig geworden door de inwerkingtreding van de Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen. Het eerste belastingplichtige boekjaar zal voor veel van deze bedrijven zijn afgesloten en de rechtspersonen waartoe die bedrijven behoren, zullen thans aan hun eerste aangifte vennootschapsbelasting werken.
Het vertrekpunt voor die aangifte is de fiscale openingsbalans. Die balans kan op cruciale onderdelen afwijken van de bedrijfseconomische balans. De notitie Fiscale openingsbalans bevat informatie over de functie van de openingsbalans, de verschillen met de bedrijfseconomische balans, het wel of niet toerekenen van vermogensbestanddelen aan de onderneming en de waardebepaling. Daarnaast bevat de notitie een drietal praktijkvoorbeelden en een bijlage waarin de relevante parlementaire behandeling van de Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen is samengebracht.
Belang van de fiscale openingsbalans
De fiscale openingsbalans is van wezenlijke invloed op de vennootschapsbelasting verschuldigd door het lichaam dat het overheidsbedrijf heeft. De fiscale openingsbalans moet er allereerst toe leiden dat slechts de winst behaald vanaf het moment waarop de vennootschapsbelastingplicht is begonnen, met vennootschapsbelasting wordt belast. In de tweede plaats is de fiscale openingsbalans nodig voor de toerekening van de totale met de onderneming behaalde winst aan de boekjaren. Ten slotte geeft de openingsbalans ingeval van beperkt belastingplichtige rechtspersonen, zoals publiekrechtelijke rechtspersonen, stichtingen en verenigingen, aan welke vermogensbestanddelen van de rechtspersoon tot de onderneming behoren (vermogensetikettering).
Nut van de notitie
De notitie is nuttig omdat zij specifiek ingaat op de problemen bij het opstellen van een openingsbalans die voor directe en indirecte overheidsbedrijven van belang zijn. Sommige van die problemen kunnen zich ook bij private ondernemingen voordoen. Echter, de notitie verheldert de betrokken problemen met herkenbare voorbeelden en tot slot praktijkcasus, die op overheidsbedrijven betrekking hebben.
Verschillen tussen fiscale en bedrijfseconomische balans
De notitie gaat slechts summierlijk in op de verschillen tussen de fiscale (openings)balans en de bedrijfseconomische balans, terwijl de fiscale waarderingsvoorschriften zeer aanzienlijk kunnen verschillen van de bedrijfseconomische. Voorts gelden voor belangrijke categorieën van activa beperkingen van de fiscale afschrijvingslasten, die voor aanzienlijke permanente en tijdelijke verschillen tussen de fiscale en bedrijfseconomische waardering van die activa kunnen zorgen. Die verschillen dragen op hun beurt bij aan verschillen tussen de fiscale en de bedrijfseconomische jaarwinst en aan belastinglatenties in de jaarrekening.
Toerekening van bezittingen en schulden aan overheidsbedrijf
Zeer uitvoerig is de notitie echter over vermogensetikettering. De notitie behandelt dit vraagstuk in relatie tot uiteenlopende categorieën van vermogensbestanddelen, zoals panden, beleggingen en verstrekte leningen en schulden. Daarnaast gaat de notitie in op de situatie waarin een vermogensbestanddeel dat in de (openings)balans niet tot het overheidsbedrijf wordt gerekend, wel voor dat bedrijf wordt gebruikt en de omgekeerde situatie, waarin een activum van een overheidsbedrijf mede gebruikt wordt voor activiteiten die niet toerekenbaar zijn aan dat bedrijf.
Waardering van bezittingen en schulden van overheidsbedrijf
Zeer uitvoerig is de notitie ook over de bepaling van de waarde van bezittingen en schulden in de fiscale openingsbalans. Uitgangspunt is dat de bezittingen en schulden in de openingsbalans daarin worden opgenomen voor hun waarde in het economische verkeer. De notitie legt uit wat onder die waarde moet worden verstaan en hoe die waarde moet worden vastgesteld. De notitie maakt daarbij onderscheid tussen courante, minder courante en incourante activa, kapitaalintensieve en niet-kapitaalintensieve ondernemingen, en tussen ondernemingen met operationeel gebonden vastgoed en ondernemingen met vastgoed dat niet operationeel gebonden is. De notitie beschrijft de drie benaderingen voor de vaststelling van de waarde in het economische verkeer (de comparatieve benadering, de inkomstenbenadering en de kostenbenadering) in functie van dat onderscheid en legt uit hoe de een andere benadering kan worden gebruikt om de uitkomst van de gekozen benadering te controleren.
Overige onderwerpen
Minder uitvoerig gaat de notitie in op het verbod op de activering van door de betrokken rechtspersoon zelf voortgebrachte goodwill, verschillen tussen de nominale waarde en de contante waarde van langlopende schulden en de vergelijking van het begrip 'waarde in het economische verkeer' van vastgoed voor de vennootschapsbelasting en de WOZ-waarde van vastgoed, welke waarden niet per definitie gelijk aan elkaar zijn. De WOZ-waarde van incourant vastgoed kan overeenstemmen met de waarde in het economische verkeer van dat vastgoed voor de vennootschapsbelasting. Helaas gaat de notitie aan dit punt voorbij.
Afsluiting
De notitie Fiscale openingsbalans is de recentste van een aantal publicaties van de SVLO die zijn opgesteld met het doel decentrale overheden en privaatrechtelijke overheidslichamen terzijde te staan bij het vaststellen van hun onderworpenheid aan vennootschapsbelasting, hun in aanmerking komen voor subjectieve en objectieve vrijstellingen van vennootschapsbelasting en hun voorbereiding op de aangifte vennootschapsbelasting. Hoewel de notitie een op zichzelf staand document is, verwijst zij op verschillende plaatsen naar de eerder verschenen publicaties. Daardoor wordt niet alleen de samenhang met die publicaties duidelijk, maar ook de noodzaak die ander publicaties in ogenschouw te nemen. De notitie is duidelijk ook geschreven voor niet-fiscalisten, maar zonder gedegen financiële kennis moeilijk toegankelijk.
Juridisch advies of meer informatie?
Heeft u vragen naar aanleiding van dit blog? Neem dan contact op met Eric Vermeulen.
Inleiding
De Samenwerking Vennootschapsbelasting Lokale Overheden publiceerde 15 mei 2017 een informatieve notitie over de fiscale openingsbalans van overheidsbedrijven die vennootschapsbelastingplichtig zijn (of worden). Directe en indirecte bedrijven van lokale overheden zijn op 1 januari 2016 of daarna, ingeval van een gebroken boekjaar, vennootschapsbelastingplichtig geworden door de inwerkingtreding van de Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen. Het eerste belastingplichtige boekjaar zal voor veel van deze bedrijven zijn afgesloten en de rechtspersonen waartoe die bedrijven behoren, zullen thans aan hun eerste aangifte vennootschapsbelasting werken.
Het vertrekpunt voor die aangifte is de fiscale openingsbalans. Die balans kan op cruciale onderdelen afwijken van de bedrijfseconomische balans. De notitie Fiscale openingsbalans bevat informatie over de functie van de openingsbalans, de verschillen met de bedrijfseconomische balans, het wel of niet toerekenen van vermogensbestanddelen aan de onderneming en de waardebepaling. Daarnaast bevat de notitie een drietal praktijkvoorbeelden en een bijlage waarin de relevante parlementaire behandeling van de Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen is samengebracht.
Belang van de fiscale openingsbalans
De fiscale openingsbalans is van wezenlijke invloed op de vennootschapsbelasting verschuldigd door het lichaam dat het overheidsbedrijf heeft. De fiscale openingsbalans moet er allereerst toe leiden dat slechts de winst behaald vanaf het moment waarop de vennootschapsbelastingplicht is begonnen, met vennootschapsbelasting wordt belast. In de tweede plaats is de fiscale openingsbalans nodig voor de toerekening van de totale met de onderneming behaalde winst aan de boekjaren. Ten slotte geeft de openingsbalans ingeval van beperkt belastingplichtige rechtspersonen, zoals publiekrechtelijke rechtspersonen, stichtingen en verenigingen, aan welke vermogensbestanddelen van de rechtspersoon tot de onderneming behoren (vermogensetikettering).
Nut van de notitie
De notitie is nuttig omdat zij specifiek ingaat op de problemen bij het opstellen van een openingsbalans die voor directe en indirecte overheidsbedrijven van belang zijn. Sommige van die problemen kunnen zich ook bij private ondernemingen voordoen. Echter, de notitie verheldert de betrokken problemen met herkenbare voorbeelden en tot slot praktijkcasus, die op overheidsbedrijven betrekking hebben.
Verschillen tussen fiscale en bedrijfseconomische balans
De notitie gaat slechts summierlijk in op de verschillen tussen de fiscale (openings)balans en de bedrijfseconomische balans, terwijl de fiscale waarderingsvoorschriften zeer aanzienlijk kunnen verschillen van de bedrijfseconomische. Voorts gelden voor belangrijke categorieën van activa beperkingen van de fiscale afschrijvingslasten, die voor aanzienlijke permanente en tijdelijke verschillen tussen de fiscale en bedrijfseconomische waardering van die activa kunnen zorgen. Die verschillen dragen op hun beurt bij aan verschillen tussen de fiscale en de bedrijfseconomische jaarwinst en aan belastinglatenties in de jaarrekening.
Toerekening van bezittingen en schulden aan overheidsbedrijf
Zeer uitvoerig is de notitie echter over vermogensetikettering. De notitie behandelt dit vraagstuk in relatie tot uiteenlopende categorieën van vermogensbestanddelen, zoals panden, beleggingen en verstrekte leningen en schulden. Daarnaast gaat de notitie in op de situatie waarin een vermogensbestanddeel dat in de (openings)balans niet tot het overheidsbedrijf wordt gerekend, wel voor dat bedrijf wordt gebruikt en de omgekeerde situatie, waarin een activum van een overheidsbedrijf mede gebruikt wordt voor activiteiten die niet toerekenbaar zijn aan dat bedrijf.
Waardering van bezittingen en schulden van overheidsbedrijf
Zeer uitvoerig is de notitie ook over de bepaling van de waarde van bezittingen en schulden in de fiscale openingsbalans. Uitgangspunt is dat de bezittingen en schulden in de openingsbalans daarin worden opgenomen voor hun waarde in het economische verkeer. De notitie legt uit wat onder die waarde moet worden verstaan en hoe die waarde moet worden vastgesteld. De notitie maakt daarbij onderscheid tussen courante, minder courante en incourante activa, kapitaalintensieve en niet-kapitaalintensieve ondernemingen, en tussen ondernemingen met operationeel gebonden vastgoed en ondernemingen met vastgoed dat niet operationeel gebonden is. De notitie beschrijft de drie benaderingen voor de vaststelling van de waarde in het economische verkeer (de comparatieve benadering, de inkomstenbenadering en de kostenbenadering) in functie van dat onderscheid en legt uit hoe de een andere benadering kan worden gebruikt om de uitkomst van de gekozen benadering te controleren.
Overige onderwerpen
Minder uitvoerig gaat de notitie in op het verbod op de activering van door de betrokken rechtspersoon zelf voortgebrachte goodwill, verschillen tussen de nominale waarde en de contante waarde van langlopende schulden en de vergelijking van het begrip 'waarde in het economische verkeer' van vastgoed voor de vennootschapsbelasting en de WOZ-waarde van vastgoed, welke waarden niet per definitie gelijk aan elkaar zijn. De WOZ-waarde van incourant vastgoed kan overeenstemmen met de waarde in het economische verkeer van dat vastgoed voor de vennootschapsbelasting. Helaas gaat de notitie aan dit punt voorbij.
Afsluiting
De notitie Fiscale openingsbalans is de recentste van een aantal publicaties van de SVLO die zijn opgesteld met het doel decentrale overheden en privaatrechtelijke overheidslichamen terzijde te staan bij het vaststellen van hun onderworpenheid aan vennootschapsbelasting, hun in aanmerking komen voor subjectieve en objectieve vrijstellingen van vennootschapsbelasting en hun voorbereiding op de aangifte vennootschapsbelasting. Hoewel de notitie een op zichzelf staand document is, verwijst zij op verschillende plaatsen naar de eerder verschenen publicaties. Daardoor wordt niet alleen de samenhang met die publicaties duidelijk, maar ook de noodzaak die ander publicaties in ogenschouw te nemen. De notitie is duidelijk ook geschreven voor niet-fiscalisten, maar zonder gedegen financiële kennis moeilijk toegankelijk.
Juridisch advies of meer informatie?
Heeft u vragen naar aanleiding van dit blog? Neem dan contact op met Eric Vermeulen.