UAV 2012: niet verrekenbare hoeveelheden toch verrekenbaar?

14 januari 2016 | Publicatie

In bestekken voor de uitvoering van werken worden de werkzaamheden vaak onderverdeeld in onder meer verrekenbare hoeveelheden (paragraaf 38 lid 1 UAV) en niet-verrekenbare hoeveelheden (paragraaf 38 lid 2 UAV).

Systematiek UAV
De regeling uit de UAV voor niet-verrekenbare hoeveelheden, luidt als volgt (de regeling uit de UAV 1989 is overigens gelijk aan die uit de UAV 2012). Een afwijking van niet-verrekenbare hoeveelheden komt slechts voor verrekening in aanmerking indien en voor zover sprake is van een afwijking die meer bedraagt dan 10 procent tenzij dat aanleiding zou geven tot onbillijkheid. De eerste 10 procent zijn dus voor rekening van de aannemer.

Voorbeeld 1: in het bestek is een niet-verrekenbare hoeveelheid opgenomen van 100. In werkelijkheid is 91 verwerkt. Deze afwijking komt niet voor verrekening in aanmerking, tenzij dat zou geven aanleiding tot onbillijkheid.

Voorbeeld 2: in het bestek is een niet-verrekenbare hoeveelheid opgenomen van 100. In werkelijkheid is 30 verwerkt. Van deze totale afwijking komt 60 voor verrekening in aanmerking (lees: minderwerk).

De billijkheidscorrectie lijkt betrekking te hebben op eventuele afwijkingen die vallen binnen de 10 procent. Onder omstandigheden kan het onbillijk zijn dat dergelijke (beperkte) afwijkingen niet voor verrekening in aanmerking komen.

Raad van Arbitrage voor de Bouw

(11 december 2014)

In deze zaak heeft de opdrachtgever alle afwijkingen die meer dan 10 procent bedragen verrekend conform de UAV (paragraaf 38 lid 2). Het ging hier om onderschrijdingen. Door arbiters is echter geoordeeld dat aangezien sprake was van aanzienlijke onderschrijdingen de door opdrachtgever correcte toepassing van de 10 procent is aanleiding geeft tot onbillijkheid. Gevolg daarvan is, dat de aannemer alsnog (nagenoeg) de totale niet-verrekenbare hoeveelheden vergoed krijgt. De vraag is of de systematiek uit de UAV voor niet-verrekenbare hoeveelheden in het onderhavige geval juist is toegepast? Door de wijze waarop de billijkheidscorrectie is gehanteerd, dient de opdrachtgever immers niet alleen de eerste 10 procent van niet toegepaste hoeveelheden voor zijn rekening te nemen (wat contractueel is overeengekomen), maar nagenoeg alles.

Bron: Cobouw.nl

Meld u aan voor onze nieuwsbrieven