De voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland heeft in een vonnis van 23 februari 2018 aan zorgverzekeraar Zilveren Kruis verboden om vooraf toestemming via een machtiging verplicht te stellen voor niet-gecontracteerde wijkverpleegkundige zorg. Dit wordt ook wel het machtigingsvereiste genoemd.
Ook heeft de voorzieningenrechter het Zilveren Kruis geboden om verzekerden toe te staan hun recht op vergoeding als bedoeld in artikel 13 Zorgverzekeringswet door middel van een akte van cessie over te dragen aan niet-gecontracteerde zorgaanbieders van wijkverpleegkundige zorg. Dit wordt ook wel het cessieverbod genoemd.
In de polisvoorwaarden 2018 voor de basisverzekeringen van Zilveren Kruis zijn het machtigingsvereiste en het cessieverbod als aanvullende voorwaarden opgenomen voor verzekerden die gebruik willen maken van een niet door Zilveren Kruis gecontracteerde aanbieder van wijkverpleegkundige zorg. In de polisvoorwaarden licht Zilveren Kruis toe dat er grote kwaliteitsverschillen zijn tussen aanbieders van wijkverpleegkundige zorg. Bij gecontracteerde zorgverleners stelt Zilveren Kruis in het contract al kwaliteitseisen. Het machtigingsvereiste stelt Zilveren Kruis in staat om ook bij zorgverleners zonder contract vooraf te controleren of de te leveren zorg doelmatig en rechtmatig is.
Tegen deze voorwaarden kwamen verschillende partijen in het geweer, waaronder ongeveer dertig bedrijven, zelfstandigen zonder personeel (zzp'ers) en Stichting Zorgrecht, een organisatie die de belangen behartigt van en van zzp'ers en bedrijven die actief zijn in de wijkverpleging/thuiszorg. Geen van deze partijen had een contract met Zilveren Kruis.
De voorzieningenrechter oordeelde dat Zilveren Kruis niet 'een zodanig zwaarwegend belang heeft bij de invoering van het machtigingsvereiste en het cessieverbod voor niet-gecontracteerde thuiszorg, dat zij aan de daardoor benadeelde belangen van de niet-gecontracteerde thuiszorgaanbieders voorbij mocht gaan.' De benadeling van de belangen van de niet-gecontracteerde thuiszorgaanbieders bestond er volgens de voorzieningenrechter onder meer uit dat zij voor hun inkomsten afhankelijk zijn van het al dan niet verlenen van een machtiging en dat zij door het cessieverbod worden geconfronteerd met incassoproblemen.
Het is niet de eerste keer dat een rechter zich buigt over de toelaatbaarheid van het cessieverbod. Op het niveau van de rechtbanken is de rechtspraak hierover verdeeld. Het Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelde echter recentelijk dat het cessieverbod van Zilveren Kruis juist was toegestaan.
Tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland 23 februari 2018 is Zilveren Kruis inmiddels in hoger beroep gegaan. VGZ heeft het Hof gevraagd om haar toe te staan zich te voegen aan de zijde van Zilveren Kruis. Joris Rijken en Hedwig den Herder van AKD vertegenwoordigen VGZ in die procedure.
Juridisch advies of meer informatie?
Heeft u vragen over dit blog? Neem dan contact op met Hedwig den Herder.
DIt blog is onderdeel van de nieuwsbrief Zorg.
De voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland heeft in een vonnis van 23 februari 2018 aan zorgverzekeraar Zilveren Kruis verboden om vooraf toestemming via een machtiging verplicht te stellen voor niet-gecontracteerde wijkverpleegkundige zorg. Dit wordt ook wel het machtigingsvereiste genoemd.
Ook heeft de voorzieningenrechter het Zilveren Kruis geboden om verzekerden toe te staan hun recht op vergoeding als bedoeld in artikel 13 Zorgverzekeringswet door middel van een akte van cessie over te dragen aan niet-gecontracteerde zorgaanbieders van wijkverpleegkundige zorg. Dit wordt ook wel het cessieverbod genoemd.
In de polisvoorwaarden 2018 voor de basisverzekeringen van Zilveren Kruis zijn het machtigingsvereiste en het cessieverbod als aanvullende voorwaarden opgenomen voor verzekerden die gebruik willen maken van een niet door Zilveren Kruis gecontracteerde aanbieder van wijkverpleegkundige zorg. In de polisvoorwaarden licht Zilveren Kruis toe dat er grote kwaliteitsverschillen zijn tussen aanbieders van wijkverpleegkundige zorg. Bij gecontracteerde zorgverleners stelt Zilveren Kruis in het contract al kwaliteitseisen. Het machtigingsvereiste stelt Zilveren Kruis in staat om ook bij zorgverleners zonder contract vooraf te controleren of de te leveren zorg doelmatig en rechtmatig is.
Tegen deze voorwaarden kwamen verschillende partijen in het geweer, waaronder ongeveer dertig bedrijven, zelfstandigen zonder personeel (zzp'ers) en Stichting Zorgrecht, een organisatie die de belangen behartigt van en van zzp'ers en bedrijven die actief zijn in de wijkverpleging/thuiszorg. Geen van deze partijen had een contract met Zilveren Kruis.
De voorzieningenrechter oordeelde dat Zilveren Kruis niet 'een zodanig zwaarwegend belang heeft bij de invoering van het machtigingsvereiste en het cessieverbod voor niet-gecontracteerde thuiszorg, dat zij aan de daardoor benadeelde belangen van de niet-gecontracteerde thuiszorgaanbieders voorbij mocht gaan.' De benadeling van de belangen van de niet-gecontracteerde thuiszorgaanbieders bestond er volgens de voorzieningenrechter onder meer uit dat zij voor hun inkomsten afhankelijk zijn van het al dan niet verlenen van een machtiging en dat zij door het cessieverbod worden geconfronteerd met incassoproblemen.
Het is niet de eerste keer dat een rechter zich buigt over de toelaatbaarheid van het cessieverbod. Op het niveau van de rechtbanken is de rechtspraak hierover verdeeld. Het Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelde echter recentelijk dat het cessieverbod van Zilveren Kruis juist was toegestaan.
Tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland 23 februari 2018 is Zilveren Kruis inmiddels in hoger beroep gegaan. VGZ heeft het Hof gevraagd om haar toe te staan zich te voegen aan de zijde van Zilveren Kruis. Joris Rijken en Hedwig den Herder van AKD vertegenwoordigen VGZ in die procedure.
Juridisch advies of meer informatie?
Heeft u vragen over dit blog? Neem dan contact op met Hedwig den Herder.
DIt blog is onderdeel van de nieuwsbrief Zorg.