Een werknemer die bij het einde van het dienstverband nog openstaande verlofuren heeft, heeft recht op uitbetaling van deze uren in geld. Het recht op uitbetaling bestaat ongeacht de wijze van beëindiging van de arbeidsovereenkomst, dus bijvoorbeeld ook bij een ontslag op staande voet. In een recente uitspraak van de rechtbank Roermond ging het om de vraag wat de gevolgen zijn indien een geschil ontstaat over openstaande verlofuren en de werkgever geen deugdelijke verlofadministratie heeft bijgehouden.
Een foute verlofberekening
De werknemer is als autotechnicus werkzaam bij een garagebedrijf. Na het sluiten van een vaststellingsovereenkomst betaalt de werkgever bij de eindafrekening 144 verlofuren uit. De werknemer is echter van mening dat dit 470 uren behoren te zijn. De werkgever erkent vervolgens dat zij een fout heeft gemaakt in de eerste berekening, omdat een groot aantal dagen ten onrechte is aangemerkt als verlof. Daarna concludeert de werkgever - op basis van de werkschriftjes van de werknemer - dat de werknemer op veel dagen niet 8 uur heeft genoteerd en dat hij deze uren dus niet heeft gewerkt. Op basis van de nieuwe verlofberekening meent de werkgever dat zij ten onrechte 144 verlofuren heeft uitbetaald en dat sprake is van een negatief verlofsaldo. De werknemer verzoekt de kantonrechter de werkgever te veroordelen tot uitbetaling van 326 verlofuren. De werkgever vordert terugbetaling van de onterecht uitbetaalde verlofuren en negatieve verlofuren.
Het oordeel van de rechtbank
De kantonrechter stelt voorop dat de werkgever op grond van artikel 7:641 lid 2 BW verplicht is om de werknemer bij het einde van de arbeidsovereenkomst een overzicht te verstrekken van de resterende verlofuren. Dit betekent dat de werkgever verplicht is om een administratie bij te houden van de door de werknemer genoten verlofuren. Indien de werknemer stelt dat het door de werkgever genoemde verlofsaldo niet klopt, dan moet de werkgever aan de hand van zijn administratie aangeven hoe het verlofsaldo tot stand is gekomen. Leidt dit niet tot overeenstemming tussen de werknemer en de werkgever over het verlofsaldo, dan ligt de bewijslast van de stelling dat hij recht heeft op de afrekening van meer uren bij de werknemer. Indien echter blijkt dat de door de werkgever bijgehouden verlofadministratie niet deugdelijk is, dan komt dit in beginsel voor rekening van de werkgever.
In casu stelt de kantonrechter vast dat de werknemer tijdens zijn dienstverband geen verlofoverzichten heeft gekregen ter accordering. De werkgever heeft de laatste verlofberekening gemaakt op basis van de werkschriftjes van de werknemer. Met deze werkschriftjes kan worden aangetoond hoeveel uren de werknemer aan een auto heeft gewerkt en welke materialen zijn gebruikt, maar daarmee staat nog niet vast hoe lang de werknemer die dag in totaal heeft gewerkt. Indien er op een dag te weinig uren zijn genoteerd in het schriftje, dan betekent dit niet automatisch dat die dag verlof is genoten. De werkschriftjes van de werknemer kunnen dus niet als een deugdelijke verlofadministratie worden aangemerkt. Daarbij heeft de werkgever zelf al verklaard dat de door haar gehanteerde administratie bij de eerste berekening niet klopt en dat er ten onrechte veel dagen zijn aangemerkt als verlof. De werkgever heeft ter zitting niet kunnen aangeven hoe groot het verlofsaldo zou zijn geweest als deze onterechte dagen buiten beschouwing zouden zijn gelaten. Gelet op het voorgaande oordeelt de kantonrechter dat de werkgever niet heeft voldaan aan haar verplichting om een deugdelijke verlofadministratie bij te houden. Nu dit voor risico van de werkgever komt, gaat de kantonrechter uit van de juistheid van de door de werknemer berekende verlofuren.
Ten overvloede noemt de kantonrechter dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid om te veel genoten verlofuren op de werknemer te verhalen. Indien een werknemer zijn verlofsado overschrijdt, dan moet de werkgever tijdig ingrijpen. Wel kunnen de werkgever en de werknemer afspraken maken over een eventuele verrekening van teveel opgenomen verlofuren.
Bijhouden van een verlofadministratie belangrijk voor de werkgever
Uit de bovenstaande uitspraak kan worden geconcludeerd dat het voor de werkgever van belang is om een deugdelijke verlofadministratie bij te houden. Bij discussies over het verlofsaldo komen onduidelijkheden voor rekening van de werkgever.
Juridisch advies of meer informatie?
Heeft u vragen naar aanleiding van dit blog? Neem dan contact op met Fleur Folmer.
Dit blog is onderdeel van de nieuwsbrief Arbeid & Pensioenen.
Een werknemer die bij het einde van het dienstverband nog openstaande verlofuren heeft, heeft recht op uitbetaling van deze uren in geld. Het recht op uitbetaling bestaat ongeacht de wijze van beëindiging van de arbeidsovereenkomst, dus bijvoorbeeld ook bij een ontslag op staande voet. In een recente uitspraak van de rechtbank Roermond ging het om de vraag wat de gevolgen zijn indien een geschil ontstaat over openstaande verlofuren en de werkgever geen deugdelijke verlofadministratie heeft bijgehouden.
Een foute verlofberekening
De werknemer is als autotechnicus werkzaam bij een garagebedrijf. Na het sluiten van een vaststellingsovereenkomst betaalt de werkgever bij de eindafrekening 144 verlofuren uit. De werknemer is echter van mening dat dit 470 uren behoren te zijn. De werkgever erkent vervolgens dat zij een fout heeft gemaakt in de eerste berekening, omdat een groot aantal dagen ten onrechte is aangemerkt als verlof. Daarna concludeert de werkgever - op basis van de werkschriftjes van de werknemer - dat de werknemer op veel dagen niet 8 uur heeft genoteerd en dat hij deze uren dus niet heeft gewerkt. Op basis van de nieuwe verlofberekening meent de werkgever dat zij ten onrechte 144 verlofuren heeft uitbetaald en dat sprake is van een negatief verlofsaldo. De werknemer verzoekt de kantonrechter de werkgever te veroordelen tot uitbetaling van 326 verlofuren. De werkgever vordert terugbetaling van de onterecht uitbetaalde verlofuren en negatieve verlofuren.
Het oordeel van de rechtbank
De kantonrechter stelt voorop dat de werkgever op grond van artikel 7:641 lid 2 BW verplicht is om de werknemer bij het einde van de arbeidsovereenkomst een overzicht te verstrekken van de resterende verlofuren. Dit betekent dat de werkgever verplicht is om een administratie bij te houden van de door de werknemer genoten verlofuren. Indien de werknemer stelt dat het door de werkgever genoemde verlofsaldo niet klopt, dan moet de werkgever aan de hand van zijn administratie aangeven hoe het verlofsaldo tot stand is gekomen. Leidt dit niet tot overeenstemming tussen de werknemer en de werkgever over het verlofsaldo, dan ligt de bewijslast van de stelling dat hij recht heeft op de afrekening van meer uren bij de werknemer. Indien echter blijkt dat de door de werkgever bijgehouden verlofadministratie niet deugdelijk is, dan komt dit in beginsel voor rekening van de werkgever.
In casu stelt de kantonrechter vast dat de werknemer tijdens zijn dienstverband geen verlofoverzichten heeft gekregen ter accordering. De werkgever heeft de laatste verlofberekening gemaakt op basis van de werkschriftjes van de werknemer. Met deze werkschriftjes kan worden aangetoond hoeveel uren de werknemer aan een auto heeft gewerkt en welke materialen zijn gebruikt, maar daarmee staat nog niet vast hoe lang de werknemer die dag in totaal heeft gewerkt. Indien er op een dag te weinig uren zijn genoteerd in het schriftje, dan betekent dit niet automatisch dat die dag verlof is genoten. De werkschriftjes van de werknemer kunnen dus niet als een deugdelijke verlofadministratie worden aangemerkt. Daarbij heeft de werkgever zelf al verklaard dat de door haar gehanteerde administratie bij de eerste berekening niet klopt en dat er ten onrechte veel dagen zijn aangemerkt als verlof. De werkgever heeft ter zitting niet kunnen aangeven hoe groot het verlofsaldo zou zijn geweest als deze onterechte dagen buiten beschouwing zouden zijn gelaten. Gelet op het voorgaande oordeelt de kantonrechter dat de werkgever niet heeft voldaan aan haar verplichting om een deugdelijke verlofadministratie bij te houden. Nu dit voor risico van de werkgever komt, gaat de kantonrechter uit van de juistheid van de door de werknemer berekende verlofuren.
Ten overvloede noemt de kantonrechter dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid om te veel genoten verlofuren op de werknemer te verhalen. Indien een werknemer zijn verlofsado overschrijdt, dan moet de werkgever tijdig ingrijpen. Wel kunnen de werkgever en de werknemer afspraken maken over een eventuele verrekening van teveel opgenomen verlofuren.
Bijhouden van een verlofadministratie belangrijk voor de werkgever
Uit de bovenstaande uitspraak kan worden geconcludeerd dat het voor de werkgever van belang is om een deugdelijke verlofadministratie bij te houden. Bij discussies over het verlofsaldo komen onduidelijkheden voor rekening van de werkgever.
Juridisch advies of meer informatie?
Heeft u vragen naar aanleiding van dit blog? Neem dan contact op met Fleur Folmer.
Dit blog is onderdeel van de nieuwsbrief Arbeid & Pensioenen.