Eerder dit jaar, in een uitspraak van 27 februari jl., overwoog de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dat een specifieke functieaanduiding op zichzelf niet uitsluit dat ook andersoortig gebruik is toegestaan. Dat is niet in alle gevallen zo. In sommige gevallen sluit een specifieke functieaanduiding wél uit dat andersoortig gebruik is toegestaan. In dit blog bespreek ik aan de hand van een recente uitspraak van de Afdeling van 28 augustus jl. wanneer dat het geval is.
De uitspraak van 28 augustus jl.
Het ging in kwestie om een omgevingsvergunning voor het bouwen van twee supermarkten in Gemert. De concurrentie voert aan dat op het perceel geen supermarkt is toegestaan, omdat het perceel de functieaanduiding 'tuincentrum' heeft en supermarkten volgens hen alleen zijn toegestaan op percelen met de functieaanduiding 'supermarkt'.
De desbetreffende planregel luidt als volgt:
"De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- detailhandel;
- ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage', een parkeergarage;
- ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt', een supermarkt;
- uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum', een tuincentrum;
[…]''
Gelet op de plaats van het woord "uitsluitend", heeft dit woord betrekking op de toegestane locatie en niet op het toegestane gebruik. Volgens de Afdeling kan dit lid dan ook niet anders worden begrepen dan dat het gebruik ten behoeve van een tuincentrum uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de functieaanduiding 'tuincentrum' en dat daarnaast op het perceel ook gebruik ten behoeve van detailhandel is toegestaan.
De functieaanduiding 'tuincentrum' sluit dus op zichzelf niet uit dat ook daarnaast andersoortige detailhandel – waaronder een supermarkt - op het perceel is toegestaan.
Wat betekent de plaats van het woord "uitsluitend"?
De plaats van het woord "uitsluitend" blijkt dus van belang. Dit kan u als volgt interpreteren:
- Wanneer het woord "uitsluitend" vooraan de planregel staat betekent dat nog niet dat ter plaatse van de functieaanduiding alleen dat gebruik is toegestaan. Dit woord heeft immers betrekking op de toegestane locatie en niet op het toegestane gebruik. Dat betekent dat ook andersoortige functies op die locatie zijn toegestaan.
- Wanneer het woord "uitsluitend" halverwege de planregel staat maakt dat ter plaatse van de functieaanduiding uitsluitend dat gebruik is toegestaan. Dit ziet u bijvoorbeeld bij de volgende denkbeeldige planregel: "ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum', uitsluitend een tuincentrum". Hier heeft het woord "uitsluitend" betrekking op het toegestane gebruik en niet op de toegestane locatie.
Kortom: let dus op de plaats van het woord "uitsluitend" in de desbetreffende planregel. Dit woord geeft aan wanneer de specifieke functieaanduiding betrekking heeft op de toegestane locatie of op het toegestane gebruik. Zo weet u dus precies wanneer een specifieke functieaanduiding óók ander gebruik toestaat.
Juridisch advies of meer informatie?
Heeft u naar aanleiding van dit blog vragen? Neem dan contact op met Laura van Moorsel.