De overheid als eigenaar vogelvrij? Wat kan wel en wat niet? Wanneer is het foute boel?

 4 november 2021 | Blog

In bepaalde gevallen is het een bestuursorgaan niet toegestaan om naast het publiekrecht, gebruik te maken van de bevoegdheid als eigenaar. Het Gerechtshof Den Haag oordeelde er recent over. Onderstaand leest u de belangrijkste overwegingen van het hof. De hele uitspraak leest u hier.

 

Wat was er aan de hand?

De gemeente en appellant hebben een geschil over een woonark die afgemeerd is aan openbaar vaarwater. Hoewel de woonark op grond van het overgangsrecht bij het bestemmingsplan in dat vaarwater mag liggen, staat de gemeente dat privaatrechtelijke niet langer toe. De gemeente heeft de eigenaar van de woonark gesommeerd de locatie te ontruimen. De eigenaar van de woonark weigert dat.

 

Wat oordeelt het hof?

Het hof oordeelt dat de publiekrechtelijke regeling zoals die tot uiting komt in het op de Wet ruimtelijke ordening (Wro) gebaseerde bestemmingsplan, niet voorziet in de mogelijkheid om de woonark te verwijderen. Dat is aldus het hof echter niet voldoende om te oordelen dat de gemeente een publiekrechtelijke regeling doorkruist. De Wro sluit het gebruik van het privaatrecht volgens het hof namelijk niet uit. Daarmee is de gemeente echter nog niet van de haak.  

Het hof oordeelt namelijk dat de gemeente bij het gebruik van dat privaatrecht geen misbruik mag maken van haar bevoegdheden. Dat doet de gemeente volgens het hof wel. De gemeente streeft namelijk met het privaatrecht geen eigenaarsbelangen na, maar belangen uit de Wro. Daartoe overweegt het hof dat de gemeente een uitsterfbeleid voor woonarken hanteert, dat de gemeente het onwenselijk vindt dat de woonark niet bereikbaar is voor hulpdiensten, en dat de gemeente een einde wil maken aan de publiekrechtelijke mogelijkheid om op de betreffende plek een woonark te laten liggen. De gemeente wil dus over de band van het privaatrecht bereiken wat zij publiekrechtelijk niet kan. Dat levert misbruik van bevoegdheid op.

Met diens oordeel sluit het hof aan op de overwegingen uit het arrest Amsterdam/Geschiere van de Hoge Raad:

“Nu de Gemeente aan [verweerder] een publiekrechtelijke vergunning heeft verleend tot het innemen van een staanplaats op de locatie waarvan de Gemeente eigenaar is, heeft zij bij de uitoefening van haar bevoegdheid als eigenaar van de desbetreffende grond tot het al of niet verlenen van privaatrechtelijke toestemming, tot uitgangspunt te nemen dat [verweerder] door de verlening van de vergunning is gerechtigd tot het gebruik van de locatie overeenkomstig de vergunning. Daarom levert een weigering door de Gemeente van die toestemming aan [verweerder] voor het door hem beoogde gebruik van de locatie overeenkomstig de vergunning, misbruik van bevoegdheid op, tenzij sprake is van zo zwaarwegende belangen die zich verzetten tegen dat gebruik, dat niet gezegd kan worden dat de Gemeente wegens onevenredigheid tussen haar belang bij weigering en het belang van [verweerder], niet tot die weigering heeft kunnen komen.”

Een beroep op de uitspraak Rijnland/Götte van de Hoge Raad mocht de gemeente niet baten. Volgens het hof was in die zaak “sprake van een gebruiker van een perceel die weigerde een hem voorgelegde gebruikersregeling aan te gaan en de daarbij behorende gebruikersvergoeding te betalen. Die weigering rechtvaardigde de ontruiming van het perceel ondanks het onderscheid dat moet worden gemaakt tussen de publiekrechtelijke bevoegdheid tot het verlenen van een ontheffing van een verbod enerzijds en de privaatrechtelijke bevoegdheid toestemming te geven voor het gebruik van een perceel anderzijds. In dit geval is van een weigering van appellant om een vergoeding te betalen voor het gebruik van het perceel van de Gemeente geen sprake, maar doet zich de situatie voor dat de Gemeente op andere gronden dan een dergelijke weigering de ontruiming wil bewerkstelligen.”

 

Les voor de praktijk

Gebruikmaken van de eigenaarsbevoegdheid door een overheid kan en is legitiem, indien de overheid daarmee eigenaarsbelangen nastreeft. Als de overheid privaatrechtelijk probeert te verbieden wat publiekrechtelijk al mogelijk is en dit verbod is gestoeld op motieven uit het publiekrechtelijk spoor, dan is het op z’n plat Hollands foute boel!

 

Meer informatie?

Heeft u naar aanleiding van dit blog nog vragen? Neem dan contact op met Egbert de Groot of Floris van de Pol.

In bepaalde gevallen is het een bestuursorgaan niet toegestaan om naast het publiekrecht, gebruik te maken van de bevoegdheid als eigenaar. Het Gerechtshof Den Haag oordeelde er recent over. Onderstaand leest u de belangrijkste overwegingen van het hof. De hele uitspraak leest u hier.

 

Wat was er aan de hand?

De gemeente en appellant hebben een geschil over een woonark die afgemeerd is aan openbaar vaarwater. Hoewel de woonark op grond van het overgangsrecht bij het bestemmingsplan in dat vaarwater mag liggen, staat de gemeente dat privaatrechtelijke niet langer toe. De gemeente heeft de eigenaar van de woonark gesommeerd de locatie te ontruimen. De eigenaar van de woonark weigert dat.

 

Wat oordeelt het hof?

Het hof oordeelt dat de publiekrechtelijke regeling zoals die tot uiting komt in het op de Wet ruimtelijke ordening (Wro) gebaseerde bestemmingsplan, niet voorziet in de mogelijkheid om de woonark te verwijderen. Dat is aldus het hof echter niet voldoende om te oordelen dat de gemeente een publiekrechtelijke regeling doorkruist. De Wro sluit het gebruik van het privaatrecht volgens het hof namelijk niet uit. Daarmee is de gemeente echter nog niet van de haak.  

Het hof oordeelt namelijk dat de gemeente bij het gebruik van dat privaatrecht geen misbruik mag maken van haar bevoegdheden. Dat doet de gemeente volgens het hof wel. De gemeente streeft namelijk met het privaatrecht geen eigenaarsbelangen na, maar belangen uit de Wro. Daartoe overweegt het hof dat de gemeente een uitsterfbeleid voor woonarken hanteert, dat de gemeente het onwenselijk vindt dat de woonark niet bereikbaar is voor hulpdiensten, en dat de gemeente een einde wil maken aan de publiekrechtelijke mogelijkheid om op de betreffende plek een woonark te laten liggen. De gemeente wil dus over de band van het privaatrecht bereiken wat zij publiekrechtelijk niet kan. Dat levert misbruik van bevoegdheid op.

Met diens oordeel sluit het hof aan op de overwegingen uit het arrest Amsterdam/Geschiere van de Hoge Raad:

“Nu de Gemeente aan [verweerder] een publiekrechtelijke vergunning heeft verleend tot het innemen van een staanplaats op de locatie waarvan de Gemeente eigenaar is, heeft zij bij de uitoefening van haar bevoegdheid als eigenaar van de desbetreffende grond tot het al of niet verlenen van privaatrechtelijke toestemming, tot uitgangspunt te nemen dat [verweerder] door de verlening van de vergunning is gerechtigd tot het gebruik van de locatie overeenkomstig de vergunning. Daarom levert een weigering door de Gemeente van die toestemming aan [verweerder] voor het door hem beoogde gebruik van de locatie overeenkomstig de vergunning, misbruik van bevoegdheid op, tenzij sprake is van zo zwaarwegende belangen die zich verzetten tegen dat gebruik, dat niet gezegd kan worden dat de Gemeente wegens onevenredigheid tussen haar belang bij weigering en het belang van [verweerder], niet tot die weigering heeft kunnen komen.”

Een beroep op de uitspraak Rijnland/Götte van de Hoge Raad mocht de gemeente niet baten. Volgens het hof was in die zaak “sprake van een gebruiker van een perceel die weigerde een hem voorgelegde gebruikersregeling aan te gaan en de daarbij behorende gebruikersvergoeding te betalen. Die weigering rechtvaardigde de ontruiming van het perceel ondanks het onderscheid dat moet worden gemaakt tussen de publiekrechtelijke bevoegdheid tot het verlenen van een ontheffing van een verbod enerzijds en de privaatrechtelijke bevoegdheid toestemming te geven voor het gebruik van een perceel anderzijds. In dit geval is van een weigering van appellant om een vergoeding te betalen voor het gebruik van het perceel van de Gemeente geen sprake, maar doet zich de situatie voor dat de Gemeente op andere gronden dan een dergelijke weigering de ontruiming wil bewerkstelligen.”

 

Les voor de praktijk

Gebruikmaken van de eigenaarsbevoegdheid door een overheid kan en is legitiem, indien de overheid daarmee eigenaarsbelangen nastreeft. Als de overheid privaatrechtelijk probeert te verbieden wat publiekrechtelijk al mogelijk is en dit verbod is gestoeld op motieven uit het publiekrechtelijk spoor, dan is het op z’n plat Hollands foute boel!

 

Meer informatie?

Heeft u naar aanleiding van dit blog nog vragen? Neem dan contact op met Egbert de Groot of Floris van de Pol.

Gerelateerde expertises