De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft recent een uitspraak gedaan die gevolgen heeft voor de manier waarop burgemeesters coffeeshops reguleren. In twee eerdere uitspraken uit 2023 heeft de Afdeling al bepaald dat besluiten tot de weigering, verstrekking of intrekking van een gedoogverklaring voor coffeeshops met een besluit moeten worden gelijkgesteld (en deze daardoor appellabel zijn) en exploitatie- en gedoogverklaringen die zien op coffeeshops voor beperkte tijd kunnen worden verleend. Deze uitspraak voegt daar twee lessen voor de praktijk aan toe:
- De Dienstenrichtlijn is niet van toepassing op de gedoogverklaring voor een coffeeshop.
- Het gevolg van het beperken van het aantal gedoogverklaringen, waardoor deze schaars worden, is dat zij een beperkte looptijd moeten hebben.
Wij lichten deze punten hierna toe.
1) Dienstenrichtlijn niet van toepassing op de gedoogverklaring voor een coffeeshop
In de uitspraak gaat de Afdeling in op het besluit van de burgemeester van Heerlen om de looptijd van (impliciete) gedoogverklaringen voor onbepaalde tijd om te zetten naar bepaalde tijd (tien jaar). Dit deed de burgemeester naar aanleiding van de Vlaardingen-uitspraak waarin de Afdeling heeft overwogen dat in het Nederlands recht een rechtsnorm geldt die inhoudt dat bij de verdeling van schaarse vergunningen op enigerlei wijze aan (potentiële) gegadigden ruimte moet worden geboden om naar die vergunning(en) mee te dingen.
In de uitspraak benoemt de Afdeling dat de Dienstenrichtlijn niet van toepassing is op de gedoogverklaring voor een coffeeshop. Dit nu het gaat om de regulering/legalisatie van de verkoop van softdrugs. Deze valt buiten de werkingssfeer van het vrij verkeersrecht. De Afdeling verwijst in dit kader naar rechtspraak van het Hof van Justitie (Josemans). Hieruit leidt de Afdeling af dat de handel in en verkoop van cannabis buiten de werkingssfeer van het vrij verkeersrecht valt. Omdat de Dienstenrichtlijn het vrije diensten- en vestigingsverkeer nader uitwerkt, is deze dus niet van toepassing op een gedoogverklaring zoals hier aan de orde. Hieruit vloeien dus geen beletsels voort voor de beperking van de looptijd van de gedoogverklaringen voor coffeeshops.
2) Een gevolg van het beperken van het aantal gedoogverklaringen, waardoor zij schaars worden, is dat zij een beperkte looptijd moeten hebben
Ondanks dat de Dienstenrichtlijn niet van toepassing is, hebben burgemeesters ruimte om de looptijd van gedoogverklaringen voor coffeeshops te beperken. Dat deze mogelijkheid er is oordeelde de Afdeling al in een van haar uitspraken van 13 september 2023. In Heerlen werd de looptijd van de verleende gedoogverklaringen beperkt op basis van een beleidsregel. Deze beperking van de looptijd is volgens de Afdeling een geschikt middel om de doelstelling van het bieden van gelijke kansen mee na te streven. Volgens de burgemeester waren de gedoogverklaringen in dit geval schaars, omdat het aantal gedoogverklaringen beperkt was. In dit geval had één coffeeshophouder zijn exploitatie in de gemeente Heerlen beëindigd. Vervolgens hebben 32 aanvragers zich bij de burgemeester gemeld om een coffeeshop te mogen exploiteren in de plaats van die beëindigde coffeeshop. Hieruit blijkt volgens de burgemeester dat de gedoogverklaring in de gemeente Heerlen schaars is.
In de uitspraak benoemt de Afdeling niet letterlijk dat gedoogverklaringen voor coffeeshops schaars zijn. Ook noemt de Afdeling niet letterlijk dat mededingingsruimte moet worden geboden. Wel volgt uit de uitspraak dat het gevolg van het beperken van het aantal gedoogverklaringen, waardoor deze schaars worden, is dat zij een beperkte looptijd moeten hebben. Daarmee is deze uitspraak een indicatie dat het leerstuk van de verdeling van schaarse vergunningen uit de Vlaardingen-uitspraak op gedoogverklaringen voor een coffeeshop met beperkte looptijd van toepassing is, mits er sprake is van schaarste.
Tot slot
De lessen voor de praktijk naar aanleiding van deze uitspraken zijn dus:
- De Dienstenrichtlijn is niet van toepassing op de gedoogverklaring voor een coffeeshop.
- Het gevolg van het beperken van het aantal gedoogverklaringen, waardoor deze schaars worden, is dat zij een beperkte looptijd moeten hebben.
Overigens deed de Afdeling op dezelfde datum nog een andere uitspraak over de regulering van coffeeshops. Hieruit volgt dat de reactie op een meldingsformulier voor de selectie/gunning van een coffeeshop gelet op de inrichting van de procedure moest worden gelijkgesteld met een besluit.
Benieuwd wat dit voor uw gemeente betekent? Neem gerust contact op met onze specialisten Mariëtta Buitenhuis en Tom Raaijmakers.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft recent een uitspraak gedaan die gevolgen heeft voor de manier waarop burgemeesters coffeeshops reguleren. In twee eerdere uitspraken uit 2023 heeft de Afdeling al bepaald dat besluiten tot de weigering, verstrekking of intrekking van een gedoogverklaring voor coffeeshops met een besluit moeten worden gelijkgesteld (en deze daardoor appellabel zijn) en exploitatie- en gedoogverklaringen die zien op coffeeshops voor beperkte tijd kunnen worden verleend. Deze uitspraak voegt daar twee lessen voor de praktijk aan toe:
- De Dienstenrichtlijn is niet van toepassing op de gedoogverklaring voor een coffeeshop.
- Het gevolg van het beperken van het aantal gedoogverklaringen, waardoor deze schaars worden, is dat zij een beperkte looptijd moeten hebben.
Wij lichten deze punten hierna toe.
1) Dienstenrichtlijn niet van toepassing op de gedoogverklaring voor een coffeeshop
In de uitspraak gaat de Afdeling in op het besluit van de burgemeester van Heerlen om de looptijd van (impliciete) gedoogverklaringen voor onbepaalde tijd om te zetten naar bepaalde tijd (tien jaar). Dit deed de burgemeester naar aanleiding van de Vlaardingen-uitspraak waarin de Afdeling heeft overwogen dat in het Nederlands recht een rechtsnorm geldt die inhoudt dat bij de verdeling van schaarse vergunningen op enigerlei wijze aan (potentiële) gegadigden ruimte moet worden geboden om naar die vergunning(en) mee te dingen.
In de uitspraak benoemt de Afdeling dat de Dienstenrichtlijn niet van toepassing is op de gedoogverklaring voor een coffeeshop. Dit nu het gaat om de regulering/legalisatie van de verkoop van softdrugs. Deze valt buiten de werkingssfeer van het vrij verkeersrecht. De Afdeling verwijst in dit kader naar rechtspraak van het Hof van Justitie (Josemans). Hieruit leidt de Afdeling af dat de handel in en verkoop van cannabis buiten de werkingssfeer van het vrij verkeersrecht valt. Omdat de Dienstenrichtlijn het vrije diensten- en vestigingsverkeer nader uitwerkt, is deze dus niet van toepassing op een gedoogverklaring zoals hier aan de orde. Hieruit vloeien dus geen beletsels voort voor de beperking van de looptijd van de gedoogverklaringen voor coffeeshops.
2) Een gevolg van het beperken van het aantal gedoogverklaringen, waardoor zij schaars worden, is dat zij een beperkte looptijd moeten hebben
Ondanks dat de Dienstenrichtlijn niet van toepassing is, hebben burgemeesters ruimte om de looptijd van gedoogverklaringen voor coffeeshops te beperken. Dat deze mogelijkheid er is oordeelde de Afdeling al in een van haar uitspraken van 13 september 2023. In Heerlen werd de looptijd van de verleende gedoogverklaringen beperkt op basis van een beleidsregel. Deze beperking van de looptijd is volgens de Afdeling een geschikt middel om de doelstelling van het bieden van gelijke kansen mee na te streven. Volgens de burgemeester waren de gedoogverklaringen in dit geval schaars, omdat het aantal gedoogverklaringen beperkt was. In dit geval had één coffeeshophouder zijn exploitatie in de gemeente Heerlen beëindigd. Vervolgens hebben 32 aanvragers zich bij de burgemeester gemeld om een coffeeshop te mogen exploiteren in de plaats van die beëindigde coffeeshop. Hieruit blijkt volgens de burgemeester dat de gedoogverklaring in de gemeente Heerlen schaars is.
In de uitspraak benoemt de Afdeling niet letterlijk dat gedoogverklaringen voor coffeeshops schaars zijn. Ook noemt de Afdeling niet letterlijk dat mededingingsruimte moet worden geboden. Wel volgt uit de uitspraak dat het gevolg van het beperken van het aantal gedoogverklaringen, waardoor deze schaars worden, is dat zij een beperkte looptijd moeten hebben. Daarmee is deze uitspraak een indicatie dat het leerstuk van de verdeling van schaarse vergunningen uit de Vlaardingen-uitspraak op gedoogverklaringen voor een coffeeshop met beperkte looptijd van toepassing is, mits er sprake is van schaarste.
Tot slot
De lessen voor de praktijk naar aanleiding van deze uitspraken zijn dus:
- De Dienstenrichtlijn is niet van toepassing op de gedoogverklaring voor een coffeeshop.
- Het gevolg van het beperken van het aantal gedoogverklaringen, waardoor deze schaars worden, is dat zij een beperkte looptijd moeten hebben.
Overigens deed de Afdeling op dezelfde datum nog een andere uitspraak over de regulering van coffeeshops. Hieruit volgt dat de reactie op een meldingsformulier voor de selectie/gunning van een coffeeshop gelet op de inrichting van de procedure moest worden gelijkgesteld met een besluit.
Benieuwd wat dit voor uw gemeente betekent? Neem gerust contact op met onze specialisten Mariëtta Buitenhuis en Tom Raaijmakers.