Het WFZ is sinds 1999 het garantie-instituut voor zorginstellingen. Met een borgstelling van het WFZ kan een zorginstelling tegen gunstige condities financiering aantrekken voor investeringen. Op dit moment wordt circa 50% van de langlopende financiering in de zorgsector door het WFZ geborgd. Dat levert een nuttige bijdrage aan de financierbaarheid van de zorg en de kosten daarvan voor instellingen. De zekerheidsstructuur van het WFZ bestaat onder meer uit het risicovermogen van het WFZ (circa € 250 miljoen) en de obligoregeling (de verplichting voor deelnemende zorginstellingen om een laag percentage van de door het WFZ geborgde leningen in bepaalde situaties renteloos te moeten lenen aan het WFZ). Als de voorgaande regelingen ontoereikend zijn staat het Rijk garant.
De ontwikkelingen in de zorg dragen bij aan een hoger risicoprofiel van de instellingen. Het faillissement van het Ruwaard van Putten, een ziekenhuis waarvoor het Wfz borgstellingen heeft afgegeven, illustreert dat. Om de risico's voor het Rijk te inventariseren, besloot het kabinet tot een evaluatie van het WFZ. Over de resultaten van die evaluatie van Deloitte informeerde het kabinet de Tweede Kamer onlangs. In dit onderzoek stond de vraag naar de meerwaarde van het WFZ en de achterborgpositie van het Rijk in de cure en care centraal. Ook werd in dit onderzoek gekeken naar de mogelijkheden om de financiële en politiek-bestuurlijke risico's voor het Rijk te minimaliseren. Het kabinet streeft er namelijk naar garantieregelingen, daar waar mogelijk, te versoberen en te verminderen.
Aan de hand van de thema's markt, risicobeleid en governance is gekeken naar de meerwaarde van het WFZ. Ook is er gekeken naar alternatieven en mogelijkheden om het risico voor het Rijk te beperken. Conclusie van het onderzoek was dat deze alternatieven minder effectief waren om de financiering van zorginstelling te faciliteren of dat deze niet zouden leiden tot het beperken van het risico van het Rijk. Vooralsnog kunnen zorginstellingen dus nog, mits ze aan de voorwaarden voldoen, voor een borging aankloppen bij het WFZ. Daarmee houdt het WfFZ voorlopig nog wel bestaansrecht.
Het WFZ is sinds 1999 het garantie-instituut voor zorginstellingen. Met een borgstelling van het WFZ kan een zorginstelling tegen gunstige condities financiering aantrekken voor investeringen. Op dit moment wordt circa 50% van de langlopende financiering in de zorgsector door het WFZ geborgd. Dat levert een nuttige bijdrage aan de financierbaarheid van de zorg en de kosten daarvan voor instellingen. De zekerheidsstructuur van het WFZ bestaat onder meer uit het risicovermogen van het WFZ (circa € 250 miljoen) en de obligoregeling (de verplichting voor deelnemende zorginstellingen om een laag percentage van de door het WFZ geborgde leningen in bepaalde situaties renteloos te moeten lenen aan het WFZ). Als de voorgaande regelingen ontoereikend zijn staat het Rijk garant.
De ontwikkelingen in de zorg dragen bij aan een hoger risicoprofiel van de instellingen. Het faillissement van het Ruwaard van Putten, een ziekenhuis waarvoor het Wfz borgstellingen heeft afgegeven, illustreert dat. Om de risico's voor het Rijk te inventariseren, besloot het kabinet tot een evaluatie van het WFZ. Over de resultaten van die evaluatie van Deloitte informeerde het kabinet de Tweede Kamer onlangs. In dit onderzoek stond de vraag naar de meerwaarde van het WFZ en de achterborgpositie van het Rijk in de cure en care centraal. Ook werd in dit onderzoek gekeken naar de mogelijkheden om de financiële en politiek-bestuurlijke risico's voor het Rijk te minimaliseren. Het kabinet streeft er namelijk naar garantieregelingen, daar waar mogelijk, te versoberen en te verminderen.
Aan de hand van de thema's markt, risicobeleid en governance is gekeken naar de meerwaarde van het WFZ. Ook is er gekeken naar alternatieven en mogelijkheden om het risico voor het Rijk te beperken. Conclusie van het onderzoek was dat deze alternatieven minder effectief waren om de financiering van zorginstelling te faciliteren of dat deze niet zouden leiden tot het beperken van het risico van het Rijk. Vooralsnog kunnen zorginstellingen dus nog, mits ze aan de voorwaarden voldoen, voor een borging aankloppen bij het WFZ. Daarmee houdt het WfFZ voorlopig nog wel bestaansrecht.