De Staat moet de schade van de helikoptercrash in de Bommelerwaard vergoeden

 30 juni 2016 | Blog

Alweer acht en een half jaar geleden kwamen ongeveer 50.000 huishoudens in de Tieler- en Bommelerwaard zonder elektriciteit te zitten, omdat een Apache-helikopter van Defensie tegen een hoogspanningsmast bij Hurwenen was aangevlogen. De stroomstoring duurde lang en een aantal gemeenten maakten forse kosten om bewoners zonder stroom een aantal dagen op te vangen. Toch weigerde de Staat de kosten van de gemeenten te vergoeden. Daarom heeft een aantal gemeenten de Staat gedagvaard. Het Gerechtshof had de gemeenten al in het gelijk gesteld en afgelopen vrijdag verwierp de Hoge Raad het cassatieberoep van de Staat.

De gemeenten hadden hun vordering gebaseerd op onrechtmatige daad, omdat de twee piloten van de helikopter onzorgvuldig hadden gehandeld. Zij zijn beiden strafrechtelijk voor het ongeluk veroordeeld. De Staat meende echter dat de Staat voldoende had gedaan door de gemeenten een kleine bijdrage te verlenen op grond van de Wet rampen en zware ongevallen (Wrzo). Als de gemeenten meer wilden, dan zouden zij volgens de Staat de betrokken publiekrechtelijke regelingen op onaanvaardbare wijze doorkruisen. De Staat deed daarbij onder meer een beroep op het bekende Brandweerkostenarrest (AB 1993, 301). Dat verbiedt privaatrechtelijk verhaal van brandweerkosten.

Het beroep op het Brandweerkostenarrest haalde het niet. In de parlementaire geschiedenis van de Wrzo was kostenverhaal op de veroorzaker juist uitdrukkelijk mogelijk geacht. De Hoge Raad zag geen grond om een uitzondering voor de Staat te maken, omdat de tekst van de wet en de parlementaire stukken daarvoor geen aanknopingspunt boden. Bovendien ging het hier niet om brandweerkosten, maar om hulpverlenende taken, zoals assistentie bij het plaatsen van aggregaten, controleren van woningen en bedrijfspanden op problemen als gevolg van de stroomstoring, afvoer van bedorven materialen en dergelijke.

Het arrest bevestigt dat gemeenten niet te benauwd moeten zijn voor privaatrechtelijk kostenverhaal, omdat niet al te vlot sprake is van onaanvaardbare doorkruising van een publiekrechtelijke regeling.

Gerrit van der Veen en Erik Dans van AKD stonden de gemeenten bij; in cassatie trad Martin Gelpke van kantoor Van der Feltz met Gerrit en Erik op.

Alweer acht en een half jaar geleden kwamen ongeveer 50.000 huishoudens in de Tieler- en Bommelerwaard zonder elektriciteit te zitten, omdat een Apache-helikopter van Defensie tegen een hoogspanningsmast bij Hurwenen was aangevlogen. De stroomstoring duurde lang en een aantal gemeenten maakten forse kosten om bewoners zonder stroom een aantal dagen op te vangen. Toch weigerde de Staat de kosten van de gemeenten te vergoeden. Daarom heeft een aantal gemeenten de Staat gedagvaard. Het Gerechtshof had de gemeenten al in het gelijk gesteld en afgelopen vrijdag verwierp de Hoge Raad het cassatieberoep van de Staat.

De gemeenten hadden hun vordering gebaseerd op onrechtmatige daad, omdat de twee piloten van de helikopter onzorgvuldig hadden gehandeld. Zij zijn beiden strafrechtelijk voor het ongeluk veroordeeld. De Staat meende echter dat de Staat voldoende had gedaan door de gemeenten een kleine bijdrage te verlenen op grond van de Wet rampen en zware ongevallen (Wrzo). Als de gemeenten meer wilden, dan zouden zij volgens de Staat de betrokken publiekrechtelijke regelingen op onaanvaardbare wijze doorkruisen. De Staat deed daarbij onder meer een beroep op het bekende Brandweerkostenarrest (AB 1993, 301). Dat verbiedt privaatrechtelijk verhaal van brandweerkosten.

Het beroep op het Brandweerkostenarrest haalde het niet. In de parlementaire geschiedenis van de Wrzo was kostenverhaal op de veroorzaker juist uitdrukkelijk mogelijk geacht. De Hoge Raad zag geen grond om een uitzondering voor de Staat te maken, omdat de tekst van de wet en de parlementaire stukken daarvoor geen aanknopingspunt boden. Bovendien ging het hier niet om brandweerkosten, maar om hulpverlenende taken, zoals assistentie bij het plaatsen van aggregaten, controleren van woningen en bedrijfspanden op problemen als gevolg van de stroomstoring, afvoer van bedorven materialen en dergelijke.

Het arrest bevestigt dat gemeenten niet te benauwd moeten zijn voor privaatrechtelijk kostenverhaal, omdat niet al te vlot sprake is van onaanvaardbare doorkruising van een publiekrechtelijke regeling.

Gerrit van der Veen en Erik Dans van AKD stonden de gemeenten bij; in cassatie trad Martin Gelpke van kantoor Van der Feltz met Gerrit en Erik op.